Zoek

Persoonsbewijzen WO II

Een van de meest ingrijpende beslissingen tijdens de bezettingstijd was de invoering van het persoonsbewijs in 1941.

Iedere Nederlander moest zich met ingang van 1 oktober 1940 kunnen legitimeren door middel van een distributiestamkaart, een geldig paspoort, een bewijs van Nederlanderschap of een tijdelijk identiteitsbewijs. 

14 oktober 1940: Besluit van de Secretarissen Generaal tot invoering van het persoonsbewijs. De bezetters eisten ook dat registratie niet meer uitsluitend via de registers van de gemeenten zou gaan maar dat er één centraal systeem zou worden ingevoerd. De Rijksinspectie van de bevolkingsregisters diende zowel de ontvangstbewijzen als de lijsten voor het datumregister van de volgnummers te beheren.

Persoonsbewijzen WO II
Persoonsbewijzen WO II

Legitimatiebewijs uit 1940 van Grad Rutter uit de Grotestraat.


Het begin van het jaar 1941 was voor de Wellenaren niet gemakkelijk. In februari vielen de eerste bommen in de Band. Kort daarna werd op 1 maart bekend gemaakt dat het persoonsbewijs voor iedereen boven de 15 jaar verplicht werd. Door de invoering van het persoonsbewijs verkreeg de Duitse bezetter een belangrijk instrument tot maatschappelijke beheersing en onderdrukking van de Nederlandse bevolking en met name van de Joden. In het document stonden veel persoonlijke kenmerken. Iedereen moest voortaan altijd een persoonsbewijs op zak hebben. Het moest in een hoesje zitten en zo gevouwen, zodat de Duitser bij controle niets hoefde uit te pakken. Als je het niet bij je had werd je meegenomen. 

Persoonsbewijzen WO II

Vervalsing moet nu wel totaal uitgesloten zijn, aldus moet de conclusie luiden, wanneer men nagaat wat al bij de samenstelling en vervaardiging van het persoonsbewijs, dat we binnenkort allen bij ons zullen dragen, aan maatregelen getroffen is om iedere wijze van vervalsing of imitatie onmogelijk te maken, De meeste mensen zullen zich zelfs niet kunnen voorstellen, dat aan een uiterlijk van een zo eenvoudig drukwerkje zoveel zorg besteed kan worden, een zorg, die minstens opweegt tegen de nauwkeurigheid, waarmee de bankbiljetten gedrukt worden. Heel wat proeven zijn aan de samenstelling van de persoonskaart voorafgegaan, en het is typisch voor de eeuw waarin wij leven, dat men de wetenschap herhaalde malen heeft geraadpleegd, alvorens men tot den definitieve druk zal overgaan, Wij zeggen „zal overgaan" want nog is men doende ten aanzien van enkele details proeven te nemen. Landelijke pers 30-01-1941.


Toch hebben verzetsmensen ongeveer 80.000 vervalste persoonsbewijzen kunnen maken. Tijdens de oorlog hebben dankzij deze activiteiten duizenden mensen een arrestatie door de bezetter weten te ontlopen.

Persoonsbewijzen WO II

Vervolg tekst:

model 1: persoonsbewijs voor een Nederlander;
model 2: persoonsbewijs voor een Nederlandsch onderdaan, bedoeld in de wet van 10 Februari 1910 (Staatsblad no. 55), sedert gewijzigd;
model 3: persoonsbewijs voor een vreemdeling. Het hoofd der rijksinspectie is belast met de zorg voor den aanmaak, den opslag, het beheer en de verstrekking van persoonsbewijzen. De verstrekking van persoonsbewijzen aan de burgemeesters geschiedt kosteloos.
Omtrent ieder in het bevolkingsregister opgenomen persoon, die 15 jaar of ouder is. worden uitsluitend aan de hand van de persoonskaart, de na te noemen gegevens op een persoonsbewijs ingevuld: 1. de geslachtsnaam; 2. de voornamen; 3. dag, maand en jaar van geboorte; 4. geboortegemeente met aanduiding van de provincie; 5. land van geboorte; 6. nationaliteit; 7. burgerlijke staat; 8. het beroep; 9. adres in de gemeente; 10. geslacht. 
De burgemeester noodigt een ieder, te wiens behoeve een persoonsbewijs is ingevuld, schriftelijk uit, in persoon te verschijnen ter secretarie van de gemeente. Omtrent de uitreiking van persoonsbewijzen aan de tot de varende, rijdende of zwervende bevolking behooren de personen, zoo mede omtrent de uitreiking ten behoeve van hen, aan wie het recht tot het bezit van een persoonsbewijs, ingevolge artikel 4. eerste lid, van het „besluit persoonsbewijzen" is ontzegd, worden door den secretaris-generaal bijzondere voorschriften gegeven. leder opgeroepene levert bij zijn verschijning de hem gezonden uitnoodiging in, benevens twee geheel gelijkende foto's, welke aan de volgende eischen moeten voldoen: afmetingen nauwkeurig 3 ½ cm breed, bij 4 ½  cm hoog; de foto mag uitsluitend het hoofd en eventueel het bovendeel van de borst van den afgebeelde persoon weergeven; de foto moet den afgebeelde persoon zonder hoofdbedekking weergeven; de afbeelding van het hoofd moet 2 cm in doorsnede of grooter zijn; de foto moet den afgebeelde persoon half „en face" en half „en profiel" (zoogenaamd driekwart) naar rechts toonen, zoodanig, dat het linkeroor duidelijk en geheel zichtbaar is; de beeldtrekken moeten scherp en niet geretoucheerd zijn (geen wazige of zgn. kunstfoto’s); de foto moet den afgebeelde persoon duidelijk kenbaar weergeven; gelijkmatige (egale) kleur, witte, althans lichte achtergrond; de foto mag geen nevenafbeeldingen bevatten (geen andere personen, geen huis, geen landschap, geen hond, enz. enz.); de foto mag geen stempelafdruk of deel van een stempelafdruk bevatten; de achterzijde der foto moet zijn van wit of roomkleurig (chamois), geheel blanco papier, zonder stempelafdruk, opdruk of anderszins. Het gebruik van zoogenaamde photomaton of polyphoto is niet toegestaan.

Voor foto's van religieuzen van orden en congregaties gelden de volgende voorwaarden: a. de kap, slluier of doek, welke het gelaat geheel of ten deele omvat, moet bij het fotografeeren zoodanig worden gedragen (teruggeschoven), dat een zoo groot mogelijk deel van het gelaat zichtbaar is; b. zoo eenigszins mogelijk en toelaatbaar moet het linkeroor op de foto tot uitdrukking komen; c. de hoofdbedekking mag geen schaduw over het gelaat werpen; d. het is niet toegestaan, zich zonder hoofdbedekking of met een andere hoofdbedekking dan die, welke op de foto van het Persoonsbewijs is afgebeeld, in het openbaar te begeven.

Voor foto's van vrouwen, die uitsluitend z.g. folkloristische kleeding dragen, gelden de volgende voorwaarden:
a. de afwijking geldt slechts voor haar, die uitsluitend folkloristische kleeding draagt en zich niet anders dan in deze kleeding in het openbaar vertoont; de vrouw, die zij het slechts bij uitzondering, zich ook in gewone burgerkleeding pleegt te vertoonen, moet foto's inleveren, welke voldoen aan de gewone eischen; 
b. de vrouw, die, hoewél zij uitsluitend folkloristische kleeding draagt, nochtans geen bezwaar heeft of geacht kan worden geen bezwaar te hebben tegen het doen maken van foto's, welke haar zonder hoofdbedekking weergeven, moet foto's inleveren, welke voldoen aan de gewone eischen;
c. de hoofdbedekking moet, zoo enigszins mogelijk, tijdens het fotografeeren zoodanig worden gedragen of teruggeschoven, dat het linkeroor zichtbaar is; 
d. tijdens het fotografeeren moet die hoofdbedekking (ondermuts, huismuts, groote muts of kap) worden gedragen, welke van het gelaat het grootste deel vrijlaat; 

Van den opgeroepene worden achtereenvolgens drie afdrukken van den rechterwijsvinger of, in een bijzonder geval, van een door den secretaris-generaal nader te bepalen anderen vinger genomen, te weten:
een op de ingeleverde uitnoodiging: een op de achterzijde van de in het persoonsbewijs gevoegde photo; een op het persoonsbewijs.
leder is verplicht zijn persoonsbewijs ter aanvulling of wijziging persoonlijk of bij aangeteekende zending aan .te bieden aan den burgemeester of den aangewezen ambtenaar:
1. binnen vijf dagen na zijn aankomst, wanneer hij zich vestigt, hetzij komende uit een andere gemeente, hetzij komende uit een plaats buiten het bezette Nederlandsche gebied gelegen;
2. op den dag van zijn vertrek of ten hoogste vijf dagen te voren, wanneer hij het bezette Nederlandsche gebied verlaat;
3. binnen vijf dagen na de voltrekking van zijn huwelijk;
4. binnen vijf dagen na de ontbinding van zijn huwelijk;
5. binnen vijf dagen na ziin verhuizing of adresverandering binnen de gemeente; 6. binnen vijf dagen na de wijziging van zijn beroep;
7. binnen vijf dagen na de wijziging van zijn geslachts- of voornamen.
De aanbieding ter aanvulling of wijziging kan voor de leden van een gezin of samenwoning geschieden door een hunner.
Voorts wordt bepaald, dat deze Verplichting niet zal gelden voor personen, die de Duitsche nationaliteit of de nationaliteit van het protectoraat Bohemen en Moravië bezitten.
Het recht tot het bezit van een persoonsbewijs wordt ontzegd aan een persoon:
a. die krachtens rechterlijke uitspraak een vrijheidsstraf ondergaat en wel voor den duur der voltrekking van die straf:
b. die verpleegd wordt in een inrichting tot verpleging of verzorging van krankzinnigen of zenuwlijders of in een opvoedingsgesticht.

Landelijke pers 28-01-1941


Voor een gezin met meerdere personen waren de kosten vaak duur. Men moest 2 keer (foto maken en later ophalen) naar de fotograaf en kon dan b.v. naar Venlo per fiets en/of met de tram. Of per fiets naar Venray met de pont de Maas over. En bij het afhalen op het gemeentehuis in Bergen moest men leges betalen.

Persoonsbewijzen WO II

Vervolg tekst: 

Hierbij is rekening te houden met de omstandigheid, dat van onvermogenden voor dit doel bezwaarlijk gelden kunnen worden geheven, ofschoon de aan de uitreiking verbonden kosten in alle gevallen gelijk zijn. M.a.w. de meer draagkrachtigen onder de bevolking betalen mede voor de minder draagkrachtigen en voor de onvermogenden. Een te ruime kostelooze uitreiking of tegen het halve leges-bedrag kan dus leiden tot een tekort op de exploitatierekening der gemeente, terwijl ook het Rijk als mede-belanghebbende het nadeel daarvan ondervindt. Toch behoort, uit vrees voor een tekort, de weegschaal niet naar de andere zijde door te slaan. M.a.w. zij, die kennelijk onvermogend zijn tot het betalen van leges, moeten niet tot betaling gedwongen worden, ook niet, indien desnoods een bedrag van vijftig cent wel zou kunnen worden afgestaan. Hoewel, berekend over een tijdvak van vijf jaren (den geldigheidsduur van het persoonsbewijs), de kosten per jaar slechts twintig cent bedragen voor hen, van wie f 1 aan leges wordt geheven, terwijl bij een heffing van vijftig ct. de gemiddelde kosten slechts tien cent zullen zijn, mag toch niet over het hoofd worden gezien, dat de voldoening ineens van een bedrag ad  f 1 of 50 ct. vaak op groote bezwaren kan stuiten. De bezwaren zullen zich sterker doen gevoelen, indien uit één gezin meer personen van een persoonsbewijs voorzien moeten worden. Vrijwel elk geval is anders. Het oordeelen brengt in aanraking met een groote verscheidenheid van mogelijkheden. Vandaar, dat het oordeel is overgelaten aan den burgemeester, die het best met de wederzijdsche belangen rekening kan houden. Op veelvuldig verzoek worden hieronder eenige richtlijnen gegeven, waarnaar de burgemeesters zich zouden kunnen gedragen. In overweging wordt gegeven als onvermogend te beschouwen de personen aan wie een vetkaart is uitgereikt. De controle hierop is eenvoudig. Immers, steeds moet de distributiestamkaart worden overgelegd. Op de distributiestamkaart van hen, aan wie een vetkaart is uitgereikt, is het daarvoor bestemde vak (thans vak U 6) afgekruist. Aan deze personen zou dus steeds een persoonsbewijs kosteloos uitgereikt kunnen worden. Als minvermogend zouden kunnen worden beschouwd zij, aan wie een boterkaart (dus geen vetkaart) is uitgereikt doch die door overlegging van de distributiestamkaart van het gezinshoofd aantoonen, dat aan dat gezinshoofd een toeslagkaart voor textielproducten is verstrekt. De distributiestamkaart van het gezinshoofd is thans voorzien van een kruis in vak U 7. Aan alle gezinsleden, die deze distributiekaart van het gezinshoofd overleggen, zou dan steeds een persoonsbewijs tegen betaling van 50 ct. leges kunnen worden uitgereikt. Van alle overige personen kan dan een bedrag van f 1 aan leges worden geheven.

Landelijke pers 28-02-1941


Ruim zes miljoen pesoonsbewijzen wachtten op hun eigenaar. Om een persoonsbewijs te kunnen afhalen kreeg men een ontvangstbewijs toegestuurd wat bij het afhalen moest worden meegebracht naar het gemeentehuis in Bergen. De Rijksinspectie beschikte middels de ontvangstbewijzen over alle gegevens zodat bij grondig onderzoek ieder vals persoonsbewijs te traceren was.

Een schone wijsvinger!
Voor een vlotte afwikkeling van een en ander was het nodig, dat ieder met een schone wijsvinger op de gemeentesecretarie verscheen. Voor personen, die tussen of tijdens hun werkuren het persoonsbewijs moesten halen en die in verband hiermee geen kans hadden om hun handen voldoende te reinigen, was er een speciale benzineregeling ontworpen, waardoor men kon beschikken over vier liter benzine per duizend inwoners. 

Persoonsbewijzen WO II
Persoonsbewijzen WO II

 Het persoonsbewijs was van een speciaal soort karton gemaakt, bevatte 3 watermerken en een raster waar speciale- onzichtbaar te maken inkt voor werd gebruikt. Er moest een pasfoto op en twee vingerafdrukken van de rechter wijsvinger, waarvan één op een breekbaar zegel dat achterop de pasfoto werd geplakt. Het persoonsbewijs kreeg een nummer dat correspondeerde met de gemeente van uitgifte en een volgnummer wat moest corresponderen met de datum van uitgifte.

Een copy met 2 foto's werd in het gemeentehuis bewaard.


 

Persoonsbewijzen WO II

Nieuwe Venlosche courant 10-05-1941


 

Persoonsbewijzen WO II

Weekblad Peel en Maas 17-05-1941


 

Persoonsbewijzen WO II

Nieuwe Venlosche courant 26-06-1941


 

Persoonsbewijzen WO II

Nieuwe Venlosche courant 26-08-1941


 

Persoonsbewijzen WO II

Nieuwe Venlosche courant 23-09-1941


 

Persoonsbewijzen WO II

Vervolg van de tekst:

Als ge nu uw foto hebt bewonderd, uw handteekening nog eens hebt nagespeld en de vermaning van het departement van binnenlandsche zaken, dat ge uw persoonsbewijs altijd bij u moet dragen en desgewenscht moet vertoonen, — in uw geheugen hebt geprent, als gij b# de strafbedreiging het vaste voornemen hebt gemaakt - u van elk misbruik te onthouden en gelezen hebt, dat uw persoonsbewijs vijf jaren geldig is, moet ge het niet aanstonds in het allernieuwste vakje van uw portefeuille bergen om het daar vijf jaren ~orgvuldïg maar ongebruikt te bewaren. Gij moet uw persoonsbewijs ook eens van den anderen kant bekijken en dan zult. gij bemerken, dat die geldigheidsduur van vijf jaren zeer betrekkelijk is. Wanneer gij de achterzijde van uw persoonsbewijs onderzoekt, kunt gij constateeren, dat daarop velerlei aanteekeningen zijn gesteld, welke op uw persoon betrekking hebben. 
Gij ziet behalve uw vingerafdruk uw naam en voornamen, uw geboorteplaats en datum, met wie gij gehuwd zijt, uw beroep en uw adres.
Wanneer gij u nu herinnert, dat ge aan de voorzijde gelezen hebt, dat uw persoonsbewijs vijf jaren geldig is, behoeft ge daaruit niet met eenige ontsteltenis te concludeeren  dat ge veroordeeld zijt om vijf jaren op het aan de achterzijde vermelde adres te blijven wonen en dat het u verboden is om binnen die vijf jaren van beroep of — laten we zeggen, iets dergelijks — te verwisselen. 
Er is niets veranderlijker dan een mensch. Overigens raken wij zoetjes aan beroemd wegens onze veelvuldige verhuizingen en tot beroepswijzigingen worden velen tegen hun zin genoodzaakt. Maar wat ge moet doen is: zorgen dat uw persoonsbewijs vijf jaren geldig blijft. Dat wil zeggen: verhuis er op los zoo ge wilt en verander van beroep als ge er heil in ziet, maar zorg in dat geval dat uw persoonsbewijs geldig blijft en laat het spoedig wijzigen of aanvullen. 
Gij zijt bovendien tot het doen aanbrengen van dergelijke wijzigingen of aanvullingen door de wet verplicht. Artikel 23 van het uitvoeringsbesluit persoonsbewijzen zegt er zoo het een en ander van. „Ieder gerechtigde is verplicht zijn persoonsbewijs ter aanvulling of wijziging persoonlijk of bij aangeteekende zending aan te bieden aan den burgemeester of den aangewezen ambtenaar.
Wij zijn gewoon belangrijke wijzigingen in onze persoonlijke omstandigheden zoo spoedig mogelijk ter kennis van belanghebbenden te brengen. Bij huwelijk of adreswijziging sturen we kaarten rond en plaatsen annonces in de bladen. Maar wees er van overtuigd, dat uw persoonsbewijs de eerste en voornaamste belanghebbende is bij dergelijke wisselingen van persoonsgegevens. Een persoonsbewijs, dat niet is bijgehouden, dat verouderd is en niet meer klopt brengt u vandaag of morgen, als gij er het minst op bedacht zijt, in een moeilijk parket. Wat er ook verandert in uw leven, uw voor- of uw achternaam, uw beroep of uw adres, laat het op uw persoonsbewijs vermelden en zet dan als ge wilt, een advertentie in de krant. En als ge trouwt, maak allereerst uw persoonsbewijs, uw boezemvriend  en trouwen metgezel, deelgenoot van dit blij gebeure. En zend dan kaarten rond aan collega's en kennissen.

Nieuwe Venlosche courant 30-10-1941


Vanaf 23 januari 1942 krijgen de joden een grote letter J op weerskanten van hun persoonsbewijs gestempeld. Joden die al een persoonsbewijs hebben moeten zich opnieuw melden. Het algemene bevolkingsregister wordt uitgekamd op zoek naar ‘joods klinkende namen' om te controleren of er misschien toch nog joden niet apart geregistreerd staan. Op 3 mei 1942 zouden ze verplicht worden tot het dragen van de Jodenster. De strategie om in fasen deze bevolkingsgroep eerst systematisch te identificeren en vervolgens te isoleren en goed herkenbaar te maken is een uitgekookte manier om zich op grondige wijze te ontdoen van deze door het regiem ongewenste personen zonder noemenswaardige maatschappelijke protesten op te roepen.


Persoonsbewijzen van inwoners uit de gemeente Bergen.


 

Persoonsbewijzen WO II

Nieuwe Venlosche courant 18-07-1942


 

Persoonsbewijzen WO II

Nieuwe Venlosche courant 02-09-1943


 

Persoonsbewijzen WO II

31-12-1941


De Nederlandse regering in Londen besloot in september 1944 de persoonsbewijzen na de bevrijding vooralsnog te handhaven. Iedereen die niet in het bezit was van een (geldig) persoonsbewijs en iedereen die een stempel J in zijn persoonsbewijs had, moest een nieuw 'Voorlopig Persoonsbewijs' aanvragen. Deze regeling van de identificatieplicht is pas op 1 februari 1951 officieel ingetrokken. Daarna volgden de reisdocumenten die vergelijkbaar zijn met het huidige Nederlands paspoort.