Wellerlooi
Sinds 18-12-1894 een zelfstandige parochie.
Letterlijke betekenis: bos van Well.
Looi - Loy - Looy betekent ven of moerassige grond, terwijl Loo een open plek in het bos of een hoogte temidden van een waterplas betekent. Die verklaring is in dit dorp allemaal van toepassing. Het Loo en Looi van Well - Wellerloo - Wellerloy - de Loy - de Looi is dus later Wellerlooi geworden.
Wellero, het latere Wellerlooi?
In zijn boek 'Well en Wee' blz.57 schrijft historicus pastoor Theo Driessen: In oorkonden van Xanten vonden wij Wellerlooi al vermeld in het jaar 1163 onder de naam Wellero. Daar lag toen een halve hoeve, waarvan de opbrengst gebruikt werd voor het houden van een jaarlijkse plechtige gedachtenisviering in de dom van Xanten voor Gravin Ida van Kleef. De gravin was een dochter van Godfried van Lotharingen en de moeder van graaf Dirk van Kleef. Al in de vijftiende eeuw had Wellerlooi een eigen kapel.
De beschrijving uit het jaar 1163 over Wellero is ook te vinden op bovenstaande detail uit het boek 'Die memorien des Stiftes Xanten'. Het is (tot nu toe} echter geen sluitend bewijs dat hiermee ook werkelijk Wellerlooi bedoeld wordt. In een akte uit 1518 is sprake van "den hoff die lapschuijr geheeten inder heerlijckheijt van Wel in Welreloe gelegen".
Wellerlooi, van oorsprong een Wells buurtschap dat uitgroeide tot een gehucht, was in eigendom van de Heren van kasteel Well.
De Heerlijkheid Well reikte van Afferden tot Arcen. De heren van kasteel Well bezaten hier boerderijen, uitgestrekte landerijen, moerasgebied met vennen en bos. Ook jachtgebieden tot aan de Roode Beek. Het Wellsche Looi - de Wellsche Heide was uitgestrekt, één grote heidevlakte met hoge zandheuvels en men kon vanaf het Heerenven ver kijken tot waar nu de Droogstal ligt.
De Heerlijkheid Well omvatte: Well met het gehucht Wellerlooi (tot aan de Roode Beek) - Aijen - Bergen (tot aan Heukelom) en aan de overkant van de Maas een deel van Wanssum (de z.n. Wellsche driehoek) tot aan de Molenbeek. De Heerlijkheid Well ontstond in de elfde eeuw. De Heerlijkheidsrechten van Well staan schriftelijk al vermeld in het jaar 1320.
Well was een vrije Heerlijkheid of bannerheerlijkheid, met grotere eigen bevoegdheden dan een gewone heerlijkheid. Zo moesten ook de inwoners van Aijen b.v. verplicht hun graan laten malen bij de molen die eigendom was van de kasteelheer van Well. Hij bezat ook onder andere het tol- vis- jacht- kooiker- vee- markt- munt- veerrecht in de Maas en nog andere rechten.
In 1810 woonden er landbouwers en dagloners in 31 boerderijen en boerderijtjes. In 1820 waren er in dit Wellsche gehucht 32 en 253 inwoners. In 1890 gegroeid tot ca. 320 inwoners met 60 boerderijen en huizen. Behalve de landbouwers en dagloners waren er rond 1900 een enkele herbergier - kleermaker - klompenmaker en twee wegwerkers.
Kaart uit 1894. Toen er in de Looij een kerk gebouwd was werd Wellerlooi een rectoraat en op 18-12-1894 verheven tot een zelfstandige parochie. Wellerlooi grensde vanaf toen langs de Rijksweg van de Roobeek tot aan de beek ten zuiden van het woonhuis Baltissen in het Knikkerdorp.
MIEN DÖRP
Ik wieët ’n plek ien ’t Limburgs lànd
Zö schon, zö blie, zö riek,
Ze viel zoeëmar uut God zien hànd
Pats….Ien ’t aardse sliek
Daoruut is toen mien dörp gegruijd,
Mit veld en bos en hei
Wor ien de Mei den bloesem bluijt
En ’t kalf dànst ien de wei.
De mèrel flöt zien lied ien ’t hòlt
De zon zingt ien de lôcht
En makt van ’t kòre zuver gòld
Is ’t woonder dat ik dôcht:
Limburg dörp ‘k zal ow noeëit en noeëit vergète
Wat ’t harde lève meej ok dreigt en duut,
‘k Heb te lang tussen ow bliedschap ien gezète
‘k Hald van mien dörpke, jao tot ik mien oeëge sluut.
Oons kerk is ècht gen kathedraal
Mit bràndend glas ien loeëd,
En toch sprikt ze eur eigen taal
Ien vreugde of ien noeëd
Oons mansvolk lacht zich gèr de kop
Van zörg en reempels glad,
En dreenkt er liefst en dröpke op
As ’t klappen het gehad
De vrow is ien ’t gezin zö rein
Het hart….de rechterhànd
En zingt, as ’t mot, mien klein refrein
Ok ien ’t vremde lànd:
Limburg dörp ‘k zal ow noeëit en noeëit vergète
Wat ’t harde lève meej ok dreigt en duut,
‘k Heb te lang tussen ow bliedschap ien gezète
‘k Hald van mien dörpke, jao tot ik mien oeëge sluut.
En bin ik ieënmal gries en àld
Te muuj um nog te goan,
Dan kom ik bang en klein en kàld
Vur Pieëtrus port te staon.
Heej zuut meej en ie lacht:
Kom binnen jông, ziet welkom hier,
Ik haj ow al verwàcht.
Dan spring ik bliej den hemel ien
Mit ing’le blauw en blaank
En zing veur ’t lèst
Dat dörpke mien
Dit wieske nog tot daank:
Limburg dörp ‘k zal ow noeëit en noeëit vergète
Wat ’t harde lève meej ok dreigt en duut,
‘k Heb te lang tussen ow bliedschap ien gezète
'k Hald van mien dörpke, jao tot ik mien oeëge sluut.
Vic Timmermans (1910-1976)
06-03-1886. De steenbakkerij van de gebroeders Hermans lag aan de Maas op de grens van Wellerlooi en Well bij de familie Baltissen in het Knikkerdorp.
.
In de zestiende eeuw bestond in het Loo van Well de St. Catharina kapel. In 1550 was "heer Dirrick kapelaan in 't Loo" en er werd geregeld op zondag een mis gelezen en op de feestdag van de H. Catharina was er de vroegmis en de hoogmis met preek. Deze kapel werd in de tachtig jarige oorlog verwoest en ca.1630 door de Wellse pastoor Johannes Verheyden gerestaureerd. Op 05-02-1889 werd de nieuwe kerk ingezegend door Deken Andreas van Soest. De kapel die kort bij de huidige Rijksweg lag werd in 1889 afgebroken en het puin werd gebruikt als fundering voor de kerkhofmuur. In 1917 werd op de plek waar het altaar zich bevonden had door pastoor Wierts het Antonius kapelletje gebouwd.
Het heeft veel voeten in de aarde gehad voordat hier een zelfstandige parochie kwam. Op vrijdag 24 juni 1892 was het zover. Die dag werd de Catharinakerk aan de Rijksweg ingewijd door Mgr. Fransiscus Boermans. De neo-gotische kerk was gebouwd volgens het model van de Sint Jozefkerk van de Smakt, die twee jaar eerder gebouwd was naar het ontwerp van architect Johannes Kayser. Wellerlooi was vanaf nu een rectoraat. Met instemming van de Deken Christianus Creemers, de Wellse pastoor Antonius Grubben, het kerkbestuur en de inwoners werd het rectoraat Wellerlooi gescheiden van de Wellse moederkerk en werd het gehucht Wellerlooi op 18-12-1894 verheven tot een zelfstandige parochie. De eerste pastoor werd Clemens August Gijsbert Otten, geboren te Heijen. Hij werd op 25-10-1894 benoemd tot pastoor-rector en op 29-01-1895 werd hij officieel als pastoor van de Catharinaparochie geïnstalleerd.
Honderd jaar later in 1994 werd dit gevierd met een dorpsfeest, inclusief een fototentoonstelling. Bij het feest t.g.v. het 100 jarig bestaan van de parochie werd een historisch boek uitgegeven met de titel "Wellerlooi oons dörp an de Maas" geschreven door Nelly Hermsen-Hermans. Ook bracht zij een videoband uit.
17-11-1894. Wellerlooi grensde kerkelijke vanaf 1894, toen het een zelfstandige parochie werd, van de Roobeek tot aan Baltissen in het huidige Knikkerdorp 10.
Venloosche courant 08-06-1905.
Het betreft hier Anna Maria Custers, op 30-04-1892 gehuwd met Petrus Valckx. Dit gezin woonde in Well en later in Wellerlooi op de Droogstal.
Venloosch nieuwsblad 23-11-1905
Venloosch Nieuwsblad 09-12-1905. Wellerlooi. Werd voor eenige dagen gemeld, dat alhier een Fanfaregezelschap zou worden opgericht, thans kunnen wij mededeelen, dat die oprichting een feit is geworden. Op initiatief van den heer Engelb. Hermans, werd voor twee weken eene vergadering belegd, waarin besloten werd tot de oprichting, indien ten minste de geldkwestie geen beletsel zou vormen. Er werd eene commissie gekozen, bestaand uit de heeren A. Hermans, Joh. Festen en Joh. Vaeghs, welke zich zou belasten met de zorg voor de financiën. Dat deze heeren zich met ijver en succes van die taak kweten, mag wel hieruit blijken, dat in minder dan twee dagen een kapitaal aan rentelooze aandeelen was ingeschreven, zoo groot, dat de oprichting der fanfare verzekerd was. Een woord van hulde en dank, aan die wakkere Commissieleden en aan de milde gevers, is hier zeker niet misplaatst.
Maandag j.l. werd opnieuw eene vergadering belegd, waarop zich 22 personen, als lid, lieten inschrijven. Bovendien werd overgegaan tot de vaststelling van een reglement en de keuze van een bestuur. Behalve den directeur, den heer Louis Timmermans, werden tot bestuursleden gekozen: Antoon Hermans (president), Martinus van Rjjswijck (secretaris), Johannes. Vaeghs (penningmeester), Johannes Festen, Engelbert Hermans en Jean Festen. Bovendien werden aan 't bestuur toegevoegd een geestelijke adviseur, de zeereerw. heer pastoor en een beschermheer, de weledele heer Eugène Haffmans. Nog werd besloten deze week met de repetities te beginnen. Ook zijn reeds onderhandelingen aangeknoopt met een paar firma's, om binnen een maand in het bezit te zijn van instrumenten. Dat de fanfare ’Nooit Gedacht' te Wellerlooi, groeie door eendracht, is onze hartewensch!
Kerk met pastorie aan de Rijksweg in 1909.
Vaandel voor fanfare 'Nooit Gedacht'
In januari 1911 heeft het bestuur aan de heer Leo Peters (Venlo - Kevelaer), atelier voor kunstschilderen, borduurwerk, drapeaux enz. de vervaardiging van een vaandel opgedragen.
vervolg tekst: Onvergetelijk-schoon vooral was het heerlijke lied, dat de Redenaar de natuur liet uitzingen, door gansch de wereld, ter eere van den hoogen Hemelkoning. Treffend de hulde, welke onder het vaandel gebracht werd aan onze-dierbare Koninginne en aan den grooten Duitschen Keizer. Het welslagen van 't feest dankt „Nooit Gedacht" voor een groot deel aan de medewerking van zijn energieken pastoor. Als blijk van waardeering schonk het bestuur der Fanfare dan ook aan den Zeereerw. heer pastoor Wierts een schoone medaille, als blijvende berinnering aan dit feest. Na de inwijding van het vaandel trokken de verschillende gezelschappen naar de feestweide, waar de nummers van het programma beurtelings werden uitgevoerd. Van het begin af heerschte op het feestterrein een vroolijke stemming en groote gezelligheid. Jammer, dat deze ongeveer half zeven onderbroken werd door een fikse regenbui, welke vele der gezelschappen spoediger huiswaarts deed keeren. Zeer voldaan ziet „Nooit Gedacht" terug op zijn feest, niet betwijfelende of alle deelnemers hebben daarvan de aangenaamste herinneringen mee naar huisgenomen.
— In aansluiting met 't bovenstaande dient vermeld, dat door de inwoners van Wellerlooi circa f 100 geschonken werd voor het nieuwe vaandel. Een woord van hartelijken dank aan de milde gevers is hier zeker niet misplaatst. — Bij gelegenheid van 't festival alhier werd aan den Z.E. heer pastoor op diens Patroonsfeest een aubade gebracht door de Fanfare te Wellerlooi, het dubbelkwartet van Oirlo en de Harmonie van Broekhuizenvorst en Ooyen. Bij monde van de respectievelijke presidenten werden den geachten Jubilaris de beste gelukwenschen aangeboden, waarvoor deze hartelijk dankte.
Nieuwe Venloosche courant 01-07-1911.
Nieuwe Venlosche courant 02-05-1912
Wellerlooi. De Z.E. heer pastoor Wierts schrijft ons: Een blijde Meidag. Een zeldzaam feest te vieren- een trouwe borst te sieren. Wat wonder, dat er opgewekte vreugde is in gansch onze kleine parochie. Vijftig jaren van trouw plicht betrachten, van aanhankelijk dienen in één familie, met niet eindigende zorgen, met nooit afnemende toewijding, het geeft vooral in deze tijden, — waar het velen als een sproke klinkt uit lang voorbije dagen — aanspraak op oprechte bewondering, op algemeene waardeering, op hartelijke erkentelijkheid! Zóó werd het begrepen door de familie, die het zoo sporadisch geluk heeft zulk een schat van trouw te bezitten, door den pastoor, die er een eer in ziet op zulk een voorbeeld ter navolging in zijne Parochie te kunnen wijzen, door gansch het volk, dat erkennen moet, dat hier reden is, te over, tot algemeene hulde! En zoo werd deze eerste Meidag een schoone jubeldag!
Martinus Broekmans, de feestheld, is een 78-jarige, die na vijftig dienstjaren in ééne familie (veertig in een huis, bij de gebroeders. Vaeghs) nog frisch en krachtig, velen jongeren een benijdenswaardig voorbeeld, alle werk, voorkomend bij een groot landbouwbedrijf, steeds nog verricht, en er niet aan denkt eene toch wel verdiende rust te gaan nemen. Ware de bezitting zijn eigendom, niet trouwer kon hij er om zorgen; bracht ieder uur arbeid hem toeslag in loon, niet meer zou hij kunnen werken! Waarlijk, hij is van de verdwijnende soort! Niemand weet hier zijn voorganger te noemen, niemand vermoedt ook maar, dat hij een navolger zal vinden! Een eenig feestheld dus en een eenig feest ook.
Te negen uur werd de jubilaris, omgeven door de feestvierende familie Vaeghs, Seuren en eigen Broekmans bloedverwanten, door met vlaggetjes-wuivende schooljeugd, en feestspel gevend Fanfare-gezelschap, en bloemen strooiende vriendjes, onder de groene welving der feestelijk getooide laan, ter kerke geleid. De kerk, het huis zijner liefde, waar even stichtend is het voorbeeld zijner vroomheid, als groot de mate van zijn weldoen. Daar werd plechtige Dankmisse. met feestwoord en Te Deum, gehouden. Toen toog men ter Pastorie; en het was den Pastoor een ware vreugde, ten aanhoore van gansch het volk, den jubilaris te kunnen mededeelen: dat het Hare Majesteit de Koningin behaagd had, als erkenning van zijn trouwe plichtsbetrachting, als eerend loon tevens, hem toe te kennen de eeremedaille in brons, verbonden aan de orde van Oranje Nassau. Wel verdiend waarlijk en hoogelijk gewaardeerd! Toen feestelijk ontbijt ter pastorie en verdere viering bij de familie Vaeghs - Seuren, waar ook de Fanfare den gedecoreerde nog serenade bracht. Een blijde Meidag, een zeldzaam feest!
St. Annakapel, in 1663 gebouwd aan de Oude Dijk. Opdracht daartoe werd gegeven door de heer van Well ter gelegenheid van het huwelijk van Hendrik De Pas De Feuquières en Juliana van Limburg Stirum. Het jaartal wordt met metalen muurankers aangegeven. In 1885 werd het kapelletje verplaatst naar de huidige plaats, en het werd ook gecementeerd. Ook in 2009 werd de kapel nog een paar meter verplaatst omdat de dijk voor de N271 moest worden verhoogd. Het kapelletje staat aan de Rijksweg, rechts naast het adres Hamert 2.
Gedeelte van een artikel uit de Nieuwe Venlosche courant van 17-05-1913
De Hamert was van ouds een voornaam punt voor den Maashandel; het was een bekend vereenigingspunt aan de Maas en 't later ontworpen Geldersch Kanaal, waar alles gelost en geladen werd voor Twistede, Kevelaer en elders. Ook liep er de oude bedevaart weg langs van Noord Brabant naar Kevelaer. Wanneer de graaf de Pas en de Wellsche heeren hunne gronden bezochten werd daar gepleisterd, terwijl menige opgewekte jacht op zwart wild, op konijnen en waterwild van daar uitging. Toch hadden de gronden aldaar nog weinig waarde. Tot de verkoop van het Wellsche kasteel en de bijbehoorende eigendommen verandering bracht. Toen was inmiddels de ontginningskunst en de ontginningslust tot groote hoogte gestegen. Stonden vroeger pioniers als van Ophoven en anderen alleen in hun dankbaar vak en was menigeen niet geslaagd uit gebrek aan medewerking, de uitgestrekte moerassen en heidevelden kwamen na enkele wisselingen weer in handen van den groot-ontginner, den heer Maurits uit Düsseldorf. Deze zorgde voor afwatering, haalden de stoomploeg naar de streek en behandelde de gronden wetenschappelijk en naar behooren zooals vroeger bij het hooger gelegen huis meer gezien was geworden.
Dat de gronden geschikt waren en bij goede behandeling tiendubbele waarde konden krijgen, was reeds gebleken bij de ontginningen rondom de Eendenkooi te Well waar mej. Philomena van Ophoven uitnemende resultaten kreeg, ook bij den heer Gerber meer op den Hamert aan, om van anderen niet te spreken. Toen er eenmaal de krachtige hand aan geslagen was, veranderde het uitzicht der streek geheel: gronden waar slechts riet, heide en water was, leveren nu door groenbemesting, kalk en kunstmest, haver en rogge, krachtig, forsch en weelderig van wasdom. Er werden hoeven gebouwd, die met hun roode daken en groene vensters afwisseling en kleur brengen in de omgeving. En het land is effen en verbeidt zaad en oogst. De heer Maurits is sinds eenige jaren in de rij der Nederlandse ontginners getreden en heeft door zijne energie verdienstelijk werk gedaan. Zij, die in onze steden wonen en -over de Maas hun landbouwbedrijf hebben, weten niet dat er aan onze grenzen zoo hard gewerkt en gearbeid wordt om de eertijds woeste gronden in vruchtbaar bouwland om te zetten. Dergelijke pogingen, met een goeden uitslag bekroond, dienen verder bekend gemaakt te worden. Zij zijn een voorbeeld van krachtsontwikkeling, oordeelkundige toepassing van het geleerde in den landbouw en een aansporing voor kapitalisten, om het hunne in die richting te beproeven nu het nog tijd is.
vervolg van de tekst: Met landelijken zwier rankt tusschen dit alles op, het lieve kerkje en zijn kokette sierlijke torentje. Ik had het eenige jaren geleden gezien en heb er in den laatsten tijd zooveel goeds van gelezen en gehoord, dat ik met hooggespannen verwachting over het met roode tegels belegde kerkpad naar binnen ging. Ik heb verstomd gestaan! Welk een verandering! Wat een verschil voorheen en thans! Méér dan de kleeren den man, maken meubileering en stoffeering de kerk. Het geheel geeft een indruk van voorname soberheid, getuigt van den goeden smaak van hem die het opsierde. Niets wat de oogen hindert. Zelfs het onontbeerlijke, zooals de altijd blinkende kandelaars op het altaar of de dito koperen lampen op hun standerds, is tevens ornament in den goeden zin. Vooral het koor is een juweeltje; het prijkt thans in een voortdurend feestgewaad, dat door keus van kleur en fijnheid van lijn de rankheid der structuur verhoogt. En alles zóó kraakzindelijk, alles zóó in de puntjes, (tot zelfs in de sacristie, waar ik een bescheiden blik waagde), als men het alleen in zusterskapellen verwachten kan. De beelden „doen" ook zoo goed, geen gipswerk en echt gestileerd, gelijk alles het is in dit kerkje.
Van de vensterramen heb ik heel bijzonder genoten. Daar heeft de glasschilder Nicolas een spel van lichte kleuren op getooverd, dat een bekoring en een feest voor de oogen is. De lieve heiligen, wier beelden twee aan twee zich reien in ieder raam, zullen van uit den hemel tevreden neerzien op dit werk; de H. Gregorius en de H. Cecilia, die minnaren der kunst, hooren thuis in deze omgeving. De namen der edele gevers en geefsters, voor het meerendeel welbekende en klinkende Looische namen, getuigen van de edelmoedigheid der Looische parochianen en van hun liefde voor hun kerk; laat mij hier alleen noemen (en aan de vergetelheid ontrukken!) „pia ignota" die haar raam schonk „in parentum memoria.
" Ik voelde behoefte eens te zeggen aan een oud vrouwtje, hoe mooi ik alles vond. — „Wel moedertje wat hebben jullie hier in de Looi een prachtig kerkje I" — „Jó meneer dat magde wel zegge! gót er zo nog is èn züüke hier ien de bürt; onze pestoor hät er alle eer van. De ververéj van et koor, de geschilderde ramen ien de kerk en ien de doopvont, dat is allemól van de lèèste maand, 't is en arigheid zo vlot as alles is gegaon. Ge mót wieëte dat meneer pestoor ien de goei wèèk vief en twintig joargèstelik was, dat is dan zoveul as de zillevre brulft en dat hät ie toen allemól present gekrege behalve dat ie zelf ók nog es ien zien tès gevüüld hèt."
— „Zoo moeder! dan is er zeker flink feest gevierd in de Looi?" —„Néje néte, gaar nle | feestelikkêje mit kräns en zöwat is ter nie gewèst en van de famfaar wáj meneer pestoor ók gaar niks héure. Mèr gekrege hät ie zat, ók vör den huushald, zillevere lèèpelkes, glaas, enne stok mlt enne zillevere kruk en ik wieët nie al wat. Den heer hät véul goei kennisse en van alle kante zien ze gekomme. De roi vlag h&t dees daag duk an den boom gehange, siet, dan hilt de tram vör de pasterèj stil, jaa, jaa,Kaatje hät et druk gehad, Kaatje dat is zoveul as de hüshelster, die is ook al èève béj de hand as den heer; mer de kerk dor hiel ie toch et meiste an en gebèjd hebbe ze ok véul vör um."
— „Dat is mooi, moedertje, echt mooi." — „Ja! mar we hebben ok enne schonnen heer an um; ge ként um zeker wel; Wierts hiet ie; van de wèèk stond ie nog afgepotografird ien den iellustrassie; enne staatsen heer is et! Héj zingt schon, héj prèkt schon en op hoog daag, motte um rnèèj op den ölleger héure spéule! dér! ik krieg ter duk de troane van ien de ooge. Ik bin bang dat we um nie lang mèr hier ien de Loj haalde; as ie dat mankement nie an de been haj, dan worre we um al lang kwiet gewèst."
Toen ik aan de deur van het gezellige vrouwtje afscheid nam, wees ze mij op een nog versch gedolven graf: „Dor lit Broekmans begraave, zei ze, dat was ók enne groote vriend van meneer pestoor; et was enne stille heilege; zo viende ze tèggeworrig nie mèr. Jómmer dat ie de zillevere brulf van onzen heer nie mer häi magge belève;
pestoor zal um nog duk misse ien de kerk en ók in zien hüs; noa de hommis gink ie altied èèfkes nór de pasteréj. Enne gestudlerde mins was 't nie, héj is meer as vieftig joar béj Vaeghs knecht gewèst en haj de bronze medallie van de Keunegin gekreege; mèr 't was èn plezier en èn arigheid, um nor um te lüstere. Goej maniere haj ie en zien Evangellie kos ie van büte. Dor lit ie nou, och erm, mèr zien ziel is ien den hemel: 't was ók enne groote weldoener van de kerk en béj zien begraffenis hät meneer pestoor um ók alle eer aangedoan, ik heb te minste nog nooit zovéul licht ien de kerk gezien, zo ald as ik bin."
Dankbaar voor het gehoorde en het geziene ging ik bij Kobus van Aerssen den tram afwachten. De Looi mag trotsch zijn op haar kerk en haar jubileerenden pastoor; maar ook omgekeerd mag pastoor Wierts trotsch zijn op de Looische parochianen. Ad multos! jubilaris.
Nieuwe Venlosche courant 27-04-1915.
Hannes Lomme uit de Hoenderstraat in Well was postbode / brievengaarder vanaf mei 1907. De post bracht hij vanuit Well naar Wellerlooi. In 1919 opende hij in Wellerlooi het hulppostkantoor aan huis, de poststukken moest Hannes eerst in Well halen. In 1920 kwam er telefoon-telegraafdienst bij en in 1924 werd het uitgebreid met telegrambestelling vanuit Well.
Maria Poell *Meerlo 28-11-1887 †St. Anthonis 04-05-1964 Gehuwd in Meerlo op 02-06-1917 met Johannes Wilhelmus Lomme *Well 27-03-1885 †St. Anthonis 09-08-1980.
1922. Hannes Lomme en zijn echtgente Maria Poell met hun kinderen bij hun nieuwe huis annex postkantoor aan de Rijksweg. Ze kregen 4 kinderen in Wellerlooi 1918-1920-1921-1923. Het oudste dochtertje stierf na 1 dag op 04-07-1918.
Hannes Lomme *Well 27-03-1885 †St. Anthonis 09-08-1980. Hij trouwde in Meerlo op 02-06-1917 met Maria Poell en was Post & Telegraaf beambte vanaf 1907 in Well en Wellerlooi. Vanaf juni 1924 in St. Anthonis en kregen nog 2 kinderen, in 1926 en 1928. Hier was hij o.a. voorzitter van de vereniging 'Postmannen uit het land van Cuijk'.
In de krant van 26-05-1924 werd zijn overplaatsing naar St. Anthonis aangekondigd. Herman Mathieu Valckx volgde hem op en ging toen met zijn gezin in het huis wonen aan de Rijksweg-Zuid 15. Hij was 24-06-1920 in Bergen getrouwd met Maria Wilhelmina Jozefina Piron uit Siebengewald.
Ontginning Gerber in augustus 1919. Tijdens zijn studie in Wageningen liep Wellenaar Leo Peters stage bij de ontginning Gerber aan de Duitse grens bij Twisteden / Wellerlooi.
Rond 1905 begon Frits Gerber uit Twisteden (Dld.) met de ontginning van het gebied rond het 'Wellsche Mehr'. In 1922 verkocht hij zijn bedrijf aan Philomena van Ophoven uit Mill, dochter van een ontginner aldaar. Na haar overlijden in 1942 zette haar zuster Bertha het bedrijf voort. Als gevolg van de oorlogsomstandigheden werd de exploitatie in het najaar van 1944 gestaakt. De grond bleef braak liggen, vooral ook omdat de waterafvoer onklaar was geraakt en omdat men bang was dat er mijnen in het terrein zouden liggen. De gebouwen werden verkocht aan de gemeente Bergen.
In 1933 trok de succesvolle ontginning in Well de aandacht van Wiel Driessen, voorzitter van De Jonge Tuinders in Venlo. Er werd een excursie gemaakt, maar de animo bij de leden om hier iets te gaan doen was gering. Tien jaar later nam G. Seelen uit Venlo het plan weer op en nu met meer succes. Er werd een commissie gevormd, bestaande uit leden van De Jonge Tuinders uit Venlo, de Venlose Veilingvereniging en rijkstuinbouwconsulent Van de Kroft. In overleg met de gemeente Bergen kwam men tot een verdeling van het gebied; voor de tuinbouw werd 65 ha. uitgetrokken, voor bedrijven van 2 tot 5 ha. Ook kwamen er drie landbouwbedrijven en de resterende grond kwam ter beschikking van bedrijven uit Wellerlooi zelf. Begin 1947 vestigden zich de eerste pioniers aan de Venweg in nissenhutten of kippenkooien; er was geen electriciteit, geen waterleiding en geen gas! Later werden hier woningen bijgebouwd en gingen de nissenhutten dienst doen als schuur en stal. Op zaterdag 23 augustus 1947 werd het Tuindorp ingezegend in aanwezigheid van allerlei autoriteiten uit tuinbouwkringen, de gemeente en plaatselijke organisaties.
Uit Provinciaal verslag 1882: Aanvraag voor een school in Wellerlooi.
De Wellerlooise school met woning voor de hoofdmeester werd gebouwd door de laagste inschrijver: Johannes Ponjee uit Aijen. Hij vroeg bij de aanbesteding in 1902 een bedrag van ƒ 9.199,-
De kinderen gingen eerder in Well naar school, tenminste met goed weer. In de winter werden ze thuis gehouden, want het was ver lopen naar de kom van Well. Van de Hamert bij Roobeek af wel ca. anderhalf uur. In ca.1870 liepen 51 kinderen uit dit buurtschap de lange weg naar school en terug. Dit werden er steeds minder in de loop van de jaren. Het was gewoon te ver. De Looise gemeenschap wilde daarom een school die dichterbij lag. Vanaf de eerste aanvraag in 1881 heeft het nog ruim 20 jaar geduurd voordat Wellerlooi een eigen school zou krijgen.
Na vele verzoeken door ouders, onderwijzers en de geestelijkheid werd op 1 januari 1903 eindelijk de school geopend en konden de kinderen dichterbij les krijgen. Het eerste schoolhoofd had die dag zijn betrekking aanvaard. Dat was Martinus van Rijswijck, voorheen werkzaam in Venray. Van 01-01-1903 tot 01-06-1936 was hij hoofd van de Catharina school.
Op 31-12-1920 gingen alle leerlingen en de twee leraren op de foto. Links staat de 21 jarige Wellse onderwijzer Wim Koppers, slagerszoon uit de Grotestraat. Hij werkte van 1920 tot 1924 aan de school in Wellerlooi.
3 juli 1925.
De Wellerlooise schoolkinderen met juffrouw Franssen - de Wellenaar meester Pieter Jan Hubert Kwanten en rechts hoofdmeester van Rijswijck. Alle namen zijn bij 'Archief de Loi' bekend.
Nieuwe Venlosche courant 30-07-1929.
In april 1929 was er een verzoek aan de gemeenteraad van het R. K. Kerkbestuur te Wellerlooi om tegen september a.s. overname van de openbare school; dus weer omzetting van openbare in bijzondere school. Er zal een kleine verbouwing zal moeten plaats hebben en een overdekte speelplaats moet worden bijgemaakt. Het verzoek werd goedgekeurd. Op 01-10-1929 werd de school overgedragen aan het kerkbestuur.
Bernardus Joseph Lodewijk van Aerssen molenaar *Bergen 12-01-1827 †09-10-1897 Gehuwd in Bergen 15-05-1863 met Joanna Verhofstad *Wanssum 13-07-1834 †Well 16-01-1902.
Venloosch weekblad 03-03-1888.
Zoon Jacobus Gabriel Kobus van Aerssen *Well 27-02-1873 trouwde in Bergen op 07-04-1902 met Maria Elisabeth Beth Fleuren *Well 26-02-1876
Samen hebben Kobus en Beth het café - bakkerij en winkel van Aerssen voortgezet. Het brood werd gebakken in het witte huisje naast de woning. Het broodmengen gebeurde met paardenkracht. Achter de bakkerij liep een paard in de z.g. deegmolen. Door het paard rondjes te laten lopen werd de deegmachine in werking gezet.
Bierhuis Winkelier Bakker staat boven de voordeur aangegeven op de ansicht van begin 1900. Hier was vanaf 31 mei 1913 de Wellerlooise tramhalte van de MBS. Het pand ligt aan de Rijksweg-Zuid 14.
Ca.1935, staand: Wim Fleuren en Drika Swemers uit het Wellse Knikkerdorp die zich over Beth ontfermde. Zittend Mina Achten-Bol en Beth van Aerssen-Fleuren.
Na het overlijden van Kobus op 04-03-1934 ging neef Wim Fleuren als hulp bij Beth wonen. Ook Mina Bol werkte in het café. Mina Bol was de vrouw van Sjang Achten, ze trouwde voor de tweede keer met Grad van de Schoester (Gerrits). Beth stierf op 29-05-1939, ze was 63 jaar. De zaak was al voor haar dood verkocht aan haar broer Grad Fleuren (de smid van de Looierweg).De bakkerij werd verhuurd als woning. Bewoners hiervan waren na 1939 Mina en Sjang Achten-Bol, de bakoven zat er toen nog in. Daarna Nöl en To Fleuren-Claes van 1948 tot 1953. Zij verbouwden veel en de oven ging eruit. Daarna Jan en Truus Derks-Fleuren van 1953 tot 1958. Weer later kocht Michel Hermans de woning maar ging er uiteindelijk niet wonen.
v.l.n.r. staand: Truus Fleuren - haar zus Leen - vader Grad Fleuren en zoon Nöl Fleuren.
Zittend: De vriend van Leen: Toon Hermans - Wim Mulders en smid Jan Fleuren.
Grad Fleuren, de broer van Beth had het pand gekocht en de dochters Leen, Truus en Lies zorgden beurtelings voor het café.
De smederij van Grad Fleuren aan de Looierweg werd de timmerwerkplaats van zoon Nöl. Grad verhuisde de smidse naar de achterkant van het café, waar zoon Jan als smid ging werken. Het werd vanaf toen café 'de Smid'. Omdat Jan nog ongetrouwd was ging dochter Leen mee, voor de huishouding en ze hielp ook mee in het café. Dochters Lies *1925 en Truus *1927 waren toen nog kinderen. Toen ze groter werden gingen zij ook meehelpen als dat nodig was.
Na het huwelijk van Jan (de smid) met An Hendrix (de juf) gingen dit echtpaar hier wonen, hielden de smederij annex winkel met o.a. fietsen verkoop en huishoudelijke artikelen. Ook runden ze café 'de Smid' op het huidige adres Rijksweg - Zuid 14.
v.l.n.r. Broer Keijsers - Toon Arts *1923 - Joep Arts *1928 - Ger Hagens (zoon van Sjeng) en Wim Cornelissen.
ca.1935. Bij het oude voetbalveld zitten in september de jongetjes op de boom van de zweefmolen te wachten totdat het opbouwen van de jaarlijkse kermis begint.
Martinus Cornelissen *Well 31-12-1897 †Venlo 26-03-1969 Bijnaam: Daonen Tinus. Hij was in Duitsland getrouwd met Maria Peters.Zijn vrouw noemde men in Wellerlooi 'Moet van d'n Daon'.
Zoon van Andreas Johannes Cornelissen (Bijnaam: Daone Dries) *Cuijk 06-05-1859 †Well 07-07-1929 en Alberdina Huebers *Montfort 15-02-1862 †09-04-1926
Kleinzoon van Peeter Cornelissen (dagloner) *Beers 24-07-1832 †Cuijk (Wijk C) 07-07-1879 Gehuwd op 20-07-1858 met Petronella Gijsbers (dagloonster) *Linden 21-02-1834 †Cuijk (Wijk C) 02-06-1893.
Achterkleinzoon van Andries Cornelissen en Antonetta Arts
Achterkleinzoon van Jan Gijsbers en Erdina Barten.
Het echtpaar Dries Cornelissen-Huebers had in totaal 18 kinderen en de jongste kreeg dan ook de bijnaam Grad d'n achttiende. Zeven kinderen stierven al jong. Ook moeder Dien stierf toen de kleinste kinderen nog maar 13-14 jaar waren. Het gezin woonde aan de Rijksweg in de Bosserheide.
Tinus was een broer van An Hebben - Cornelissen van Coba Roeffen - Cornelissen van Jan Cornelissen en van Piet Cornelissen
Martinus van Rijswijck werd in 1936 opgevolgd door Vic Timmermans.
Deze 26 jarige, in Wanssum geboren onderwijzer, werd daarmee het jongste schoolhoofd van Nederland. Men noemde hem de "Groeëte Meister". Ook stortte Timmermans zich met hart en ziel in het sociale dorpsleven. Hij was medeoprichter, bestuurslid en promotor van o.a. voetbalclub RESIA, CV de Kuluut, de bejaardenvereniging, het Groene Kruis, Zang en Zoenlust (later Unisono), organist en dirigent van het kerkkoor. Na WOII schreef hij wekelijks "de KNAL", een dorpsblaadje voor de Wellerlooise soldaten in Nederland Indië. In 1951 werd in de Kruisstraat de bewaarschool in gebruik genomen. Mede door zijn groot aandeel werd in 1964 het huidige schoolgebouw aan de Catharinastraat geopend. Na 38 jaar moest meester Timmermans wegens gezondheidredenen stoppen met werken, niet veel later stierf hij op 66 jarige leeftijd.
v.l.n.r. Meester Piet Jacobs - juffrouw Bernarda van Aerssen en het nieuwe hoofd van de Catharinaschool meester Vic Timmermans.
Gouden echtvereniging Wellerlooi
Limburger koerier 05-05-1936.
Johannes van de Loo *Well 06-11-1854 †Wellerlooi 30-05-1941 Gehuwd in Bergen op 03-05-1886 met Johanna Petronella Martens *Well 08-06-1859 †Wellerlooi 01-09-1939
Nieuwe Venlosche courant 13-08-1936
In 1935 liet Toon zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Naast de fietsenzaak begon hij met taxirijden en vrachtwagenvervoer.
Op 21-11-1938 trouwde Nel van Vegchel uit Well met Antoon Gerrits. Stieneke van Vegchel ging veel naar haar zus in Wellerlooi en leerde zodoende haar latere Wellerlooise echtgenoot Jan Wijnhoven kennen.
(Antonius Gerardus) Antoon Gerrits *Well 09-03-1912 †Wellerlooi 30-03-1971.
Zoon van Cornelis Gerrits*Groesbeek 27-04-1858 † Wellerlooi 15-12-1940 Gehuwd 23-04-1900 met Huberdina Gertruda Nillesen *Well 19-03-1870 †Wellerlooi 30-11-1950
(Petronella Hendrika) Nel van Vegchel *Well 25-08-1912 †Wellerlooi 05-08-2003
Dochter van Gerardus van Vegchel (dienstknecht) *Holthees 20-10-1870 †Well 05-06-1954. Gehuwd 24-04-1899 met Johanna Gertrudis Truuj Lomme *Wanssum 13-11-1876 †Well 10-06-1965
In 1936 kwam de schoolfotograaf. Dit zijn de zusjes Truus en Lies Fleuren, dochters van Grad en Nel Fleuren - Bergmans.
Truus *26-09-1927 en Lies *24-09-1925
Gezin Grad en Nel Fleuren-Bergmans t.g.v. de zilveren bruiloft in 1935. Grad was (hoef) smid en verkocht fornuizen, fietsen etc.
v.l.n.r. Leen - Lies - Jacob - vader Grad - Jan - Lei - Nöl - moeder Nel - Herman - Truus en Han.
In april 1941 trouwden Wellenaar Thom Vink en Martha Hermans uit Wellerlooi in de Catharinakerk te Wellerlooi. Geheel rechts het bruidspaar. De stoet is zojuist bij Vink in Well aangekomen waar het bruiloftsfeest werd gevierd.
Het bruidspaar ging in het ouderlijk huis van Thom wonen en kreeg twee kinderen: Joke en Jos.
Thomas Johannes Vink *Vortum Mullem 21-12-1907 †20-05-1990.
Martha Mechtildis Maria Elisabeth Hermans *Wellerlooi 30-01-1909 †Venray 07-12-1980. Zij woonde op de 'Lenskenshof' en was het 4e kind van Hermans-Vermaten.
Anneke Hendriks uit Wellerlooi kwam in 1941 bij Thom en Martha in dienst en werd in Well al gauw Anneke Vink genoemd en voor de familie Vink heette ze 'oons An'. Zij trouwde 26-11-1963 met Wellenaar Harrie Verrijdt.
52 jaren heeft de Wellerlooise gemeenschap gebruik kunnen maken van deze kerk. Op 06-12-1944 werd ze door de Engelsen gebombardeerd omdat er Duitsers in zaten en de toren als uitkijkpost gebruikten. Links op de foto staat het Antonius kapelletje uit 1917, dat nagenoeg onbeschadigd is gebleven. Er werden plannen gemaakt voor nieuwbouw van een kerk. Sjang Göbbels uit Well schonk aan de parochie Wellerlooi een perceel grond van ruim 1 hectare voor de bouw van een nieuwe Catharinakerk.
Op 02-09-1952 werd de bouw aanbesteed, de eerste steenlegging volgde op 17-03-1953. De plechtige inzegening was op 19-12-1953 door deken Janssen uit Gennep.
Massagraf gevonden in 1946 op de Hamert.
Mina Broekmans was getrouwd met Thei Camps. Mina Huberta *Well 24-10-1878. Johannes Theodorus *Well 15-03-1874. Dit echtpaar had vier kinderen in leven: Mina (1906) - Dora (1908) - Marie (1909) en Frans (1911).
Zie ook familie Broekmans-Kessels uit het Knikkerdorp.
Voordat men in oktober 1952 met het grondwerk van de nieuwe kerk begon werd op dat perceel asperge gestoken door Frans Camps, die met zijn vrouw Leen Reynders en gezin tegenover woonde op het huidige adres Catharinastraat 27.
02-02-1953: Jonge Garde 'Maria Goretti'.
v.l.n.r.Boven: Mia Hagens - Betsie Toekook - Marianne Timmermans.
Rij 2: Mariet Laarakker - Nel Martens - Riet Bouten - Mientje Cornelissen - Mia van Rhee - Carry Seelen - Nelly Elbers en Nelly Achten
Onderaan: Diny Hagens - Zus Hagens - Annie Simons - Toos Jacobs.
JONGE GARDE. De Wellerlooise 'Maria Goretti - garde' tijdens een van de Wimpelfeesten op kasteel Well.
WELL, 15 Mei 1955.
De Jonge Garde Noord-Limburg heeft Zondag op het kasteel Well haar wimpelfeest gehouden. Na de H. Mis, opgedragen door diocesaan aalmoezenier Meys werd in de kasteelgarde de vlag gehesen en volgde een Mariahulde, bestaande uit zang en voordracht. Elke groep had een zelf vervaardigde Meiboom meegebracht, die rond een grote Meiboom midden op het veld werden geplaatst. ledere groep danste en zong rond de eigen Meiboom en een van deze dansen was de wimpelfeestdans. Na de picknick, door de groepen zelf bereid, arriveerde per boot in de kasteelgracht de Meikoningin, waarna met deze koningin als middelpunt weer gedanst en gezongen werd. Volksspelen volgden en de hulde aan de koningin werd besloten met een gekostumeerd défilé, waarna de koningin de gardisten toesprak en uiteenzette, dat ze voor ieder een aardige verrassing had, die men echter zelf moest zoeken. Op het fluitsignaal stormden de gardisten toen alle kanten uit. De beloofde verrassing bleek te bestaan uit een mandje eieren voor iedere groep en een zakdoekje voor elke gardiste. Uiteindelijk werd de wimpel voor 1955 toegekend aan de Bernadette-groep uit Hegelsom met 84,5 pt. Een onderscheiding kregen: de Maria-Goretti-garde uit Wellerlooi, tweede ere-onderscheiding Maria-Goretti-garde uit Wanssum, derde ere-onderscheiding Jonge Garde, Horst, vierde ere-onderscheiding Jonge Garde, Blitterswijck, vijfde Theresia-Bernadette-garde Wanssum, zesde Theresia-garde Veulen, zevende garde Grubbenvorst. Verder kregen nog een onderscheiding de Maria-Goretti-garde van Swolgen de Bernadette-garde van Swolgen de Bernadette-garde van Hout Blerick, de Caecilia-garde van Melderslo, de Maria-Goretti-garde van Maasbree. De groep Wanssum kreeg nog een herinnering voor de behaalde wisselvlag vorig jaar. Hierna werd de wimpeldag besloten door de leidster die o.a. zei, dat de leuze: “samen feest, dubbel feest”, werkelijkheid was geworden. De aalmoezenier gaf de meisjes nog een goede raad mee naar huis.
Begin jaren '50. Nel Ripkens en de kleine Piet Fleuren. (Piet van de smid).
De Wellse Nel Ripkens werkte bij de familie Jan Fleuren en leerde zodoende haar latere man Joep Arts kennen. Haar zus Gien trouwde dezelfde dag met Toon Arts, de broer van Joep. Beide echtparen gingen in de Sterrenbos wonen.
Twee Wellerlooise broers trouwen met twee Wellse zussen in 1957. Toon - Gien Arts Ripkens en Joep - Nel Arts Ripkens.
De Loeëziepin van de Loi.
Joep repareerde klokken en horloges in de daarvoor ingerichte voorkamer thuis op de boerderij van zijn ouders.
Nadat hij getrouwd was met de Zeeuwse Martha Moorthamer hadden ze een winkel in goud- en zilverwerk en klokken. Het paar bleef kinderloos. Ze woonden destijds tegenover Hagens Transport, op het huidige adres Kruisstraat 43.
Na de dood van haar man ging Martha weer in de provincie Zeeland wonen.
Martha Elisabeth Moorthamer *Hontenisse 29-04-1910 †Hulst 06-01-1983. Josef Johannes Hermans *Wellerlooi 23-07-1914 † Wellerlooi 21-06-1972
Zijn zus Martha Hermans was met Wellenaar Thom Vink getrouwd en runden café - restaurant Vink in de Sterrenbos.
Joep Hermans adverteerde in het programmaboekje van de Wellse Land- en Tuinbouwtentoonstelling van september 1947.
Adverdeerders 1949 en 1958 in Wellse programmaboekjes
v.l.n.r. Jantje Derks - Nöl Fleuren - Wim Mulders - Lei Fleuren - Piet Litjens - Toon Guelen - Lat Mulders en Frits Hendriks. Vooraan: Ben Fleuren - Wim van Alphen en Jan Fleuren
Op een veld bij Thijssen (Tummer Drik) aan de Rijksweg werd gevoetbald door de in 1942 opgerichtte club R.E.S.I.A.- Rooms En Sportief In Alles. Naderhand kwam het voetbalveld achter café de Smid te liggen. In de oorlog mocht de club niet onder deze naam aantreden en ging als Walaria A1 de competitie in. Zie ook: Wellerlooise voetballers bij ERICA
Bruidspaar Frans en Annie Jacobs - Zegers.
Frans *Wellerlooi 22-11-1920 † Venlo 09-11-1989.
Annie *Well 09-09-1925 †Venlo 22-07-2010. Zij was afkomstig van hoeve de Ennenberg op de Kamp in Well. Frans was buschauffeur bij de Zuid-Ooster. Het gezin woonde op Schaak 2.
De nieuwe kleuterschool in de Kruisstraat.
Naast de oude Boerenbond op de hoek Catharinastraat / Kruisstraat werd met de vergunning van een naoorlogse herbouwplicht en vrijwilligerswerk de bewaarschool gebouwd met twee lokalen. Kosten: ƒ23.000,- In 1951 werd de school in gebruik genomen. Er waren twee lokalen en de eerste kleuterjuf was Tonia Thijssen.
De kleuterschool in ca. 1970 op de foto gezet door Theo Laarakker.
Na ca. twintig jaar voldeed deze school niet meer aan de eisen en in de gemeenteraadsvergadering van 10-04-1973 werd groen licht gegeven voor een nieuw te bouwen kleuterschool achter de basisschool. De gemeente Bergen stelde ƒ373.000,- beschikbaar voor een gebouw met twee klaslokalen en een speellokaal. Op 01-05-1974 werd "t Eiketske" in gebruik genomen. Deze kleuterschool bleef in gebruik tot juli 1992.
Woning van de familie Timmermans-Bors op de hoek Rijksweg Zuid / Catharinastraat. De kamer links naast de voordeur was jarenlang verhuurd aan wijkzuster Riet Tonk. Geheel links van dit perceel is de lagere school met de grote speelplaats.
Maria Johanna Tonk *Huissen 03-11-1921 †Groesbeek 21-07-1969.
Dochter van Toon Tonk (groenten & fruitteler - wethouder) *Huissen 30-04-1884 †Arnhem 31-12-1970. Gehuwd 25-10-1910 met Hanne Meeuwsen *Huissen 30-09-1886 †Huissen 25-02-1925. Adres: Bloemstraat E 170 te Huissen.
Riet Tonk was wijkzuster in Well / Wellerlooi. In Well kwam ze alleen bij de gezinnen aan de oostzijde van de Rijksweg. Ze had een kamer gehuurd bij de fam. Vic Timmermans. Later heeft ze nog korte tijd in het nieuwe Groene Kruisgebouw aan het kerkplein gewoond. Ze stierf 21-07-1969 op 47 jarige leeftijd aan een kwaadaardige tumor in het hoofd.
Deze foto werd in café het Centrum gemaakt in mei 1961 op de bruiloft van Marianne Timmermans en Jan Huberts. Het litteken van de operatie is duidelijk zichtbaar op haar voorhoofd.
Op Carnavalsmaandag, was er verkleed voetbal op het RESIA terrein achter café 'de Smid'. Geheel links meester Vic Timmermans, destijds vorst van de Kuluut. Hij fungeerde als scheidsrechter en gebruikte de schoolbel i.p.v. een scheidsrechtersfluitje.
Oktober 1958. Bruidspaar Harry Frederix (1928-2008) en Anneke Maas. Ze woonden Catharinastraat 16, hun kinderen: Leny - Sjaak - Ellie en Martien. Hay Frederix was directeur van de Wellerlooise LLTB Boerenbond.
Bedevaart van parochianen uit Wellerlooi naar Kevelaer in 1961.
Vanaf 1960 ging de St. Catharinaparochie niet meer te voet naar Tienray, dit had men vanaf begin 1900 gedaan. Daarna liep men via Tuindorp - Twiststeden naar Maria in Kevelaer. (en weer terug...)
Ze heette Maria Schulz, maar werd altijd Mammie genoemd, haar man Wim Driessen kende men in Wellerlooi onder de naam Pappie.
Wilhelmus Driessen (opperman) *Well 22-06-1907 †Venray 05-02-1984. Huwelijk te Bergen 06-09-1934 met Maria Eva Schulz (dienstbode) *Witten (Dld) 23-11-1909 †Wellerlooi 28-11-1966
Pappie en Mammie woonden in de Catharinastraat en hadden zoon Jan en dochter Diny. Mammie werkte vaker vlakbij in café de Smid. Pappie repareerde o.a. fietsen bij smid Jan Fleuren en was een van de oprichters en actief bij voetbalclub Real Boys '66. In het voorjaar van 1966 wordt door: Joep en Ger van Rhee, Hay Martens, Ger de Rijk, Nol Driessen en Wim Driessen het idee geopperd om voor mannen die graag een partijtje willen voetballen maar niet gebonden willen zijn aan competitieverplichtingen, een cafévoetbalclub op te richten.
Op 30 april 1966 maken 18 man van de oprichting van cafévoetbalclub REAL BOYS '66, afgeleid van de toenmalige beroemde voetbalclub REAL MADRID, een feit. Zij verschijnen geregeld op de voetbalvelden in Noord- en Zuid-Limburg maar ook wel eens in Duitsland.
Real Boys '66 bij hun 10-jarig bestaan.
Staand vlnr: W. Driessen, P. Jacobs, N. Driessen, Sj. Valks, G. de Rijk, H. Toekook, G. v. Rhee, H. Martens, Fr. Wijnhoven, T. Nabben, J. v. Rhee, H. Theeuwen, G. Gerrits, K. Kleeven, G. Deckers, G. Fleuren, T. Guelen, en W. Martens. Zittend vlnr: H. Hendriks, B. de Rijk, M. Fleuren, J. Valks, E. Sanders, F. Groenen, J. Arts, S. Sanders, B. Josten, A. Mulders en P. Fleuren.
De ouders Robijns-Jansen met hun dochters Marie en Mien hadden een boerderij annex koffiehuis aan de Rijksweg op de Hamert. Het werd ca.1910 'Café Robijns' met vanaf 1913 de tramhalte voor de deur. Nu adres Hamert 2.
Maria Christina Wilhelmina Marie *Well 24-03-1884 en Wilhelmina Arnoldina Catharina Mien *Well 22-05-1888 waren dochters van Johannes Antonius Robijns *Maashees 1857 en Anna Maria Janssen *Well 1858. Vader Antoon was een broer van bakenmeester Arnold Robijns. Marie had een zoon Frits die op 25 jarige leeftijd op 08-07-1938 stierf nadat hij met zijn motor voor hun huis op de Rijksweg werd aangereden door een auto. Hij was verloofd met Tilly Hurstjes uit Venlo en ze zouden in augustus gaan trouwen.
Ansichtkaart uit de 2e helft van de jaren 1930.
Nieuwe Venlosche courant 05-06-1935
Naar wij vernemen is door de Nederlandsche Jeugdherberg-centrale aangepacht het villaatje van dhr. Robijns, gelegen op de Hamert, onder de gemeente Bergen. Hierin zal gevestigd worden een jeugdherberg. Hiertoe zal dit gebouwtje worden ingericht, terwijl voorts nog eenige barakken bijgebouwd worden, waarmede men thans druk aan het werk is.
Nieuwe Venlosche courant 08-06-1935. Op maandag 10-06-1935 werd de Jeugdherberg geopend. Het was in dat jaar de 67 ste die ingeschreven stond bij de Jeugdherberg Centrale.
Trektochten per fiets door Nederland en via Arcen naar Duitsland waren erg in bij de jeugd. In de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was de Jeugdherberg op de Hamert nog geopend. Daarna was dit niet meer mogelijk. In 1948 gingen Marie en Mien Robijns met Tilly Hurstjes in het pand wonen.
Jos Frissen (1892-1982) was een Limburgse kunstschilder.
Het landhuis van de gezusters Robijns aan het adres Rijksweg F5 Wellerlooi, waar van 1922 tot hun dood in 1929 de familie Mauritz gewoond heeft. Hierna werd dit gebouw in 1935 verhuurd als Jeugdherberg. Deze Jeugdherberg aan de Rijksweg te Wellerlooi werd ook gepromoot vanuit Arcen door de plaatselijke VVV (Vereniging voor Vreemdenlingenverkeer).
Na de Tweede Wereldoorlog hebben hier meerdere mensen gewoond o.a. Mien en Marie Robijns, Tilly Hurstjes. Ook werknemers van Grothausen, de eigenaar van het restaurant 'de Hamert' . Zoals kok Frans van der Kroft en vanaf 1955 Mia Grothausen, de zus van Jan Grothausen.
De Maasbode 09-07-1938.
In 1948 werd het (door de oorlog) gehavende boerderij - café - hotel pand verkocht aan het echtpaar Joep en Lies Grothausen-Craghs die er met hun zoon Jan en zijn vrouw Roos een hotel - restaurant van maakten.
Juli 1948: Op de weg van Venlo naar Nijmegen trekt even voorbij Arcen de heldere gevel en het terras van het pas verrezen hotel-restaurant „de Hamert” de aandacht van vreemdeling en bekende. Het restaurant dat met de oorlog zware beschadigingen opliep, is weer hersteld en met goede smaak ingericht. Die „goede smaak” is ook van toepassing op de keuken van Hamert en de bezoekers van het vroegere Hotel Zwijnshoofd in Venlo zullen zich boven de Arcense schotels wel de voortreffelijke gerechten van „Zwijnshoofd” herinneren. Want de exploitanten, de heren Grothausen Sr. en Jr. hebben deze keuken op de Hamert in Wellerlooi ingevoerd. Tevens hebben zij daarbij het landelijk karakter van het te goeder naam en faam bekend staande Hotel Robijns weten te behouden.
Gazet van Limburg 28-08-1948. Het adres was Rijksweg F6 Wellerlooi, nu is het adres Hamert 2.
Lees HIER het verhaal van "50 jaar Hostellerie de Hamert".
In 1932 hebben broeders van O.L. Vrouw van Zeven Smarten uit Voorhout het landhuis met 80 ha. grond, gelegen aan de Rijksweg nabij de Rode Beek gekocht van de familie Haffmans. Hier werd een opleidings internaat gebouwd voor de eigen congregatie om broeders op te leiden en een ambacht te leren. Later konden ook jongens uit de omliggende dorpen hier naar school. Op 1 mei 1938 startte de ULO school. Juvenaat St. Jozef werd in het begin van de jaren '70 gesloten, maar de scholen gingen verder. Er waren diverse onderwijsveranderingen in de loop van de jaren, denk aan: De Mammoetwet - de Middenschool- het Algemeen eerste leerjaar- de Basisvorming- Niveauonderwijs-het VMBO. De leraren werden er wel eens hoorndol van. De Hamert was en bleef een kleine locatie waar iedere leerling elke leeraar kende en andersom. Als leerling was je een persoon waar aandacht en zorg voor was. Er zakte zelden een leerling door de goede leerprestaties op school. Door het Elseviers Weekblad en het Algemeen Dagblad werd de Hamert uitgeroepen tot de beste VMBO-School van Nederland.
MAVO Roobeek en S.G. de Hamert zijn bij veel ex leerlingen door het knusse, warme en zorgzame klimaat dat de school kenmerkte, bij zowel mannen als vrouwen, nu nog een begrip.
Bekijk hier het fotoalbum van deze scholen
In 1960 openden de Broeders van Juvenaat St. Jozef op de Hamert een groot zwembad met een hellende bodem van ondiep naar diep (3 mtr.) Dit zwembad werd zo goed als geheel in eigen beheer aangelegd.
Veel LTS leerlingen uit die tijd hebben hieraan min of meer gedwongen meegewerkt onder supervisie van Dhr. Henk Hendrickx, die toen adjunct directeur op de LTS was. Immers, dit was een mooie kans om wat in theorie werd geleerd toe te passen in de praktijk. Aanvankelijk was het zwembad uitsluitend bestemd voor de internen van het Juvenaat, maar dat bleek toch zodanig veel geld te kosten dat het niet meer op te brengen was. Daardoor werd het ook geopend voor externen. De inwoners van Wellerlooi en ook uit de regio maakten er gretig gebruik van en menigeen heeft er een zwemdiploma gehaald bij dhr. Breukers. In 1989 werd het zwembad dichtgegooid door dhr. Reutelingsperger, die alles gekocht had van de Broeder congregatie.
Jongens uit diverse plaatsen in de regio krijgen hier in de jaren zestig schilderles van broeder Fidelius.
Juli 1954. Dameskoor Unisono - opgericht in 1947.
Boven v.l.n.r. Cor van Rhee - Marianne Timmermans - Mia Coppers - Carry Seelen - Nel Vogelzangs - Mie van Rhee - Mia Driessen - Mien Vogelzangs - Annie Hermans - Mia Deckers - Tonia Thijssen - Mientje Cornelissen - José Keijsers en Cis Nillesen.
2e rij: Joke Driessen - Stieneke Deckers - Hannie Keijsers - Truus Emonts - meester Vic Timmermans (dirigent) - Lieneke Hermans - Nellie Achten - Annie Keijsers - Bernarda van Aerssen en Koos Botden.
Onderste rij: Mieke Drissen - Kitty Keijsers - Diny Driessen - Ineke Dura - Nellie Camps - Koos Alleleijn - Mariet Laarakker - Truus Gerrits - Zus Hagens en Gisela Thijssen.
22-07-1956. Een dagje naar Scheveningen waar Unisono mee deed aan het tweede grote Nationale Zangconcours in het Kurhaus. Resultaat: eerste prijs met lof der jury.
vlnr: An (juf) Fleuren-Hendrix, Fien Seelen-Jacobs, Lies Timmermans-Bors, Nelly Jacobs- Hendrikx en Truus Chlod-Roosen.
Spanning op de gezichten voor de uitslag van een concours in zaal Achten te Wellerlooi. In 1959 waren er 36 leden. De dames droegen een blouse met een notenbalk en een rok met UNISONO er op geborduurd. Voorzitter was Jo Schrauwers, bedrijfsleider van het confectieatelier. Daar werden de nieuwe uniformen gemaakt.
Schoolklas Catharinaschool van meester Jacobs in 1958.
Boven vlnr: Truus Steegh - Ger Wijnhoven (J. zn.) - Jan Valks - Piet Deckers - Jan Robben - Els Arts - Jo Thijssen - An Vogelzangs - Tilly Geerards - Toos de Mulder.
2e rij: Jan Hermans - Jeu Hendriks - Riek Martens - Wiel Drissen - Marieke Lenssen - Miel Fleuren (W. zn.) - Hilda Huibers - Math de Rijk - Ron Dura - Koos Wijnhoven - Meester Jacobs - Cecile Timmermans.
3e rij: Elly Kersbergen - Til van Rhee - Els Schrauwers - Mieke Simons - Riet Theeuwen - Marjan van Rensch - Anny van Wijlick - Anny Loonen - Bep Wijnhoven - Anny Litjens - Josefien van Mil - Jeanne Voorbij.
Onderaan: Dolf Verhaegh - Ger Roelofs - Ger Fleuren (W. zn.) - Piet Fleuren (van de smid) - Ger Fleuren (A. zn.) - Dré Lenders - Sjeng Josten - Jan Fransman - Ger Cremers - Henk Wijnhoven.
Verkenners / Scouting
In augustus1962 kwam pastoor Wismans uit Wellerlooi bij de broeders op St. Jozef met het verzoek om een verkennersgroep op te richten. Op bescheiden wijze is onder leiding van de Wellse hopman Gerard Kemper begonnen met twee patrouilles. Totdat Broeder Ignatio (Jac Abel) zijn volmacht in Den Haag had ontvangen en Kempers taak overnam.
23-09-1962 "de Zwarte Dassen" v.l.n.r. Martien de Rijk - Miel Fleuren - Pastoor Wismans - Hopman Gerard Kemper - Piet Deckers en Ger de Mulder.
Confectieatelier.
Op 6 december 1944 werd de parochiekerk met 34 granaten door Engelsen vanuit Blitterswijck onherstelbaar in puin geschoten. Als noodkerk diende eerst de school en daarna zaal Mulders. Nadat het puin was opgeruimd werd op de fundamenten van de voormalige Catharinakerk een noodkerk gebouwd
Deze voormalige noodkerk werd op 13 september 1954 voor drie jaar verhuurd aan de firma Chas Macintosh uit Terwinselen voor ƒ 450,- per jaar. Op 28 nov. 1955 kocht de firma het gebouw en de pastorie voor ƒ 24.000,- Ca. 40 meisjes uit Wellerlooi en omgeving deden hier werk als knipster, naaister, controleuse en inpakster van jassen, skibroeken en andere confectiekleding. Behalve de voormalige kerk die als atelier diende werd de benedenverdieping van de voormalige pastorie ingericht als kantoor, expeditie en kantine. Op de bovenverdieping woonde de familie Schrauwers-Drissen.
Personeel en bedrijfsleider Johannes P. A. (Jo) Schrauwers. Uit Well o.a. Ria Simons, Zus Deckers, Hennie Vink en Cis Hebben (Chris).
In de jaren '70 werd het gebouw overgenomen door Lingano Lingerieproducten uit Gennep. Rond 1980 vertrok ook deze firma en stond de voormalige kerk weer enkele jaren leeg. Nadat Erwin Keijsers er een expeditiekantoor voor tuinmachines heeft gehad onder de naam Keijsers T.E.F. Nederland is het complex Rijksweg Zuid 3 nu al jaren in handen van Fransman Glas.
Middagpauze. Zittend vierde van rechts: Ria van Sjang Simons uit de Grotestraat.
Wellerlooi Chas Macintosch Ateliers N.V.
Wellerlooi
Limburgs dagblad 28-08-1993. door JAN VAN LIESHOUT
"Ik heb nog nooit zo’n honingjaar meegemaakt," stipuleert in Wellerlooi Piet Koppes (81). Hij houdt al meer dan zeventig jaar bijen; is een van de weinigen die nog imkeren met korven en waarschijnlijk de enige die de korven nog zelf vlecht.
"Ik kan niet stilzitten," verontschuldigt de parmantige imker de ijver, waarmee bezige bijen hem lijken te hebben aangestoken. Toch heeft de boerenzoon uit Well, Waar hij in 1912 werd geboren, al een arbeidzaam leven achter de rug. Er waren jaren met maanden van negentig urige werkweken bij.
'Koppes Piet', zoals het dorp hem noemt, herinnert zich als de dag van gisteren dat hij, op 3 maart 1926, bij Philomina van Ophoven begon.
”Philomina stamde uit een geslacht dat zich op het ontginnen van moerassen had toegelegd. Ze was niet getrouwd. "Ze woonde in een villa in het Duitse Wemb. In de zomerdag had ze tweehonderd knechten in dienst. Ze had land- en tuinbouwareaal van in totaal 456 hectaren. Hiervan lagen 400 hectaren op Nederlands grondgebied en 56 op het Duits. Driehonderd hectaren werden met granen bebouwd, de rest met aardappelen en koolsoorten.
"Om vier uur was het dag. Voor dag en dauw moest kalkstikstof worden gestrooid. Als we terugkwamen in de kunstmestschuur zagen we blauw van de rommel. Het spul beet dat het verrekte. Vaak kwam er bloed uit de neus. Twee Poolse vrouwen stonden klaar om ons af te wassen. Daarna kon je naar huis; vlug een boterham eten. Om tien uur was er weer geld te verdienen. Twaalf cent per uur. Voerlieden kregen twee cent per uur meer."
In juli begon de oogst.
"Aardappelen moesten met de. hand worden uitgedaan. Aan vingerhoedjes zaten scherpe nagels, waarmee de grond moest worden doorwoeld. Met Allerheiligen kwam de opzichter, een mof, ontslagen aanzeggen. Slechts zeventien van de tweehonderd knechten mochten blijven. Zij moesten de paarden verzorgen en mee helpen dorsen. Granen en stro gingen met paard en kar naar het spoor in Weeze. Kalk, kunstmest en zaden namen we mee terug."
Na zeven jaar kreeg ook Piet Coppes met Allerheiligen zijn ontslag. Hij verhuurde zich als boerenknecht, maar moest plaats maken, zodra boerenzonen een hand konden uitsteken. In de crisisjaren was hij sjouwer aan de loswal in Well; onder de oorlog knecht op de molen van de gebroeders Thomas en Toon Vink. Ook bracht hij voor Lei Vink, met paard en kar, hei van de Wellsche Hut naar de spoorwegstations in Tienray en Venray. Duitsers gebruikten de hei voor camouflagedoeleinden.
Na de oorlog werd Piet Koppes bosarbeider in dienst van de gemeente Bergen. Hij was 36, toen hij in 1948 met de dochter van een grondarbeider trouwde. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, van wie de tweeling jong stierf. Het huishoudelijk budget verruimde Piet met bijenkorven en manden vlechten. Hij leerde het 'zouwen' van zijn vader. Benodigde materialen sneed hij in de bossen en op de hei, waarmee eens de grens van Venlo tot Nijmegen was gedrapeerd. Koppes: „In het najaar werd de hei gemaaid. Boeren strooiden haar in de stal om er in het voorjaar hun akkers mee te bemesten. Siebengewalders maakten er bezems en borstels van.
"Een bekend gezegde van de bezembinders van Siebengewald was: 'n Kwartje voor de bassem. 'n Dubbeltje voor de wasser, 'n Boterham op de koop toe. En anders verrak ik dat ik 't doe.
Na de oorlog kwam een einde aan deze nijverheid. Veel hei was inmiddels omgeploegd en met bossen ingeplant. Toch bleven er voldoende kavels intact voor de bijenboeren, die in toenemende mate met kassen imkerden. Daarmee kwam ook de klad in de korven- en mandenvlechterij.
Laatste der Mohikanen is Piet Koppes. Nog altijd snijdt hij in de zomer het fijne buntgras en in de herfst het grove, dat in een dal bij water staat. Van het fijne maakt hij manden 'om er brei- en naaigerei, kinder- en wasgerei in op te bergen'; van het grove bijenkorven. Ook vlecht hij bijenkorven van roggestro. 'Worsten' van bunt of roggestro bindt Piet met eenjarige braamtwijgen, die daartoe worden gesplitst. Ook gebruikt hij pitriet, 'maar dat kost honderd-en-zoveel gulden de kilo.' Van de vuilboom maakt hij spijlen, waarmee een korf wordt doorstoken en waaraan bijen raten kitten.
Zijn gereedschap kan in een sigarenkistje. Met een knijpmes snijdt hij grassen, takken en twijgen. Met een notehouten kloofhoutje splitst hij braamtwijgen. Het fijne bunt wordt bijeengehouden door een vingerhoedje zonder bodem, het grove bunt of het roggestro door een afgezaagde koehoorn. Met een botje uit een schapebil, 'dat tot nu toe geen enkele slager heeft kunnen localiseren', prikt Piet gaten in de 'worsten' om er de braamtwijgen of het pitriet te kunnen doorsteken.
"Het is de kunst om een goede knoop in het bunt of roggestro te leggen. Daarmee begin ik. Vervolgens vlecht ik er tien 'worsten' omheen. Dan ga ik van boven naar beneden; vijftien maal in de rondte. Tussen de zevende en achtste 'worst' komt het vlieggat. Vroeger maakte ik één korf per avond. Nu neem ik er de tijd voor."
"Het nadeel van een kort is datje er niet kunt inkijken en dat je er geen raten kunt uitnemen om te zien hoe het met de honingproductie staat. Je moet op je gevoel afgaan. Een korf van 25 kilo bevat honing. Een volk van 40.000 tot 50.000 bijen weegt 30 pond. Een kas kan eens zoveel bijen herbergen. Waarbij komt dat kassen gemakkelijker kunnen worden vervoerd."
'Voor de aardigheid' bleef Piet Koppes met zelf gevlochten korven imkeren. Om die reden werd hem vijfjaar geleden door Limburgs Landschap gevraagd om de bijenstand op het landgoed De Hamert te bevolken. Wekelijks controleert hij korven en kassen alsmede de demonstratiekas, waarin een bijenvolk kan worden geobserveerd. Met een welhaast apostolische ijver vertelt hij wandelaars over het nut van de bijen en de vruchtbaarheid van een bijenkoningin.
"Tijdens haar bruidsvlucht wordt een jonge koningin voor het leven bevrucht. Darren vallen dood van de koningin af. Dat moest ook gebeuren met mannen die een vrouw verkrachtten. Bij warm weer, wanneer veel voer wordt gehaald en de koningin erg wordt verwend, legt zij 1500 tot 1700 eitjes per dag. Dat is driemaal haar eigen gewicht."
Bewondering voor de bijen stijgt tot grote hoogten, als Piet zijn gehoor voorrekent hoeveel vlieguren in een lepeltje honing zitten. In het voorjaar vliegen zijn bijen op de bloesems van fruitbomen, bramen en vuilboom; vervolgens op linden en tenslotte op de hei.
Piet kan het niet over zijn hart verkrijgen om een bijenvolk af te slachten. „Ik bedwelm mijn bijen met kalisalpeter, zodra ik honing ga slingeren. Ze soezen in, maar zijn na een kwartier/twintig minuten weer bij.
Piet is niet bevreesd voor een bijensteek.
"Het beste voorbehoedmiddel is urine. Daar moeten bijen niets van hebben. Wie over zijn handen pist heeft geen bij te duchten. Wie wordt gestoken, hetzij door een bij hetzij door een wesp, moet de angel uitzuigen en vervolgens vet uit de oren over de steekwond smeren. Oorvet helpt beter dan zalf.
"Honing moet je, volgens Piet, in glazen potjes conserveren. „Maar niet in potjes waarin azijn heeft gezeten. Ook niet in plastic. Dat houdt niet.
"Het lekkerst vindt Piet de honing van de linde. „Die is het zoetst. Dit jaar viel de opbrengst tegen. De linde bloeide te vroeg en te kort. Toch moest vóór de winning van de heidehoning voor de derde keer worden geslingerd. Ik heb dat niet eerder meegemaakt."
"Heidehoning wordt het meest gevraagd en is daardoor het duurst. Het werkt goed tegen verkoudheid. Twee eetlepels heidehoning in een kopje warm water, zo warm als je kunt hebben, net voor het naar bed gaan en het zweet breekt uit. Wie goed zweet is zijn verkoudheid, koorts of griep zo kwijt."
Belangrijkste afnemers van Koppes' honing zijn Duitsers op een nabijgelegen camping.
"Zij vinden dat ik billig ben. Ik vraag een tientje tot veertien gulden de kilo. In Duitsland is de honing eens zo duur. Bijenkorven, die ik voor vier tientjes van de hand deed, verkochten moffen voor honderd mark door. Durf ik voor een mand honderd gulden te vragen dan ben ik een afzetter. Toch zit ik op een zo’n mand tachtig uur. Bovendien is er voor vijf tot zes tientjes pitriet in verwerkt. Anderzijds 'zouw' ik voor mijn plezier. Ik moet iets te doen hebben; anders ga ik dood."
Piet Koppes uit het Knikkerdorp.
Zoon van Willem Koppes *Well 02-07-1874 †Well 06-10-1950 Gehuwd in Bergen op 12-05-1902 met Hendrina Willems *Well 02-03-1875 †Well 07-09-1962.
Broer van Godefridus *1903 †1937 - Thei *1908 †1998 en Tonny *1914 †2004.
Ien de Loi zinge de muskes moi, ien Well ok wel, mar nie ze moi as ien de Loi.
Verzameling uit Wellse familiealbums. 'Binding van Wellsen met Wellerlooisen' ♥
1974. Lerarenteam van de Wellerlooise St. Catharinaschool. v.l.n.r. Hoofd der school Johan Schuiling - John Hermkes - Nico v.d. Kronenberg - Ger Hermsen. Pea Elemans en Koos Roelofs.
Pea de Wilde-Elemans woonde in de Bosserheide Well. Ger Hermsen stond eerder aan de Vitusschool in Well.
Straatnaamgeving in 1976.
De gemeenteraad van Bergen heeft in zijn vergadering van 10-02-1976 besloten een aantal straten een naam te geven. Het betreft hier o.a. straten en wegen in de buitengebieden welke voorheen met een verzamelnaam werden aangeduid. Het gereedkomen van een aantal wegen in ruilverkavelingsverband is mede aanleiding geweest tot het nemen van dit besluit. Bij de keuze van de namen is in hoofdzaak uitgegaan van namen die ter plaatse nog bekend zijn en in het kadaster of op wegenlegger als aanduiding van wegen en/of grondstukken voorkomen. Voor Wellerlooi zijn in het buurtschap Droogstal de volgende nieuwe namen gekomen: Bosrandweg - Westerweg - Westerveldweg en Zeelberg. De weg die vanaf de Catharinastraat ten oosten van de kerk loopt naar de Rijksweg heeft de naam Droogstal behouden. Tenslotte is de straatnaam Geysselberg gegeven aan een weg tussen de Maas en de Rijksweg, waar deze naam plaatselijk al bekend was.
Alle straten in Wellerlooi: Beekstraat - Bosrandweg - Catharinastraat - Droogstal - Emmastraat - Geysselberg - Gielenkamp - Hamert - Heerenvenweg - Kruisstraat - Looierweg - Meerseweg - Op de Kanijnskamp - Op de Peperkamp - Op de Stalberg - Op de Valckxberg - Op de Wis - Paaldijk - Rijksweg-Zuid - Schaak - Tuinstraat - Twistedenerweg - Van Ophovenstraat - Venweg - Vinkenkamp - Vliespas - Walbeckerweg - Westerveldweg - Westerweg.
Zie ook pagina: LTS de Hamert
Zie ook pagina: MAVO Roobeek
Meer info over de historie van Wellerlooi is sinds 27-10-2019 te zien op de website van Archief de Loi
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)