Noodkerk in de Tiendschuur 1946-1958
Pastoor Reiné had zeventienhonderd parochianen en er moest na de bevrijding raad worden verschaft over een noodkerk.
Truus Derks en Piet op het Veldt waren het eerste bruidspaar na de Tweede Wereldoorlog. Zij trouwden op 21-06-1945 in zaal Walaria.
Na de kloosterkapel was deze zaal in mei - juni - juli en augustus als noodkerk ingericht.
Daarna werden van september 1945 tot april 1946 in twee klaslokalen van de jongensschool de H. Missen gelezen. Maar ook de klaslokalen waren niet groot genoeg en verre van ideaal als noodkerk.
De Tiendschuur van het kasteel.
In Well staat omgeven door brede grachten en hoog oud geboomte het kasteel. De Duitsers hebben er in gehuisd en daarna de Engelsen. Niet veel meer dan de muren is er van overgebleven. De pastoor wandelde er wat rond, op zoek naar zijn noodkerk. Zijn oog viel op de in 1609 gebouwde tiendendschuur, waarin de kasteelheer van het dorp de tienden van de oogst der boeren netjes opborg. De schuur was verwaarloosd maar niet bouwvallig, het dak was lek en van de paar vensters was het glas stuk. Maar de ruimte was er. Met wat pannen, hout, glas en cement zou het wel gaan. De schuur was op zichzelf al prachtig met zijn bijzonder mooie balkconstructie. De pastoor glimlachte en belde burgemeester Douven op. Reiné had zijn noodkerk gevonden.
Qua bouw had de tiendschuur al de indeling van een kerk: een middenschip en zijbeuken. De linker schuurdeur werd entree.
Via luidsprekers, die boven op een toren op het kasteel stonden, werden de parochianen opgeroepen om naar de kerk te komen. Het klokkengelui kwam van een platenspeler die in de noodkerk stond. Op den duur vormde het krassen van de grammofoonplaat een hinderlijk bijgeluid.....
De kuip van de preekstoel kon nog dienst doen, maar de kap er van was nergens meer te vinden. De kerkbanken voor de noodkerk werden vervaardigd uit de massa's lindenbomen, die de Duitsers in Well bij hun terugtocht hadden omgekapt om de wegen te versperren voor de boze Engelsen.
Onze voortvarende burgemeester Douven had de bomen naar een houtzagerij laten transporteren en voor het doel geschikt te maken, zonder een kaarsje op te steken voor Sint Bureaucratius te offeren! Maar liefst zeven parochies in de gemeente Bergen hebben op deze manier kerkbanken gekregen van het hout uit Well.
Onder de prachtige, zware eiken balken, bijeengehouden door oude ankers, heeft men de mooiste en sfeervolste noodkerk van het Bisdom Roermond ingericht. Zelfs de Koningin moest dit bij een bezoek in 1946 aan Well toegeven.
De dorpssmid Jacob Krebbers had een serie stallantarens naar oud model gemaakt voor de verlichting. Aan de rechterzijkant vooraan kwam de zangzolder.
De oude communiebank was wat opgekalefaterd en van de brokstukken van het oude altaar was een nieuw altaar gevormd.
Tegen de houten stutten stonden de deels verminkte beelden uit de oude parochiekerk, als oorlogsinvaliden.
Links zijn de kinderbankjes voor de jongens nog net te zien. De meisjes zaten gescheiden van de jongens rechts in de kerk bij het Maria altaar.
Links: Sint Vitus, zich bewust van zijn waardigheid als patroonheilige, hief zegevierend zijn palmtak omhoog.
Rechts: de Heilige Rochus en doorkijkje naar het altaar.
In de verte bij het altaar fonkelde de rode godslamp. En een straaltje zonlicht van opzij deed de barokke stralenkrans met de pelikaan boven het altaar glanzen als goud.
Nadat de noodkerk al een jaar lang in gebruik was genomen, betaald en alles afgehandeld, verschenen de heren van de wederopbouw om alles op te meten.
In de periode van de noodkerk had onze parochie behalve pastoor Reiné ook vier kapelaans: Franciscus P.J. Rutten 1946-1950. Petrus C. Baeten (Missionaris van Scheut C.I.C.M.) 1950-1952. Petrus A.J. Verstegen (Pater van de Heilige Geest C.S.Sp.) 1952-1953 en kapelaan Albertus H.M. Lebens 1953-1959.
Well had de mooiste noodkerk van heel Limburg, zo sfeervol dat van alle kanten de bewonderaars toestroomden. Onder andere kwam op 10-10-1946 koningin Wilhelmina, hier in gesprek met Dina Vullings-Vink. Verder kwamen minister president Louis Beel, gouverneur van Limburg Frans Houben en ook verschillende gezanten van andere landen zijn komen kijken.
Direct na Nieuwjaar in 1949 is pastoor Reiné begonnen met het vergroten van de noodkerk. De inpandige woning in de Tiendschuur van de familie Joep Vrede kwam vrij. Pastoor liet de woning er uit breken. Binnen een maand was het werk klaar en de kerk een stuk ruimer en een mooier geheel. Men won 54 plaatsen. Op 30 januari 1949 kon het kerkbestuur 54 plaatsen extra verpachten. Alle parochianen die graag een een plaats in de kerk hadden waren voorzien. De ruimte van de noodkerk was nu groter dan in de St. Vituskerk aan de Maas.
1950. Huwelijk van Louis Jenneskens en Anneke Koppes uit 't Knikkerdorp. De engelen tegen de zware balken glimlachten.
1957. Het huwelijk van Piet Mercus en Bets Krebbers wordt ingezegend door pastoor Reiné. Rechts staat koster Frans Coppers.
Dertien jaar na de bevrijding werd de Tiendschuur als noodkerk verlaten.
Héél wat kerkdiensten zijn hier gehouden, héél wat huwelijken gesloten en een hele schaar kinderen gedoopt. Toen de nieuwe kerk aan de Hoenderstraat in 1958 klaar was moest Well gewoon weer aan dat nieuwe gebouw wennen.
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)