55 jaar Maasjoerts historie in 2014
Bij gelegenheid van 5 X 11 jaar C.V. de Maasjoerts bracht Archief Well in 2014 een samenvatting uit.
De eerste statiefoto in 1961.
Het begin.
Naar het voorbeeld van andere dorpen in de omgeving begon ook Well in het najaar van 1959 te denken aan georganiseerd carnaval vieren. In de jaren vijftig werden er al carnavalsbals voor volwassenen gehouden, die door de zaalhouders van Walaria en de Harmoniezaal werden georganiseerd. Voor de jeugd was er echter niets. Vanuit de Parochiële Jeugdraad werd een Carnavals Comité gevormd met als doel om de Wellse jeugd in georganiseerde vorm Carnaval te laten vieren. In de Parochiële Jeugdraad hadden zitting: Kapelaan Jos Schreurs, Meester Pierre Volleberg (hoofd van de lagere school), hopman Gerard Kemper namens het jongensjeugdwerk, Mia Coppers namens het meisjesjeugdwerk en Sraar Sijberts met Huub Eickmans namens de Kajotters. Deze zes Wellenaren kunnen we dus beschouwen als de oprichters van 'de Maasjoerts'. De populaire kapelaan Schreurs kwam uit het zuiden van Limburg en kende het carnavalsgebeuren. Zijn nuttige tips kwamen goed van pas in deze beginperiode. De werknaam was ’de Keieschieters’, maar dit werd al snel 'Carnavals Comité de Maasjoerts', met een zelfgemaakte vlag. De later als eerste prins uitgeroepen Fré Thissen (van de Post) liet het woord ‘joerts’ vallen en hij is dus min of meer de bedenker van de naam. Joerts is het Wellse dialectwoord voor mus en de toevoeging ‘Maas’ was toen gauw gemaakt. Als eerste werd er uitgekeken naar een prins. De keuze viel op diezelfde Fré Thissen. Meester Volleberg werd er op afgestuurd om hem te vragen. Op het Prinsenbal kwam Fré verstopt in een grote jute zak de zaal binnen. Zo werd de eerste Wellse carnavalsprins uitgeroepen. Een prinsenmedaille was er nog niet, dus ging Fré maar zelf naar de winkel van Drika Rutter in de Grotestraat en kocht daar zelf zijn prinsenmedaille compleet met een blauw lint. Alles stond nog in de kinderschoenen, maar ook de Wellse jeugd kon in 1960 voor het eerst vastenaovend vieren met een Prins, Raad van Elf en Prinsengarde voorop.‘Beej oons is‘t carnaval’ van tekstdichter Mich Simons op de melodie van de Böhmerwals werd de eerste carnavalsschlager van de Maasjoerts. Het programma zag er als volgt uit: Zondag 15.30 uur: Receptie en lintjesregen en om 16.00 uur Optocht. De route liep vanaf de Kasteellaan, Papenbeek, Sterrenbos, Kasteellaan, Hoenderstraat naar de Grotestraat waar op het plein voor huize Hommen (nu Grotestraat 41) de ontbinding plaats vond. Maandag 15.00 uur: Verkleed voetbal op het voetbalterrein. Om 15.30 uur: Jeugdcarnavalszitting met de 'wereldberoemde' Hofkapel. Om 17.30 uur was het voor die dag afgelopen. Dinsdag begon om 15.00 uur voor de jeugd een mooie film in bioscoop Walaria en na afloop kwam de Prins en de Raad van Elf onder veel tranen het jeugdcarnaval 1960 sluiten.
In 1960 werd dus de eerste carnavalsoptocht gehouden en kon iedereen, jong en oud, achter de Prinsenwagen aansluiten. In 1961 werd in zaal Walaria bij J. Koenen de eerste vastenaovendszitting gehouden waar ook zo veel mogelijk ouderen naar toe moesten komen. Nadat in 1962 Prins Jan d'n Urste (Janssen, van Muizen Ties) was afgetreden werd hij meteen tot voorzitter gebombardeerd en er werd ook een nieuw bestuur gevormd. Het Carnavals Comité van de Parochiële Jeugdraad had haar werk gedaan en kon terugtreden. Carnavals Vereniging de Maasjoerts kon worden overgedragen aan de Wellse bevolking. Na de wederopbouw en het groeien van de welvaart sprak het carnaval vieren ook steeds meer volwassenen aan, die mee wilden doen.
De Carnavalskrant.
In 1960 verscheen er al een krantje van enkele bladzijden. Het was de voorloper van de carnavalskrant zoals wij die nu kennen. De inhoud bestond uit de proclamatie van de Prins, het programma en de Schlager van 1960. Foto’s stonden er toen nog niet in. Een jaar later verschenen er al advertenties van de plaatselijke ondernemers in en een foto van de Prins.
Tot aan het digitale tijdperk was het maken van deze jaarlijkse uitgave een heel karwei. Foto’s moesten eerst worden gerasterd om ze goed afgebeeld te krijgen. Teksten werden nog getypt op een typemachine. Knippen en plakken gebeurde niet op de computer, maar met de schaar en met lijm. Het resultaat werd gestencild. Een stencil is een sjabloon gemaakt van een materiaal dat inkt doorlaat en waarmee afdrukken kunnen worden gemaakt, deze techniek werd jaren later vervangen door het fotokopiëren. De kleuren in de krant werden voorzien door gekleurde vellen papier. De afdrukken werden op volgorde gelegd en dan werd de hele vereniging opgeroepen om de krant te ‘rapen’ en te nieten.
Tegenwoordig wordt de krant in fullcolour gedrukt en wordt de copy digitaal aangeleverd bij de drukker. Niet dat het vandaag de dag minder werk is, maar het is wel een stuk gemakkelijker geworden. Men moet wel bedreven zijn in het opmaakprogramma. Het eerste exemplaar wordt tot op heden aangeboden aan Prins Carnaval. Daags erna wordt de nieuwe krant door de vereniging huis aan huis verkocht.
Aanbieden van het eerste exemplaar door Femmie Koppers-Schoenmakers aan Prins Grad d'n Urste in 2011.
Tradities en gebruiken.
Carnaval hangt aan elkaar van tradities en gebruiken, bij de Maasjoerts is dat ook niet anders. Dat gebeurt al met de gemeentelijke machtsoverdracht. Op Carnavalszaterdag vindt 's middags in het gemeentehuis te Bergen sinds 1973 de sleuteluitreiking plaats. De politiek van de gemeente wordt op ludieke wijze op de hak genomen. Iets wat burgemeester Klaverdijk, als Dick van Klaver, in een zelfgemaakte buut jaarlijks goed vertolkte. Op een vrolijke maar officiële wijze reikt de burgemeester de bestuurssleutel van de gemeente uit aan de Carnavalsprinsen. Met deze symbolische sleutel krijgen de prinsen de zeggenschap over de gemeente tijdens de Carnavalsdagen. Bij de Maasjoerts is dat ook niet anders. Een voor de Wellse carnaval specifiek gebruik is het bouwen van de prinsenwagen door de buurt waarin de Prins Carnaval woont. De Maasjoerts houdt in haar keuze van de prins rekening met de buurt. Men kan het immers niet maken om een buurt om de paar jaar te belasten met de bouw van een prinsenwagen. Na het uitroepen van de nieuwe hoogheid gaat de buurt aan de slag. Een mechanisme dat automatisch ieder jaar weer in werking treedt. De koppen worden bij elkaar gestoken, er komt een idee, een ontwerp en het bouwen kan beginnen. Na voltooiing wordt op Carnavalszondag het ‘Prinselijke’ voertuig aangeboden aan de Prins en zijn gevolg. Andere gebruiken zijn het Joertshijsen en het Joertsverbranden. Vanaf 1961 werd de joerts na het ontbinden van de optocht gehesen op het dorpsplein. In de loop der jaren werd dit verplaatst naar de zaterdag voor carnaval. Als de Joerts hoog in de mast hangt en meedeint in weer en wind, kunnen de drie dolle dagen beginnen. Symbolisch waakt de joerts gedurende deze periode over de carnaval in Well. De symboliek dat aan alles een eind komt wordt uitgedrukt door de joerts. Voor deze gelegenheid gemaakt van een ijzeren frame van kippengaas, gevuld met kranten en bekleed met kippenveren, om op dinsdagavond, als dank voor zijn verdiensten, in brand te steken!
Jong geleerd is oud gedaan. Jaarlijks gaat de 'grote' Prins naar de kleuters en naar de lagere school. In 1968 was dat Prins Theo d'n Twedde (Haumann), hier op de foto met kleuterprins Pierreke Krebbers.
Ook het jaarlijkse bezoek van de Prins met een select gezelschap aan de ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen in de buurt en desnoods bij de zieke aan huis is een mooie en dankbare traditie. Hier bezoekt Prins Twan d'n Urste in 1979 Nel Tijssen-Peters. Rechts Margreth van Soest, commandante van de Prinsengarde.
De leden van de Maasjoerts gaan in 1980 op bezoek naar de Prinsenreceptie in Wellerlooi. Dit was een jaarlijkse traditie, met toespraken van de Vorst en veel lol. Later ging men ook naar de recepties in overige dorpen in onze gemeente.
De sleuteluitreiking met burgemeester Klaverdijk, alias Dick van Klaver en de prinselijke hoogheden van de gemeente in 1989.
Prins Ger d'n Derde en Jeugdprins Rob d'n Twedde steken de Joerts in 1991 op Carnavalsdinsdagavond in brand.
De optochten.
Het hoogtepunt tijdens de Wellse carnaval is de optocht, die carnavalszondag door het dorp trekt. In de loop van de tijd groeide de optocht uit tot een van de mooiste in de regio. Datgene wat er aan de toeschouwers voorbijtrekt is al jarenlang van een hoge kwaliteit. In 1960 trok er al een optocht door Well waarin de wagens voornamelijk werden opgetuigd met dennengroen, papieren roosjes en geschilderde teksten. Ook werden er al poppen gemaakt. Eenlingen, groepen en jeugd waren verkleed en trokken al of niet met een (bolder)kar mee. Vanaf het begin waren het vooral de buurten die wagens bouwden. In de loop der jaren steeg het niveau. Rond 1980 gingen er ook vriendengroepen meedoen. De onderlinge rivaliteit om de mooiste creatie te bouwen nam toe. Ook daalde de gemiddelde leeftijd van de groepen die begonnen met bouwen. Vijftien en zestienjarigen wagen zich tegenwoordig al aan het bouwen van een wagen. Het aantal deelnemende wagens steeg langzaam maar gestaag van een kleine tiental rond 1970, naar negentien in 2013. Ook groepen en enkelingen trekken, samen met de jeugd en de jeugdprinsenwagen voorop, al tientallen jaren mee in de Wellse optocht. Er is echter ook een nadeel, er staan te weinig toeschouwers langs de kant omdat een groot gedeelte van de bevolking meedoet. Eerst werd er in schuren en loodsen gebouwd. Het werd echter steeds moeilijker om een bouwplaats te vinden. De laatste jaren kunnen bouwgroepen terecht in de vliegtuigbunkers van de voormalige RAF Basis Laarbruch op het terrein van vliegveld Weeze-Düsseldorf, net over de grens bij de Wellse Hut. Begon men in de beginjaren korte tijd voor carnaval met het verzinnen en bouwen aan een creatie, tegenwoordig wordt al vaak in oktober begonnen.
Eén optocht was echter niet meer genoeg. Op maandagavond 3 maart 2003 trok de eerste succesvolle lichtjesoptocht door Well. Al eerder gingen er stemmen op om op maandag iets anders te organiseren in plaats van de zitting voor ouderen in Eldershome, dat in 2002 gesloten werd. Oud-vorst Geert Deenen was een vurig voorstander van het houden van een lichtjesoptocht. Uiteindelijk werd er door de leden groen licht gegeven voor de Well-Licht optocht. Iedereen uit de regio kon meedoen, men moest wel voldoen aan strikte voorwaarden en er werden strenge veiligheidseisen vastgesteld. Het is voor de vereniging ieder jaar weer een zware klus om voldoende sponsoren binnen te halen om het evenement door te laten gaan. En mede dankzij de steun van de vele vrijwilligers konden de duizenden toeschouwers uit de regio de afgelopen elf jaren van dit prachtig verlichte schouwspel genieten.
Oud Prins en oud Vorst Wiel Rutten stond vaker in de buutton.
De Zitting.
De jaarlijkse carnavalszitting is al jarenlang een van de hoogtepunten van de Wellse carnaval. Ieder jaar, in het eerste weekend na de elfde van de elfde, is de zitting het startsein van het nieuwe carnavalsseizoen. In de beginjaren werd de zitting gehouden in januari of februari. De optredens bestonden toen hoofdzakelijk uit gardedansen , buuts en muziek van de hofkapel. De carnavalsschlagers werden ten gehore gebracht met de verkiezing van de winnende schlager en de huldiging van de nieuwe hofcomponist. Ook de Wellse band 'The Caballero’s' was in die jaren van de partij. Voor de buut werden jarenlang ook artiesten van buiten Well ingehuurd. En de Prins van het jaar ervoor trad af op de zitting.
Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig tekende zich een kentering af o.l.v. Vorst Vic Timmermans. Er gingen steeds meer Wellenaren meedoen. De Walaria Beach Band was de eerste parodiegroep. Het duo Gijs Smeets (fysiotherapeut) - Huub Schönberger (huisarts) en wat later 1½ Maasjoerts (Wim van der Coelen en Vic Timmermans), die later als Mc Doedel en Mc Zak verder gingen volgden. DNX11, de JoJo’s (Sjaak en Karel Janssen en Hans Schambergen), Lieën (Marleen Timmermans, Hennie Hebben en Toos Koppers ), Doeër (Deckers), Truus Brokke en Dina (Derks) in de buut en de Aktieve Ald Prinse zorgden voor de uitbreiding van talent. Het werden grandioze zittingen met alleen optredende artiesten van eigen bodem, geholpen en geregisseerd door de Schrieversgroep. Al vanaf 1984 wordt het geluid verzorgd door de huidige voorzitter Ger Koch die, na zijn aftreden als Prins Ger d'n Derde in 2000 voorzitter werd. In de jaren negentig volgden nog meer artiesten van eigen bodem, o.a.: Gewoeën Apart, LAF ( Linda Eikmans - Annemiek Timmermans - Femmie Schoenmakers) Pieërke (Krebbers), ’t Twiefelkoeër (de Batjakkers), Wiellie (Toon Linders) en Hanneske (Ed Peters).
In 1992 werd de ‘Schrieversgroep’ in het leven geroepen. Deze groep stelde zich tot doel om artiesten te rekruteren, te begeleiden, ideeën aan te dragen en van tips te voorzien. Een bijzonder goed initiatief dat er mede voor zorgde dat men op de zittingen van de Maasjoerts nog jarenlang kon - en nog steeds kan - genieten van artiesten uit eigen dorp. Met Brand Neej, Placebo’s, Krieske (Chris Derks), Matje (Mark Hermans), Stèk aover, Libresse en Palaver werd het artiestenbestand uitgebreid. Een nieuwe lichting diende zich de afgelopen jaren aan met de Druuëgstoppels, GEK, Vico Baltissen en de Floppers.
Zonder iemand tekort te doen zijn het vooral Vic Timmermans en Wim van der Coelen geweest die door hun inzet als artiesten, vorst / tekstschrijver / regisseur (Vic) en oud-voorzitter / initiatiefnemer van de Schrieversgroep (Wim) voor een belangrijk deel hebben bijgedragen aan de succesvolle Wellse carnavalszittingen zoals we die tegenwoordig kennen.
De eerste Boerebrulleft in 1975
Boerenbrulleft.
Buurtvereniging Well-Kom introduceerde de Boerenbruiloft in de optocht van 1974 met in de sjees het bruidspaar Dorien Koppers en Kees Verdonk. Dit initiatief werd in 1975 als onderdeel aan het programma toegevoegd. De Maasjoerts had zijn eigen boerenbruiloft en een perfecte invulling voor de laatste carnavalsdag. Elf jaar, tot en met 1985, organiseerde Well-Kom de boerenbruiloft.
De boerenoptocht eindigde op het dorpsplein, waar het bruidspaar op ludieke wijze door de ambtenaar Vic Timmermans in de onecht werd verbonden. Meestal scheen een lentezonnetje en er stonden veel toeschouwers. Daarna werd in de zaal de honger gestild. Op het menu stond boerenkoolstamppot (boeremoes) met worst en krentenbrood (kreentemik) met boter en kaas. Nadat men het boerengezelschap gefeliciteerd had was het ‘boerenvolk’ wel toe aan een feest. Die Dorfdudler en later andere orkesten zorgden mede voor de stemming. De meegebrachte geschenken voor het bruidspaar waren altijd in natura. en werden ‘s avonds tijdens het afsluitende boerenbal verloot. Zo wordt dit feest, met enkele aanpassingen, nog steeds gevierd. Na Well-Kom nam - tot 1995 - ieder jaar een andere vereniging de organisatie van de boerenbruiloft over. Het werd steeds moeilijker om elk jaar een vereniging of club te vinden en om dit feest niet verloren te laten gaan, nam de Ald Prinse Cômpeneej toen de organisatie over. Na de 33e boerenbruiloft in 2007 droegen zij de organisatie over aan C.V. de Maasjoerts. De vereniging riep een boerencommissie in het leven, die de Boerebrulleft momenteel organiseert.
In 1980 koken Paula Simons en Til Simons voor 225 personen boeremoes mit braojworst in zaal Walaria.
Pierre Koppes en Helma op het Veldt, boerenpaar in 1984
Muziek met carnaval.
Zonder muziek is het geen feest, ook niet met carnaval. Vanaf de beginjaren werd er ijverig gecomponeerd. Eerst nog op bestaande muziek met een zelfgemaakte tekst, later werden de schlagers (tekst en melodie) gemaakt door tekstdichter en componist. Op de zitting werden ze ten gehore gebracht, het publiek kon stemmen en de winnende schlager werd bekend gemaakt. De winnaar mocht een jaar lang de titel van hofcomponist dragen. Mich Simons, Wim Laarakker, Mantje Stevens, Mariet Lenssen-Laarakker en Wiel Daniëls mochten zich meerdere malen hofcomponist noemen. Het leverde schlagers met eeuwigheidswaarde op. Topper is ongetwijfeld het lijflied van de Maasjoerts: 'Maasjoerts, Oh Maasjoerts' dat als buuttemars gezongen wordt. En dan te bedenken dat deze schlager, gemaakt door Mantje Stevens, in 1962 slechts de derde plaats behaalde.
Maasjoerts oh Maasjoerts,
zet ôwwe kuuf is ovverènd.
Maasjoerts oh Maasjoerts,
zing now zônder ènd.
Blief now nie ien ôwwe nèst,
duut now efkes goed ôw bèst.
Maasjoerts oh Maasjoerts,
zing now zônder ènd!
De Ratelbrug 1967 Wiel Rutten / Piet Lamers - Kòm joertsenhaan en joertse-hen 1978 Mariet Lenssen-Laarakker - ’t Greendgat 1980 Mariet Lenssen / Wim Laarakker - Bezuinige 1983 Hay Deckers - Kòm mien schatje 1984 Mantje Stevens - Well dat is oons dörpke 1988 Bernadette Martens / Geert Deenen - Jao ien Well 1989 Wiel Daniëls zijn enkele schlagers die zijn blijven hangen uit de eerste 33 jaar.
In de loop van de jaren negentig nam het aantal ingezonden schlagers af. In 1998 en 1999 werd er geen schlager ingezonden. Voor carnaval 2000 en 2001 was Hay Deckers de enige die nog een schlager componeerde. En in 2001 kwam het bestuur van de Jeugdcarnaval onder de artiestennaam ‘de Wèrme en de Kālde Kānt’ met een CD, met drie nummers erop. Een en ander leidde ertoe dat aan de carnavalsschlagers een nieuw leven ingeblazen werd. Op 7 oktober 2001 werd voor de eerste keer het ‘Wèlls Vastenaovendliedjes Konkoer’ (WVK) gehouden. Een combo studeerde de ingezonden stukken in en zorgde voor de begeleiding van zangers en zangeressen. Riestepap mit proeme 2001 Miranda Jacobs /Jos van de Venn - Enne Maasjoerts blieft enne Maasjoerts 2002 Ria Hubbers-Klabbers / Elian Huibers-Krebbers -De Harmonie 2002 Jos van de Venn) en Vrieze òf duije 2003 Monique Butt-Lenssen zijn enkele titels uit die periode. Ieder jaar werd een CD uitgebracht met de drie schlagers, die als hoogste waren geëindigd. Maar ook hiervoor nam de animo af en het WVK ging na de editie van 2007 ter ziele. Sinds die tijd moet de Wellse carnaval het doen zonder nieuwe carnavalsliedjes.
Paulien Mooren-Stevens en Sjaak Janssen zingen de winnende schlager tijdens de Zitting in 1987. Ze worden op de accordeon begeleid door Mantje Stevens.
De Hofkapel in 1966 v.l.n.r. vooraan: Wiel Daniels - Leo Reiniers - Bèr Simons - Hay Simons - Wim Janssen. Achteraan: Mart Rötjes - Mich Simons en Herman Klabbers.
Niet onvermeld mag blijven dat Hofkapel ‘Die Dorfdudler’, vanaf het begin in 1960 tot en met 1987, de muzikale omlijsting van de carnavalsactiviteiten van de Maasjoerts verzorgde. Deze kapel, gevormd uit leden van Harmonie de Vriendenkring was al die jaren present op prinsenbals, boerenbruiloften, zittingen, aldewieverbals en ook bij de ouderen in bejaardenhuis Eldershome.
Maar ook deze kapel ging ter ziele en de muzikale invulling werd in de loop van de tachtiger jaren overgenomen door Joekskapel Moi Zat. Voor de zitting van 1980 werd er een groepje muzikanten geformeerd, dat een carnavalesk en vlot optreden kon verzorgen. Prins van dat jaar Hay Deckers sloot zich hierbij aan en werd de leider. Hij zou dit jarenlang blijven. Helaas verminderde ook hier de animo en werd het steeds moeilijker om nieuwe muzikanten te vinden. Moi Zat ging in 2012 ter ziele. Alleen voor de zitting wordt er nog een zittingskapel geformeerd. Nadeel van deze ontwikkeling is dat de mooie Wellse carnavalsliedjes uit het verleden steeds minder te horen zijn.
Joekskapel Moi Zat, midden jaren 1980.
Staand v.l.n.r.: Pierre Krebbers - Jeu Mooren - Toon Lichteveld - Edward Humphrey - Hermans Kerstjens - Ricardo Klabbers - Wilbert Linders. Gehurkt: José Klabbers - Hay Deckers - Jan Wolters - Bep Janssen - Ien Derks.
De Jeugdraad van Elf in 1968: v.l.n.r.: Piet Kessels - Sraar Derks - Harry de Riet - Sjaak Sprunken - Toon Roosen - Jeugdprins Ger Peters - Herman Sponselee - Ger Driessen - Ger Smits - Cor Derks - Pieter Simons en Pieter Lamers.
Jeugdcarnaval
Zoals reeds vermeld werd de carnavalsvereniging opgericht voor de jeugd, om hen georganiseerd carnaval te laten vieren. Prins Fré den Urste (Thissen) was de eerste jeugdprins, hij wordt ook beschouwd als de eerste prins van C.V. de Maasjoerts. Hij was dus zowel jeugdprins als ‘grote’ prins. Het jaar erna kreeg een meer volwassen karakter met Prins Theo den Urste (Krebbers) en een Prinsengarde. In 1961 was er voor de jeugd een jeugdbal in zaal Walaria. Na de optocht bracht de "grote" Prins een bezoek aan de jeugd. Math Sprunken weet nog dat hij uit de rij werd gepikt en de bühne op werd geloodst. Voordat hij het in de gaten had riep Prins Theo hem uit als eerste jeugdprins van de kleine Maasjoertsen. Als symbool werd hem een ketting omgehangen met een groot goudkleurig kruis er aan, in het midden versierd met een grote rode glazen steen. Apetrots kon Math thuis om een uur of acht vertellen dat hij jeugdprins was geweest. Hij weet niet meer of hij de volgende twee dagen ook nog in die functie vierde. De ketting, die Math mocht houden, is er helaas niet meer, foto's werden toen niet gemaakt, alleen nog enkele mooie herinneringen zijn gebleven. Maar het begin was er en geleidelijk aan werd er steeds meer invulling gegeven aan de jeugdcarnaval. Er kwam een jeugdraad van elf en een jeugdgarde, ook konden de jeugdige Maasjoertsen zich hullen in nieuwe tenues. Er werden in de loop van de zestiger jaren wagens gebouwd voor de jeugdprins met zijn gevolg en er werden twee jeugdbals gehouden. Een voor de lagere (basis) schooljeugd en een voor de jeugd die van de lagere school af was. Later groeiden die uit tot Kriebel-, Belhamel- en/of Sneuzelbal. Omdat de Maasjoerts de jeugdcarnaval er niet zo maar even bij kon doen, kreeg de jeugdcarnaval vanaf 1970 een steeds meer zelfstandig karakter. Er kwam een jeugdbestuur dat als taak had het carnavalsprogramma voor de jeugd in te vullen. Vanaf eind jaren zeventig ging de jeugdcarnaval een tiental jaren achtereen naar Weeze, net over de grens in Duitsland, om daar de Kindercarnavalsmiddag luister bij te zetten. Bij de eersten die zich naast de oprichters voor de Jeugdcarnaval inzetten mogen we Jo van Soest en haar opvolgers zeker niet vergeten. Op de receptie van 1982 kon men voor het eerst ook de jeugdprins John den Twedde, (Driessen), samen met de grote prins Math den Urste, (Stevens) feliciteren. De prinsenreceptie was inmiddels verplaatst van carnavalszondag naar de zaterdag, daags voor carnaval. Er werden loten verkocht voor de ‘Grote Clubactie’ wat extra geld opleverde voor nieuwe uniformen voor de jeugdgarde. Op zondag 11 januari 1987 werd er voor het eerst een zitting georganiseerd voor de jeugd, vanaf 10 jaar, in zaal ‘Onder de Linden’. Inmiddels is deze uitgegroeid naar 2 uitvoeringen, op zaterdagavond en zondagmiddag. Ook een kinderboerenbruiloft kwam er. Op maandag 19 februari 1996 werden ‘hieërboerke Willem (Vanmaris) en groeëtvorstinneke Sanne (Hendriks)’ in de onecht verbonden. Uiteindelijk kwam er in 2002 ook een aparte receptie voor de jeugdprins. Jeugdprins Jaap den Urste (Janssen) mocht bij café-zaal Vink de felicitaties in ontvangst nemen. Het emancipatieproces leidde er toe dat de jeugd sinds 2011 carnaval viert met een prins en prinses. Friso d'n Urste (Nijsen) en Loes de Urste (Krebbers) werden het eerste jeugdprinselijk paar.
De jeugdcarnaval is uitgegroeid tot een volwaardige organisatie, een niet meer weg te denken onderdeel van de CV de Maasjoerts. Al vele jaren geleid door een enthousiast bestuur met momenteel hierin Miranda Jacobs-Minten en Wilbert Linders, die zich al ruim vijftien jaar inzetten voor de jeugdcarnaval. Mede dank zij de inzet van velen viert de Wellse jeugd in 2014 voor de 55e keer carnaval. Als erkenning hiervoor kende de Ald Prinse Cômpeneej de Mosa Joertsicus in 2013 toe aan de Jeugdcarnaval.
Jeugdprins Vico d'n Urste met zijn gevolg in de optocht van 1987.
De Maasjoerts striekers en Maasjoerts toto & lôtterij.
Om inkomsten te verkrijgen kwam de Maasjoerts tientallen jaren lang met doosjes lucifers (striekers) langs de deur. Hierop stond het eerste logo afgedrukt, de ‘joerts’ op een tak, in de beginjaren ontworpen door Mia Ummenthum-Coppers. Voor 1973 werden er 1000 pakken lucifers besteld bij de Nederlandse Lucifers Handelsmaatschappij. In 1972 leverde de actie 700 gulden op. Het Maasjoerts logo wat daarop volgde en op de grote lucifersdozen stond was van Vorst Vic Timmermans. De ‘strieker’ actie eindigde midden jaren tachtig. Het logo, aangepast aan de moderne tijd, werd in 2000 ontworpen door hofschilder Jan Brandsma. In 1989 begon de vereniging met een carnavalstoto, diegene die het totaal opgehaalde bedrag van de betreffende week had geraden kreeg een percentage van de inleg. Acht weken lang kwamen leden van de Maasjoerts aan de deur voor deze toto. In 1993 kwam de carnavalsloterij er voor in de plaats. Men kocht een lot deed acht weken mee voor de geldprijzen. Ook deze acties waren en zijn nog steeds een welkome aanvulling voor de verenigingskas.
Prins Theo d'n Urste bezoekt in 1961 met de Raad van Elf het bejaardenhuis.
Zitting in Eldershome.
Al vanaf de oprichting vereerde men de bewoners van het ‘klóster’, zoals in de volksmond het bejaardencentrum werd genoemd, op carnavalsmaandag met een bezoek. Het Maasjoerts bestuur, De Prins en zijn hele gevolg, met in zijn kielzog Hofkapel Die Dorfdudler en later Joekskapel Moi Zat, trakteerden de bewoners van Eldershome, zoals het later genoemd werd, op een onvervalste Wellse carnavalsmiddag met muziek, dans, sketches en voordrachten. Onderscheidingen werden uitgereikt aan de Schravelers prins of prinses. De Maasjoertsprins maakte een rondje langs de kamers van mensen die deze zitting niet konden bijwonen. Hier kwam een einde aan na 1998. De Schravelers zoals de bewoners in de carnavalstijd genoemd werden, gingen in 2002 verhuizen naar Bergen, waar een nieuw verzorgingscentrum voor ouderen was gebouwd.
Zitting Eldershome Carnavalsmaandag in 1986. v.l.n.r. Adjudant Ger Reiniers - Prins Herman d'n Urste - Adjudant Wim Sijberts - voorzitter Nól Eickmans - Vorst Vic Timmermans.
Ald Prinse Cômpeneej.
De oud prinsen hadden, samen met dokter Smals, er voor gezorgd dat er, ter gelegenheid van het 2 x 11 jubileum in 1981, nieuwe uniformen voor de vereniging kwamen. En passant werd in 1982 ook de Ald Prinse Cômpeneej (APC) opgericht. Zij kreeg de taak om op een ludieke manier de aftredende prins op te nemen in de APC en de nieuwe prins op de receptie met zijn uitverkiezing te feliciteren en van goede raad te voorzien. In 1984 deden er enkele oud prinsen voor het eerst mee aan de zittingen. Onder de naam ‘de Actieve Ald Prinse’ traden zij in 2013 voor de dertigste keer op. In 1995 namen zij de organisatie van de Boerenbruiloft voor hun rekening en deden dit tot en met 2007. In 2003 lanceerden zij een nieuwe onderscheiding: de Mosa Joertsicus. Een speelse ‘Latijns’ klinkende naam voor een Maasjoerts. De naam is ontleend aan de creatie van Frans Hendrix (Prins Frans d'n Urste 2008) die in de optocht van 2001 met deze naam op de proppen kwam. Deze jaarlijkse onderscheiding van de APC wordt toegekend aan een persoon of een groep personen die zich binnen en voor de Wellse gemeenschap belangeloos verdienstelijk maken of hebben gemaakt. In 2011 organiseerde de APC, samen met harmonie de Vriendenkring, voor de eerste keer het Concerto Mosa Joertsicus. Een carnavalsconcert in combinatie met een receptie voor de laureaat. En niet onbelangrijk: elk jaar is de Cômpagneej er van verzekerd dat ze één nieuw lid kunnen toevoegen, namelijk de net afgetreden Prins Carnaval.
De Ald Prinsecômpeneej aan het einde van het 5 X 11 seizoen. (niet alle prinsen waren aanwezig )
v.l.n.r. boven: Nico Sijberts - Math Stevens - Wilbert Linders - Ger Peters - Toon Linders - Grad Sijberts - Mart Brokke - Frans Hendrix.
midden: Ed Peters - Twan Krebbers - Theo Coenders - Wim van der Coelen - Pierre Krebbers - Herman Mulders - Theo van Rooijen - Ton van Gool - Thijs Engelen - Piet Driessen - Ger Koch.
zittend: André Simons - Werner Peters - Pierre Peters - Marcel Nijsen - Jan Roersch - Henk Valckx - John Driessen - Dries Nijsen - Rob van Aerssen - José Klabbers en Ruben Wijnen.
De Ald Prinse in actie op de zitting in 1991
De Lijfarts van de Maasjoerts.
Het instituut “liefarts” werd vanaf 1962 ingevuld door dokter Harrie Smals, de huisarts van ons dorp. Nadat de nieuwe prins bekend was gemaakt werd hij, in een volle zaal, voor ieders ogen gekeurd en onderzocht door de lijfarts. Pas als hij door de lijfarts gezond genoeg werd bevonden om drie dolle dagen voorop te gaan in het carnavalstumult, kon de nieuwe prins geïnstalleerd worden. En voor het geval de prins toch medische bijstand nodig had, gedurende de carnavalsdagen, kon hij bij de lijfarts thuis terecht. Meerdere prinsen en vorsten hebben hier gebruik van gemaakt. In 2003 was Prins Rob d'n Urste (van Aerssen) de laatste prins die door de lijfarts Smals werd gekeurd. Bij de Boerenbruiloft van 1979 waren Harrie en zijn vrouw Toos (†1989 ) het boerenbruidspaar en werden op Carnavalsdinsdag in de onecht verbonden. Dokter Smals overleed op 22 september 2005.
Harry en Toos Smals in 1968 op het Aldewieveral in zaal Walaria.
Wellenaren en de Maasjoerts.
Zonder de steun en medewerking van de Wellse bevolking is carnaval vieren niet mogelijk. De Maasjoerts heeft al vanaf het begin de steun gehad van de Wellse ‘carnavalsgekken’. De vereniging geeft weliswaar de richting aan en organiseert, maar het is aan de Wellse bevolking om invulling te geven en mee te doen. Een voorbeeld hiervan is de optocht. Doordat het niveau steeg en er steeds meer mensen mee gingen doen, moest de vereniging hierop wel anticiperen. De organisatie en de begeleiding werd professioneler aangepakt. Ook de andere activiteiten konden en kunnen nog steeds rekenen op de steun van vele enthousiaste vrijwilligers. Zonder alle Maasjoertsen die zich door de jaren heen actief hebben ingezet, was de Maasjoerts nu niet zo’n bloeiende vereniging. Tussen al diegenen die de kar hebben getrokken, zaten en zitten nog steeds echte volhouders.