Amaury Esser, pastoor te Well 1920-1940
Amaury Coenrard Karel Amaury Esser *Venray 18-04-1868 †Venray 22-11-1944
Zoon van Philip Hubert Wilhelmus Esser (burgemeester) *Venray 16-11-1828 †Venray 27-05-1898 Gehuwd op 21-05-1860 met Anna Dorothea Sibilla Engels *Helden 24-05-1937 †Venray 24-05-1923 (dochter van de burgemeester van Helden)
Kleinzoon van Peter Coenrard Esser (apotheker) *Erkelenz (Dld) 22-02-1778 Gehuwd 13-01-1812 met Maria Petronella Minten *Venray 11-03-1792 †Venray 28-03-1837
Kleinzoon van Jan Michel Engels (burgemeester) *Helden 09-11-1791 †Helden 10-03-1846 Gehuwd 25-09-1834 met Christina Petronella Verhaegh (koopvrouw) *Helden 17-02-1799 †Helden 18-04-1881
De rijke familie Esser.
Op 13 januari 1812 trouwde in Venray Pieter Conraad Esser met Petronella Maria Minten
Joseph Frederik Sigmund en Philip Hubert Wilhelmus, twee zonen uit dit huwelijk werden achtereenvolgens burgemeester van Venray
Ze werden opgevolgd door hun neef Hendrick Coenradus Hubertus Esser.
Deze op zijn beurt werd in Horst opgevolgd door zijn achterneef Alfons Esser en ook in de gemeente Meerlo waar Petrus van den Bergh burgemeester werd Zijn moeder was Theodora Esser.
Huwelijksverbanden van de Essers met de bekende families Haffmans, Steegh, van Wijlick, Le Brun, Verblackt, van den Boogaart en Engels legden de basis voor een uitgebreid netwerk van bestuurlijke invloed.
Op bestuurlijk vlak waren vertegenwoordigers van de verschillende families gekozen in provinciale en landelijke organen als de Tweede en Eerste Kamer.
Ook waren deze families zeer invloedrijk op industrieel gebied, ze bezaten fabrieken, firma's en venootschappenen. Ze manifesteerden zij zich als eerste projectontwikkelaars in Limburg.
Zij hielden zich ook bezig met ontginning van de Peel.
Ze bezaten diverse belangrijke panden in Venray en Horst.
Vertaald naar de huidige waarden bezaten genoemde families in die periodes reeds miljoenen guldens.
Tegelijk met bovenstaande ontstond in dezelfde periode de Venrayse Schaapscompagnie, hetgeen een handelsconglomeraat werd met internationale vertakkingen met onder andere handelsbetrekkingen met Argentinië en de Baltische Staten.
Lang hebben deze twee organisaties naast elkaar geopereerd.
Aan het einde van de negentiende eeuw kwam er een “kruisbestuiving” door onderlinge huwelijken.
Door hun connecties en hun rijkdom waren ze in staat om op 23-12-1904 een familieonderneming op te richten, onder de versluierende naam: Maatschappij Well tot aankoop en verkoop en exploitatie van onroerende goederen, gevestigd in Venray.
Dit gebeurde ver van huis en in het grootste geheim bij notaris A. Moll te Doetinchem.
Zo werd met name op 22-05-1905 het Kasteel Well gekocht met de inboedel, 900 ha. grond en alles wat er bij hoorde aan boerenhoeves enz.
Uit winstbejag is dit allemaal weer zo snel mogelijk verkocht.
Vanaf begin 1900 werd ook in Venray en omgeving begonnen met verkoop en verdwenen beide organisaties in Noord-Limburg.
Ze verhuisden naar Breda en dan komen de families Vroom en Dreesmann en Brenninkmeijer (onder andere eigenaren van C & A) in beeld.
Enkele familieleden vindt men nog terug in de regio Nijmegen/Arnhem.
Dat de ouders en verdere familieleden van Amaury zeer rijk waren blijkt ook uit dit bericht in de Staatscourant anno 1898, waarin deze alfabetische lijst werd gepubliceerd.
Limburger koerier 02-03-1920.
Doordat de deken van Gennep ziek was kwam zijn plaatsvervanger, de deken van Horst, voor de installatie van de nieuwe Wellse pastoor. Wegens de vastentijd werd dit een eenvoudige, sobere plechtigheid op zondag 27-03-1920.
Limburger koerier 25-03-1920
Pastoor Esser had veel zorg voor zijn parochianen en deed veel goeds in ons dorp. Maar hij was erg streng en conservatief in de katholieke leer, zoals dat in die tijd waarschijnlijk bij de meeste pastoors was. Zijn preken met dreigementen logen er niet om en menigeen sliep er slecht van. Zijn wil was wet en wee degene die zich daar niet aan hield.
Veel verhalen werden verteld door Wellse mensen hoe het er aan toeging in de Katholieke kerk in die tijd, Stellen die wilden trouwen moesten eerst bij de pastoor op 'huwelijksexamen'. Vóór het huwelijk mocht ‘het’ niet, erna moest ‘het’. Bleef de eerste gezinsuitbreiding, of bij de volgende, te lang op zich wachten, dan kwam de pastoor informeren. Moeders die een baby hadden gekregen waren 'onrein' en moesten in een volle kerk de "kerkgang" doen. Was het kindje levenloos geboren dan moest de vader het zelf begraven in ongewijde grond. Zo was het destijds nu eenmaal en de mensen hadden het maar te accepteren.
Citaat van Jan Reiniers (postbode) uit de Grotestraat:
Onder het bewind van pastoor Esser was ik bij de misdienaars. Deze pastoor was een echte tiran. Als er iets gebeurd was in het dorp wat hem niet aanstond, dan liet hij dat zondags luid en duidelijk weten vanaf zijn preekstoel. Om de parochianen nog beter te overtuigen maakte hij gebruik van zijn vuisten. Hij sloeg hiermee zo hard op z'n preekstoel dat zijn handen daar toch wel last van hebben gehad.....
Citaat van Koos Janssen (dochter van bakker Karel uit de Grotestraat)
Mijn zus Jo trouwde ondanks het verbod van pastoor Esser met haar protestante vriend. De pastoor preekte er schande van en veroordeelde haar vanaf de preekstoel. Mijn ouders werd verboden om nog enig contact met ons Jo te hebben. Toen moeder ernstig ziek was en Jo toch thuis kwam, kreeg de pastoor dit te horen en is nadien nooit meer klant geweest in onze winkel. Ik zelf had ook verkering met de protestante bedrijfsleider van het Wells Meer. De verkering heb ik uitgemaakt om mijn ouders niet voor de tweede keer veel verdriet aan te doen en ben mijn leven lang door hartzeer vrijgezel gebleven. Ik was niet de enige in Well.
Foto rond 1920 in de tuin van de pastorie in de Hoenderstraat.
Pastoor Esser met zijn zus Josephina Janssen - Esser en haar dochter Dorothea. Op de achtergrond huishoudster Truus de Kleijn.
Josephina Esser was getrouwd met Antonius Johannes Josephus (Antoon) Janssen, geboren 26-04-1871 in Grave. Hij was huisarts te Venray en later geneesheer directeur van psychiatrisch ziekenhuis St. Servatius aldaar.
Het stamhuis van de familie Janssen was de Gulickshof in het Elsteren. De vader van Antoon Janssen vertrok naar Grave om apotheker te worden. ToenAntoons zwager Coenraad Esser en enkele familieleden de "Maatschappij Well" had opgericht, en in 1905 het kasteel van Well met alle landerijen opkocht, kwam de Gulickshof weer in handen van de familie Janssen.
Uit de krant van 26-08-1925.
Geertruida de Kleijn was op 12-06-1870 te Bergharen (Gelderland) geboren. Ze kwam in 1898 in dienst bij kapelaan Esser te Weert, vervolgens Maastricht en daarna in Well.
Het prentje dat de schoolkinderen kregen. Dit exemplaar is zorgvuldig bewaard door Truus Swemmers uit 't Elsteren, destijds was zij bijna acht jaar.
1936 bij de ingang van de kerk.
v.l.n.r. Kapelaan Alexander Mestrom - Missionaris pater Zuure van de Witte Paters, die in de Hoogmis gepreekt heeft over de missie in Afrika - Pastoor Esser - rector van Vree van het Wellse Bejaardenhuis / Zusterklooster, van de paters van Steyl.
De opvolgster van huishoudster de Kleyn werd Cato Coppers uit Well, zus van o.a. koster Frans Coppers.
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)