Katholiek Sociaal Vormingscentrum.
Jaren 1950 en '60.
Van mei 1950 tot oktober 1969 was het kasteel in het bezit van de Stichting "Sancta Maria" te Meerssen, het overkoepelende orgaan van het Katholieke Vrouwelijke Jeugdwerk van het bisdom Roermond. Het deed dienst als een jeugdvormingscentrum. Er werden allerlei activiteiten voor de jeugd ontplooid, die in de praktijk aan verschillende instanties toevertrouwd werden, er waren zelfs verloofdendagen en bezinningsdagen. Jaarlijks waren er de Wimpelfeesten voor de leden van de 'Jonge Garde' uit de regio. Meisjes van 'de Gezinshulp' vonden er begin 50-er jaren nog een tijdje een tehuis tijdens de weekenden en tot 1961 was er een leslokaal voor de lagere landbouwschool. In mei 1953 werd met een Internaat voor opleiding van Kraamverzorgsters begonnen. De Tiendschuur was van 1946 tot 1958 een noodkerk als vervanging voor de eind 1944 door de Engelsen kapot geschoten kerk aan de Maas. In de 60-er jaren waren er ook o.a trainingskampen van de Judo Bond Nederland. In oktober 1969 kocht de net opgerichte Stichting Limburgse Kastelen het kasteel, terwijl de Stichting Vormingscentra LImburg het gebouw huurde en de exploitatie in handen hield.
WELL, 19 September 1950. Op de Maandag in het kasteel te Well gehouden vergadering, waarop o.m. aanwezig waren aalmoezenier Gerrits, Mgr. Jenniskens, deputé Th. Peters, dhr. Rouschop, hoofd der school te Blitterswijck, werd besloten het kasteel aan te kopen voor de Bisschoppelijke Stichting „Sancta Maria”, met de bedoeling dit gebouw te benutten voor de maatschappelijke, culturele en godsdienstige ontwikkeling van de jeugd. Het kasteel en bijbehorende landerijen beslaan 8 ha. Met de aankoopsom, restauratie en inrichting zal een bedrag van ƒ 60.000 gemoeid zijn, waarvoor de nodige gelden nog moeten worden bijeengebracht. Een beroep op subsidie vanwege Rijksmonumentenzorg had tot resultaat, dat deze instelling haar hulp toezegde. Ook aan de provincie zal subsidie worden gevraagd. Reeds thans staat vast, dat er op het kasteel gevestigd zullen worden ’n lagere landbouwschool, een vergaderzaal voor de boerenbond en de boerinnenbond, culturele leiders en geestelijke adviseurs. Er komen slaapzalen en verblijven voor meisjes, die, na de huishoudschool doorlopen te hebben, zich op weekendcursussen nog verder willen ontwikkelen. Tevens zal er gelegenheid worden geschapen voor ’t geven van cursussen, sportdagen en bijeenkomsten van de arbeidersjeugd. De zogenaamde tiendschuur, thans als noodkerk in gebruik, zal mettertijd worden ingericht voor massabijeenkomsten. Een en ander zal door de diverse bonden nog nader worden geregeld. Op 1 October a.s. hoopt men ’t kasteel Well voor zijn nieuwe bestemming te kunnen laten inzegenen, waartoe Mgr. Lemmens is uitgenodigd. Deze bestemming van het kasteel betekent voor deze streek van Noord Limburg niet alleen ’t behoud van een waardevol historisch monument, maar vooral ook een waardevolle bijdrage tot de geestelijke vooruitgang van zijn bewoners.
Dagblad voor Noord-Limburg 15-04-1953
Dagblad de Tijd 22-05-1953
Donderdag opende de Vereniging „Het Limburgse Groene Kruis" op het kasteel te Well een internaat voor kraamverzorgsters. De Stichting „Sancta Maria" te Meerssen heeft indertijd dit gebouw aangekocht van het beheersinstituut en bestemd als vormingscentrum. Het bestuur van genoemde stichting is nu bereid geweest „inwoning" te verschaffen aan dit internaat. In zijn openingswoord mocht de voorzitter der vereniging, dr. Merkelbach, tal van prominente figuren begroeten, o.w. de heer Peters, lid van Gedeputeerde Staten van Limburg, als vertegenwoordiger van de gouverneur, mr. dr. Houben, mgr. Jenniskens, directeur van het vrouwelijk jeugdwerk in Limburg, tevens voorzitter van de stichting „Sancta Maria", dr. Banning, geneeskundig hoofdinspecteur van Volksgezondheid, dr. L. v. d. Meerendonck en mr. Vreeze, resp. voorzitter en secretaris van de nationale federatie van het Wit-Gele Kruis en tal van andere autoriteiten. De voorzitter wees er in zijn openingswoord op, dat het ledental der vereniging gestadig groeide en mocht eertijds de hoop uitgesproken zijn de honderdduizend te bereiken, thans bedraagt het 101.137. Een speciaal woord van dank voor het tot stand komen van dit internaat richtte spreker tot dr. Van de Meerendonck, de grote promotor van de kraamverzorging. Limburg telt momenteel acht kraamcentra, zeven opgericht door de provinciale vereniging en een door de plaatselijke, n.l. te Sittard. Alvorens over te gaan tot de inzegening van de vertrekken hield mgr. Jenniskens een korte toespraak, waarin hij benadrukte, dat de persoonlijkheidsvorming van de leerlingen op de eerste plaats stond bij deze opleiding en dat instituten, als dit, absoluut onmisbaar zijn geworden tot het opleiden van bekwame krachten ter leniging van de noden in het bisdom. Na de inzegening was het woord aan député Peters, die namens de gouverneur het internaat zou openstellen. In een korte rede schetste spreker de taak van een kraamverzorgster en beklemtoonde eveneens de persoonlijkheidsvorming, die hier primair gesteld dient te worden. Het bestuur veel heil en zegen toewensende, verklaarde hij. namens de gouverneur en het provinciaal bestuur, het opleidingscentrum voor geopend. Diverse sprekers voerden nog het woord, o.w. dr. Banning, die sprak in zijn kwaliteit van hoofdinspecteur en van voorzitter van het Preventiefonds. De beste weerstand tegen de geestelijke vervlakking van onze tijd is, aldus spreker een gezond en harmonieus gezin; zo kwam spreker op de gezinshulp, waarvan de kraamverzorging één facet is. Kraamverzorgsters dienen geoefend en getraind te worden om de moeders te kunnen vervangen in de huishouding en het gezin te kunnen besturen. Volgens de persoonlijke mening van dr. Banning gaat er niets boven een bevalling thuis. De vader behoort zijn echtgenote in haar vaak 10 moeilijke uren bij te staan en niet op de gang van een of ander ziekenhuis rond te drentelen.
Inzegening door Mgr. drs. van Odijk
WELL, 14 juli 1963 (L.P.). — Tot de landerijen, onroerende goederen en andere bezittingen, die na de oorlog als vijandelijk vermogen de Nederlandse staat toevielen en onder de administratie van het Ned. Beheers instituut gebracht werden, behoorde ook kasteel Well. Een trots, maar nogal onpraktisch bezit, dat nu direct niet als „courant goed" bestempeld kon worden. Tenminste niet voor gewone stervelingen. Maar voor Mgr. Jenneskens, deken van Maastricht, en toen directeur van het vrouwelijk jeugdwerk In Limburg, was dat in 1950 anders. Die begon nog vaster in Sinterklaas te geloven, toen hij — op zoeken zwerftocht naar onderkomens voor het organisatorische werk — te horen kreeg, dat het Beheers instituut Kasteel Well voor het schimmetje van f 20.000 verkopen wilde.
Opgetogen begaf hij zich naar het bisdom. „Een pracht gebouw en bijna voor niets!" zei hij tegen Mgr. Lemmens. „Nu kenden wij Mgr. Jenneskens langer", aldus vicaris-generaal drs. P. van Odijk die zaterdag de inzegening van het sociaal vormingscentrum op kasteel Well verrichtte, „en we besloten daarom eerst zelf maar eens te gaan kijken. Er zijn aartsengelen en aarts-optimisten. Dat van die 20.000 klopte. Maar er kwam wel wat bij: restauratieplicht overeenkomstig de wensen van rijksmonumentenzorg. En dat bleek heel wat voeten in aarde te hebben. Achteraf zijn we echter reuze blij voor het toen genomen initiatief. Er is in de afgelopen jaren reeds belangrijk pionierswerk verricht. Nu is dan definitief gestart met een instelling, die een belangrijke taak heeft in de grote ontwikkeling, welke Noord- Limburg doormaakt, en die hopelijk mede er toe zal bijdragen om de christelijke signatuur van de bevolking te behouden en te versterken."
In een toespraak verklaarde de commissaris van de koningin mr. dr. F. Houben, dat men „met ƒ 19.000 op zak" heel wat heeft aangedurfd. Het thans verkregen kapitale bezit waardeerde hij vooral vanwege de reeds bereikte geestelijke winst, die ongetwijfeld nog groter zal worden.
Mr. W. D. Delhoofen zei dat evenals elders ook dit najaar op kasteel Well lekencursussen beginnen, die de bedoeling hebben om geïnteresseerden vertrouwd te maken met allerlei aspecten van die zielzorg. Hij noemde het een teken aam de wand, dat nog zo weinigen zich zorgen maken om de zorgen van de priesters.
Deken W. Meijs van Meerssen, eerder directeur van de Stichting Sancta Maria en met baron J. de Weichs de Wenne B. Hollewijn pastoor Benden (Sevenum) deken Loonen en burgemeester van Kempen deel uitmakend van het oude bestuur van „kasteel Well" richtte een dankwoord tot de gouverneur, het bisdom, rijksmonumentenzorg (vertegenwoordigd door de heer v.d. Veeken), de diverse subsidiërende instanties cm fondsen, architect de Vries en de aannemers Linskens en Verstraelen.
Als laatste kreeg drs. M. Dittrich, burgemeester van Meerlo en Wanssum, als nieuwe voorzitter van het vormingscentrum-bestuur het woord. Hij zag voor het centrum een groot arbeidsveld braak liggen, omdat het sociale opbouwwerk nu eenmaal alles omvat en omdat bovendien zo vele goede ontwikkelingen in Noord-Limburg mogelijk lijken. In samenwerking met instituten als het Kaski en de Sociale Academie te Sittard, met steun van- en in overleg met gemeentebesturen, kerkelijk gezagsdragers en sociale organisaties wil de nieuwe bestuur equipe het hare bijdragen tot een goed functionerend en rijk geschakeerd maatschappelijke leven.
Limburgs Dagblad.
Deze pagina wordt nog aangevuld.
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)