St. Antonius Gilde
Het oudst bekende gilde van de gemeente Bergen is het Wellse St. Antonius gilde. Dat blijkt uit de gildebrief, die Roelman van Aerendael, heer van Well, in 1435 aan het gilde gaf. Het jaartal stond ook op de oude zijden vaandels.
Zoals gebruikelijk bestond zo'n gilde enkel uit gehuwde en bejaarde mannen. Door erflatingen en schenkingen kregen ze rechten en allerhande bezittingen, die veelal voor goede doelen werden aangewend. De schuttersgilden hadden naast hun rechten ook kerkelijke, maatschappelijke en sociale verplichtingen.
Zo deed het gilde van Well rond 1600 afstand van al zijn bezittingen ten behoeve van de opbouw van het dorp dat tijdens oorlogshandelingen vrijwel volledig van de kaart was geveegd. De gift werd onder meer gebruikt voor een nieuwe kerk aan de Maas.
Het gilde leidde hierna een kwijnend bestaan, tot het rond 1641 nieuw leven werd ingeblazen om op te treden tegen rondstropende benden en rovers die de omgeving op het einde van de Tachtigjarige Oorlog onveilig maakten.
In 1881 maakte het gilde opnieuw een dieptepunt door, waarbij zelfs het zilver moest worden verkocht. Acht jaar later kwam het echter weer tot leven, wat verband hield met de opkomst van de schietsport met het geweer.
Tot 1960 functioneerde het Wellse gilde vooral als schuttersvereniging. Hierna werden nieuwe kostuums aangeschaft en trokken de gildebroeders weer rond met trommelaars, vendeliers en klaroenblazers.
Het beeld van St. Antonius Abt, beschermheilige van het Gilde, gefotografeerd in de oude St. Vituskerk aan de Maas in 1928.
In zijn rechter hand heeft hij een staf met bovenaan een letter T, de Tunnisstaf. In dialect wordt de heilige St.Tunnis of Theunis genoemd.
Onze voorouders hadden een grote verering voor de " Maarschalk en vriend Gods", de Egyptische kluizenaar Antonius, wiens voorspraak zeer bijzonder werd ingeroepen ter bescherming van besmettelijke ziekten. Veel kerken, kapellen en gilden die in die tijd gesticht zijn, werden toegewijd aan deze grote volksheilige. In de heerlijkheid Well vinden we de kapel van St. Antonius Abt te Aijen en het St. Antoniusgilde te Well. Dit werd opgericht onder de heren van Arendael op 15 juli 1435. Op de Wellse burcht zetelde toen Roelman van Arendael "domine de Well, milite, magistro curiae".
Het Gilde werd in 1893 op de foto gezet met vaandels, sabels en lans. Het is de oudste foto van de Wellse schutters.
De Gildekoning prijkt met hoge hoed en koningszilver in het midden. Zijn voornaam is Hendrik, dit blijkt uit een krantenbericht van 1893. Naast hem staan de vaandrigs, zij dragen de sjerp over de schouder. Tijdens een Heilige Mis wordt tijdens de consecratie met het vaandel gezwaaid als blijk van trouw aan de kerk.
De commandant met zwaard draagt een sjerp om zijn middel. De commandant is de gildebroeder die het gilde commandeert en op aanwijzing van de voorzitter beveelt. Hij ziet toe dat het Gilde een eenheid is. Zijn bevelen dienen strikt opgevolgd te worden.
Tweede man links is Kobus Roosen uit de Bosserheide (vader van o.a. Hen). Rechts voor hem, met sjerp en staf is de tambour maitre Leonard de Riet (Bosserheide).
Rechts achter hem draagt nog een Gildebroeder een sjerp, dit is waarschijnlijk de hoofdman (later president of voorzitter genoemd). Ernaast staan Piekdragers of Hellebaardiers, dit zijn gildebroeders die de koning vergezellen, beschermen en verzorgen. Zij dragen een lange stok met lansvormige punt.
De tweede man van rechts is waarschijnlijk Hendrik Michels (molenaar Knikkerdorp en koning in 1894), de anderen namen zijn helaas niet bekend.
St. Vitus Gilde
Het Sint Antoniusgilde was niet het enige gilde dat Well kende. In 1695 werd namelijk speciaal voor de vrijgezelle mannen een tweede gilde opgericht dat zich onder de bescherming stelde van St. Vitus.
Kennelijk was dit een wat vrolijker gezelschap want de leden hadden de verplichting om bij allerlei gelegenheden grote hoeveelheden bier te schenken. Zo schreef het reglement voor dat een nieuw gekozen vaandeldrager een halve ton bier moest weggeven en dat 'krakeel' (ruzie) met een 'vierdel biers' werd bestraft. Wanneer een lid trouwde moest hij het gilde verlaten. Iets wat ook nog eens een halve ton bier kostte.
Maar de leden van Sint Vitus waren niet alleen drinkebroers. Het gilde had ook een voorbeeldfunctie. Het reglement schreef voor dat ze regelmatig de mis bij dienden te wonen. En op vloeken en laster stond een flinke boete. Wie zich slecht gedroeg werd uit het gilde verwijderd.
Verder had Well nog een Onze Lieve Vrouw Gilde en een St. Anna Gilde. Alleen het St. Antoniusgilde heeft de revoluties en oorlogen doorstaan tot aan de dag van vandaag.
Gilde Zilver
Tijdens de Franse bezetting werd hier in Well een schat verborgen. De toenmalige baron van het kasteel werd door de Fransen verantwoordelijk gesteld voor de inlevering van het gildezilver. Het Antoniusgilde was net als de andere gides door de Franse bezetter verboden. De baron echter metselde het gehele zaakje in de muren van zijn middeleeuws kasteel. Bij de bevrijding van de Nederlanden in 1813 was de baron inmiddels dood en hoe men ook kapte in de dikke muren, het zilver werd -en is nog steeds- niet gevonden. Misschien maar goed ook, want nu is de Schutterij van Well nog rijk, al kan ze het niet laten zien. Een klein deel van het zilverwerk dat niet mee verborgen was, moesten de dappere mannen in 1881 uit geldgebrek verkopen. Het zilver bracht niet genoeg op om uit de schulden te komen en het Gilde heeft hierna korte tijd stil gelegen, op 1 lid na. Dat was Peter Mathijs Kleijn, de opzichter van het kasteel. Acht zilveren platen en een zilveren vogel met kroon werden in 1882 door het ministerie van Binnenlandse zaken geschonken aan het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst in Den Haag. David van der Kellen was hier destijds museumdirecteur.
Behalve molenaar was Hendrikus Michels ook actief in het Wellse verenigingsleven. Hij staat afgebeeld als bestuurslid op een foto bij harmonie de Vriendenkring in 1899. Ook was Michels lid van het Wellse Sint Antoniusgilde en hij werd zowaar in 1894 gildekoning.
De Gildekoning behaalt zijn koningschap door het afschieten van de vogel. Hij is de drager van de vogel en het koningszilver. Hij is de belangrijkste vertegenwoordiger van zijn gilde. Het gebruik is dat de koning een koningsplaat laat maken waar zijn beroep in uitgebeeld is. Deze zilveren plaat is zodoende versierd met de Michelsmolen uit het Knikkerdorp.
Kindsheidoptocht ca.1910 -1915.
Het Kindje Jezusbeeld links en het kindsheidvaandel werden meegedragen in de optocht, die hier op het schoolplein is verzameld. Op de achtergrond de woning van Tinus en Mina Simons-Visser, met een van de dochters in het bovenraam (nu Grotestraat 12). Leden van de harmonie de Vriendenkring rondom hun vaandel en het Gilde St. Antonius met hun vaandels en de koning met hoge hoed, staan in het midden. De foto werd door de Wellse fotograaf Jos Drissen genomen vanuit de woning van de hoofdmeester. (Nu Grotestraat 16)
Toen de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) uitbrak, moest iedereen -ook de schutterijen- uit voorzorg hun wapens inleveren.
In 1924 werd Frits Koppes uit het Elsteren lid van het Gilde. De contributie was 25 cent per maand. Op dat moment moest hij nog een half jaar dienen en hij hoefde zodoende maar voor een half jaar te betalen. In totaal dus ƒ 1,50.
Vervolg van de tekst:
Rombededom gaat het telkens maar weer door. .Weer rukken nieuwe gezelschappen aan en weer zien we andere uniformen. De lommerrijke laan loopt vol. Daar in een landauer zit de oudste gildebroeder van de Hollandsche gilde, Antoon de Riet. Met zekeren trots toont hij de bronzen medaille, welke hij pas van H.M. de Koningin heeft gekregen. Hem is een eereplaatsje in den stoet bereid.
Het meest indruk maken wel de Bakelsche gildebroeders. Ze mogen het in marcheeren afleggen tegen anderen, maar ze brengen eendracht mee, die haars gelijke bij de toch reeds zoo rijke en bonte variatie niet kent. Dit opvallend corps is zoo „aussergewöhnlich" geteekend, zoo oer-komisch, dat men de idee niet kwijt kan raken, dat ze uit een kippenren vandaan kernen, waar ze al wat een kip aan veeren heeft, hebben uitgeplukt, deze met een donker-rose kleurstof hebben geverfd en vervolgens op hun groote mutsen gestoken hebben. Onder deze vederbedekking is het alsof ze schuw rond kijken... Roodhuiden en alle wilde stammen van den aardbodem kunnen bij hen gewis nog iets origineels vinden in hun zucht naar overdadigen hoofdtooi.
Maar ze mogen er zijn, die Peellanders. Ze vereenigen wel de meeste aandacht op zichzelf. Als bijzondere attractie gaat een forsch hoerepaarft hun pas vooraf, dat in marschtempo aanhoudend naar links en rechts wijkt. Kleurige rosé slingers zijn over het dier gespannen en zelfs den staart heeft men nog ten nutte gemaakt om er een rosetje in te binden. Natuurlijk missen ze hun blikjesman niet. Over borst en schouders hangen tientallen zilveren — althans blinkende — gildeplaatjes, en een ander is zwaar behangen met medailles en onderscheidingen. Om nog kleurrijker te zijn, behoort bij hun uniform een hel-gele sjerp, terwijl een wijd ontplooid vaandel voorop wordt gedragen.
Er komen schutters met propere witte broeken, met hoeden, waarop een sierlijke pauweveer pronkt of weer anderen, die in model-schutterscostuum zijn gestoken, waar zelfs de rangen van majoor, kapitein, luitenant en vaandrig uit te kennen zijn. Het zilver van de blikjesmannen schittert. Daar is de „bieleman" van de schutterij „St. Anna" te Venray ais een der weinigen, die een dergelijk wapen mee heeft gebracht.
Dan komen enkele Duitsche gezelschappen opzetten. Het zijn er uit Kevelaer. Opgesmukt met een soort groote turban stapt de hoofdman voorop. Andermaal veeren; kippen-, ganzen- en pauweveeren, sieren de hoeden. „Schneidig" komen ze aanzetten. Alles is tip-top : broek in plooi, nette uniformen. Om door 'n ringetje te halen. Enkelen hunner hebben den wandelstok niet thuis kunnen laten. Stram, alsof hun de „krieg" niet vernederd heeft, stappen ze voorbij.
Het is tijd geworden, dat de optocht zich in beweging zet. Muziek galmt en heel Well loopt uit. Het gaat naar het feestterrein toe. Weer roffelt het op de trommen en hoornsignaal slaat door de ruimte.
Op het feestterrein gekomen, opent Baron Weichs de Wenne, beschermheer van den Noord-Limburgschen schuttersbond, de feestelijkheden met een kort woord, terwijl hij de feestvierende gilde feliciteert met.haar 500-jarig bestaan.
Vervolgens spreekt dhr. G. Peters, oud-Burgemeester van Bergen, geboren Wellenaar, de feestrede uit. Na een inleidend woord en nadat hij „St. Antonius" heeft gelukgewenscht, zet hij het gildewezen uiteen en wekt de gildebroeders krachtig op getrouw aan het gilde met haar mooi doel te blijven.
Daarna hadden schietwedstrijd en vendelzwaaien plaats.
01-07-1926. WELL.
Gildefeesten — Zooals reeds gemeld, zal het St. Antonius-Gilde ter gelegenheid van zijn 500-jarig bestaan op Zondag 4 en Maandag 5 Juli a.s. een groot internationaal schuttersconcours organiseeren. Het bestuur van het jubileerende Gilde, bijgestaan door de verschillende Commissies is ijverig in de weer geweest om de grootsche feesten met zorg voor te bereiden. Het glanspunt der festiviteiten zal ongetwijfeld worden de historische optocht, waaraan niet minder dan ruim 50 gilden en schutterijen uit Limburg, Brabant en Gelderland, tot zelfs uit de Rijnprovincie, zullen deelnemen. De Scherpschuttersvereeniging „Oranje Agatha" uit het Land van Cuiik zal den prachtigen stoet opluisteren met hare triomf en zegewagens, met medailles en bekers: Boxmeer zal schitteren met zijn prachtig H. Bloedsvaandel en origineele costuums, terwijl van de overige deelnemende vereenigingen de Heraut's standaardrijders en vaandelzwaaiers in den optocht een schitterend figuur zullen maken. Zaterdagmiddag zullen de feesten geopend worden waarbij, bij monde van den voorzitter der feestcommissie. het feestvierend gilde zal gehuldigd worden. Daarna heeft de aanbieding plaats van een prachtig herlnneringschild en worden de feesten dien dag met een plaatselijken schietwedstrijd besloten. Naast de gewone schietwedstrijden, zal Zondag een wedstrijd gehouden worden in vaandelzwaaien, tromslaan enz., terwijl prijzen beschikbaar worden gesteld voor 't mooiste en oudste zilver, grootst aantal behaalde prijzen, roffelen, tromslaan. enz. De wedstrijden worden Maandag voortgezet. De feesten worden gehouden op het schilderachtig gelegen historische terrein, nabij het kasteel van Dr. Jur. Rich. Wolters, dat feestelijk voor deze gelegenheid is versierd. De hoofdleiding der feestelijkheden berust bil den heer Peters, oud-Burgemeester van Bergen.
Optocht 4 juli 1926. Voorzitter van de feestcommissie: oud burgemeester Gerard Peters, links in de koets.
Optocht 4 juli 1926. Ook Toon de Riet *20-06-1848, uit de Bosserheide had een plaats in een landauer, hij was het oudste Wellse gildelid en had onlangs een koninklijke onderscheiding ontvangen.
Dagblad "Het Centrum" 05-07-1926.
500 - Jarig bestaan van het St. Antonius-Gilde
Oude tradities in eere gehouden
Onze aloude gilden zijn de trots van het Zuiden,de levende getuigenissen vooral van de rotsvaste trouw der Zuidelijke provinciën aan Kerk en godsdienst en gezag.
In oude eenvoudige Roomsche families in Brabant en Limburg is het eerbiedwaardige traditie,dat vaders en zonen van geslacht op geslacht op geslacht leden waren van het gilde, de "schutterij" van het dorp.
Een eeuwfeest van een gilde is voor ons gewest dan ook van eene beteekenis, welke zich beter laat gevoelen dan beschrijven.
Vooral in dezen tijd waarin gewaarschuwd wordt voor het „hellend vlak", nu zelfs in ons Roomsche Zuiden het socialisme invreet, nu vooral zijn de aloude vaandels der gilden, gerafeld en aan flarden van ouderom,van te grootere kostbare waarde, omdat zij ons spreken van Brabants' en Limburgs' trouw en waakzaamheid voor het erfgoed der vaderen.
Zoo werd dan Zondag 4 Juli in het dorp Well het 500-jarig bestaan gevierd van het "St. Antonius-gilde".
Ongeveer vijftig zuster-gilden met de met zilver van den roem omhangen „Koningen" aan het hoofd en de banieren geheven,trokken naar Well op om het feest mee te vieren, dat enorme belangstelling trok,ook van de zijde der autoriteiten.
Voor de groote wedstrijden, zonder welke een rijk en kleurig typisch gildefeest niet denkbaar is,waren medailles geschonken door het Koninklijk Huis, den Commissaris der Koningin in Limburg,Mgr. dr. Nolens, Jonkheer Ruys de Beerenbrouck en tal van andere gildenvrienden.
Eerekruisen en lauwerkransen waren uitgeloofd voor het vendelzwaaien, voor 't oudste eere zilver, 't trommelen en roffelen, de flinkste houding in den optocht, de schoonste vaandels en de kranigste schutters.
De lommerrijke omgeving van het kasteel van Well leende zich gunstig voor de eigenaardige pracht en de plechtigheid rondom het jubileerende St. Antoniusgilde dat in zijn bestaan van vijf eeuwen, in vergeelde documenten en eerbiedwaardige traditie een merkwaardig stuk historie verzameld heeft.
Op 06-07-1926 laat de Nieuwe Tilburgsche Courant deze foto van de optocht zien (de dames rechts in lichte kleding staan bij gildehuis café Drissen)
In de uitgave van 08-07-1926 toont De Limburger Koerier een foto van het deelnemende St. Petrus & Paulus gilde uit Arcen.
08-07-1926 De winnaar vendelzwaaien van het St Willibrordus gilde uit Bakel.
Vendelen.
Het is een eeuwenoud gebruik dat de strijd tussen goed en kwaad uitbeeldt. Nog steeds vormen de vendelwedstrijden op schuttersfeesten en gildedagen een kleurrijk hoogtepunt. De vendelgroet wordt o.a. gebracht tijdens het "lang zal ze leven", waarbij alle vendeliers op een rij (in één gelid" staan) en het vaandel gepresenteerd wordt en driemaal naar beneden wordt geneigd. Het is een eer het vaandel te mogen dragen en zwaaien. Een nog grotere eer is het om de Vendelhulde te mogen ontvangen. De hulde heeft een diepere betekenis. De letters van het woord "Vendel" staan voor Vrede - Eendracht - Noblesse - Discipline - Eer - Lach en Leven
De Wellse Muziek en Gildefeesten van 1926 werden in het jaarboek 1927 van de Limburgsche Illustratie gepubliseerd.
In 1928 werd Mathijs Jans (1857-1943) benoemd tot ere president van het Wellse Gilde. Hij woonde met zijn gezin aan het huidige adres Grotestraat 19.
Het Gilde op zondag 08-11-1931 voor het clubhuis café Arnold Drissen, nu adres Grotestraat 46. Hen Roosen was dat jaar Gildekoning en Grad Wijers ontving een speciale medaille voor zijn 25 jarig lidmaatschap. Op de achtergrond de trofeekast met de erekruisen en lauwerkransen van zilver.
Zittend v.l.n.r. Wim Mulders - Wiel Tissen - Mathijs Jans - koning Hen Roosen - Grad Wijers (zilveren jubilaris) - Sjang Weijs - Hen Driessen.
Staand: Chris Lucassen - Jacob Roosen - Piet Ariaans (met geweer) - Engelbertus (Puul) Lucassen - Bertus Streutjes - Grad Thijssen - Mathes Roosen (met geweer) - Heintje Peters - Jöp Thijssen - Wiel Heuren (met trom) - Grad Rutter (tambour maitre bijnaam Grad den Uul).
Te paard: links Drikus Mulders en Vic Vink - rechts Jan Roosen.
Nieuwe Venlosche courant 30-07-1936. In dit jaar werd Evert Riggeling schutterskoning. Hij was een voerman van beroep en op 11-10-1930 te Rheden getrouwd met Anneke Hermina Pennekamp. In september 1936 werd hun stamhouder Evert Riggeling in Well geboren.
Januari 1937. Het Gilde in vol ornaat tijdens de Oranjeoptocht t.g.v. het huwelijk van Juliana en Bernhard.
Links vaandeldrager Jan van Soest (Bosserheide), Schutterskoning Hen Hagens (de Paad) in het midden, vaandeldrager rechts Hannes Luijpers (Vossenheuvel) en daarnaast Hen de Rijk (Knikkerdorp). Achter de koning loopt Mathijs Jans (Grotestraat). De jonge tambours zijn Karel van Elsen (Bosserheide) en Willy van Bommel (Knikkerdorp). Rechts vooraan tambour maitre Grad Rutter (Grotestraat).
Oorlogsjaren.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog lag het gildeleven in Well noodgedwongen stil. Bij de hevige bombardementen op ons dorp verloor het gilde het complete archief. Het St. Antoniusbeeld uit de gebombardeerde kerk was gehavend maar bleef gespaard. Na de oorlog is het gerestaureerd door Toon Derks uit de Grotestraat. Het gildezilver was door Wim Mulders op de Halve Maan begraven onder een 'schansenhoop'. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen werd het door militairen geroofd, slechts vijf platen werden her en der teruggevonden.
In 1946 nam men de draad weer op en hervatte men het vogelschieten. Voor de oorlog droeg men een blauwe platte pet, een witte broek, een jas van een gewoon pak met een, over de schouder schuin afhangende rode sjerp en voor de koning en commandant een witte singel. Tambour, tambour-maître en de vaandrigs droegen ook een singel. Het uniform van 1946 bestond uit een blauwe platte pet, een witte broek en een witte jas met blauwe epauletten en een blauwe singel. Het bezoeken van wedstrijden en schietconcoursen werd weer opgepakt. Bij het Koningschieten in 1946 werd Thei Heijnen koning.
Gaarde Kasteel Well.
Het kasteel ging na de oorlog een grotere rol spelen bij het St. Antoniusgilde, doordat de schietbomen die in de buurt van de molen hadden gestaan, verplaatst werden naar de gaarde van het kasteel. Eerder werd de vogel geschoten bij de molen van Vink waarbij deze was geplaatst op de rechtopstaande wiek van de molen zelf. Bond.
In Well wordt met wedstrijd schieten gebruik gemaakt van de z.g. "Wip' en niet op houten bolletjes. Ook schiet men hier met een kogel van 6mm in lichtere geweren en niet met een zware buks. Verschillen en reden genoeg om zich aan te sluiten bij de 'Kring van het Land van Cuyk' en niet bij een Limburgse bond.
Vervolg van de tekst: Dit wapenfeit moet wel de onmiddellijke aanleiding zijn geweest tot de oprichting van het Wellse schuttersgilde. Positieve gegevens van het gilde dateerden pas van 15 Juli 1435. Waarom men de H. Antonius als patroon uitkoos, is ’n raadsel. Zeker is, dat onze voorouders een grote verering gehad moeten hebben voor deze heilige, want vele kerken, kapellen en gilden uit die tijd werden aan hem toegewijd. In de heerlijkheid Well b.v. de kapel v.an de H. Antonius-Abt te Aijen. Omtrent de eerste levensjaren van het gilde is weinig bekend. In 1586 werden de renten van het gilde, met voorkennis van de Bisschop van Roermond verzameld, ten einde hulp te verlenen in de desolate toestand van de parochiekerk. Hoe herhaalt zich de geschiedenis, dat nu, ruim 350 jaar later, het gilde weer in de bres springt en meehelpt aan de opbouw van de verwoeste kerk. In het jaar 1641 werden de leges, wetten en condities opnieuw vastgelegd en mede ondertekend door pastoor Raets en de kerkmeesters. Door dit reglement, zoals we het nu zouden noemen, krijgen we een goede kijk op de oude gilden en hoe allerlei, ook kerkelijke verplichtingen op de leden rustten.
WAS EN GERSTENAT. Zo was verplichtend gesteld, dat hij die ingeschreven wenste te worden in de broederschap, aan het altaar van de patroon een half pond was moest offeren en voor de gildebroeders een halve ton bier moest geven. Het gehele reglement werd hem voorgelezen en het nieuwe lid beloofde door handslag met de gildemeesters, dat hij alle artikelen aanvaardde. Indien een lid kwam te overlijden, moest de bode van het gilde de medebroeders oproepen om de begrafenis bij te wonen. De erfgenamen van de overledene hadden de plicht een „gelag" te geven en een halve ton bier. Op het feest van de patroonheilige en de eerste Maandag van de Vasten, als het erfjaargetijde werd gehouden, moesten de gildeleden offeren. Degene die de kerk niet bezocht verbeurde een vierde ton bier. In de processie moest het beeld van St. Antonius door de broeders worden meegedragen. Bovendien was voorgeschreven dat men twee aan twee diende te lopen en straf in ’t gelid. Zo iemand in de processie „vol ende zat wesende”, die zou voor straf een pond was aan het altaar van de patroonheilige moeten geven. Niemand zou in de processie mee mogen met de hoed op „op poene als voormeld, ofte ’t mogte wesen dat iemand krankelijk ofte ziekelijk was, deze zijn geëxcuseerd". Het vogelschieten diende plaats te hebben op Pinkstermaandag of St. Vitusdag. Alleen de Graaf mocht ’n plaatsvervanger hiervoor aanwijzen. De Graaf, als beschermheer zijnde, schonk de nieuwe koning een rijksdaalder of nieuwe hoed. Zo iemand driemaal koning werd in successie, dan werd hij tot keizer uitgeroepen. leder jaar na de processie van kermis, werd een nieuwe vaandeldrager aangewezen door de aftredende vaandrig. Dit moest iemand zijn die het vendel nooit eerder gehad had. De nieuwe vaandrig moest dan de broederschap vereren met een halve ton bier. Vloeken en lasteren van leden, werden gestraft met een pond was voor het Antoniusaltaar (O goede oude tijd!) Ruziemakers verbeurden een halve ton bier, met dien verstande, dat deze straf alleen sloeg op degene, die 't krakeel veroorzaakt had. Daar moesten de gildemeesters over beslissen. Iemand die door zijn gedrag het gilde in opspraak bracht werd als lid geschrapt.
BLOEITIJD. Natuurlijk beleefde het gilde perioden van bloei en verval. Het hoogtepunt en de grootste bloei moet wel geweest zijn in de tijd van Graaf Max de Pas de Feuquières. Deze had op Vitusdag 1692 de vogel afgeschoten en werd als koning uitgeroepen. Deze Graaf heeft veel voor het gilde gedaan en op alle manieren gesteund. Bij de komst der Fransen werden de gilden lamgelegd. Bovendien moesten alle zilveren bezittingen aan de bezetter worden uitgeleverd. Baron de Liedel heeft van het Antoniusgilde nooit iets afgestaan, ’t bleek spoorloos verdwenen. Aangenomen wordt, dat hij het in het kasteel verborgen heeft, waar het dan nu nog moet zitten. In 1813 had het eerste vogelschieten weer plaats op de traditionele plaats, de Meulenberg. Simon Stoffels werd koning en evenals vroeger, trok men na afloop naar het kasteel, waar de Baron de koning, officieren en leden onthaalde op wijn en bier. Bovendien kreeg het gilde toen van hem een nieuw vaandel, nieuwe pieken en nieuwe sjerpen. Nadat men goed gedronken had, werd door de Baron aan de broeders „een goed eten opgedist, dat insgelijks met wijn en bier vergezelschapt was.
HET ZILVER VERKOCHT In de zeventiger jaren van de vorige eeuw raakte het oude gilde in verval, vooral door het feit dat een kasteelheer, die de broederschap patroneerde er niet meer was. Zo kon het gebeuren dat het mooie zilverwerk, dat sedert 1813 verkregen was en het altaar van de H. Antonius-Abt sierde, verkocht werd. Het grootste deel er van is toen in het Rijksmuseum te Amsterdam terecht gekomen. Op het einde der eeuw werd het gilde weer opgericht en op 4 en 5 Juli 1926 werd het 500-jarig oprichtingsfeest herdacht onder de gildemeester M. Jans, secretaris A. Willems, commandant M. Wijers en commissarissen P. Sijberts en H. Reiniers.
Zo zijn we nu weer een kwart eeuw verder en maakt de schutterij zich op, om 17 en 18 Juni, tezamen met het internationaal gezelschap dat medewerking heeft toegezegd, ’n gulden bladzijde toe te voegen aan haar historie. Veel heeft het oude gilde aan glans verloren. De oorlog ontnam haar alles, maar dan ook letterlijk alles. Moderne ontspanningen, zoals voetbal, rennen, enz. hebben de schutterijen bovendien naar een tweede plan verwezen. Moge dit 525-jarig bestaansfeest meehelpen om het grote publiek weer liefde bij te brengen tot de oude gilden.
In 1953 nam het Antoniusgilde deel aan een optocht in Weeze met gildekoning Math Linders (van de Pyloriushof op de Kamp)
Mei 1955, in clublokaal "Onder de Linden", nadat zaalhouder Man Klabbers koning was geworden. Voor zover bekend zijn dit v.l.n.r.
Achteraan: Thei Rutten (Bosserheide) - Jan Mulders (Leuken)? - Frits Koppes (Leuken) - Wiel Rutten (Papenbeek) - NN - NN.
rij 2: met vlag Math Linders (de Kamp) - Wim Peeters (Vissert) - Thei Zegers (de Kamp) - Wim Simons (Grotestraat) - koning Mantje Klabbers - Grad Martens ('t Zand) - Theo van den Hoef (Bosserheide) - NN - Petran Theunissen - Jan Roosen (Leuken) - Jan van Soest (Papenbeek) - Vaandeldrager NN
Zittend: Math Koenen (Leuken) - Grad Wijers (Moleneind) - Hen Roosen (Bosserheide) - Piet Roosen (Bosserheide) - Toon de Riet (Elsteren) - Grad Klabbers (Leuken)
Trommelaar NN - tambour maître Chris Lucassen (Bosserheide) en trommelaar NN.
Aanvullingen - verbeteringen s.v.p. melden via het contactformulier.
Het was een fleurig schouwspel toen zondag de verenigingen, die bij gelegenheid van het 530 jarig bestaansfeest van het Sint Antoniusgilde naar Well waren gekomen, in vol ornaat en voorafgegaan door de harmonie door het dorp trokken. Na de optocht trok men naar de kasteelgaarde waar hat feest officieel geopend werd door de voorzitter van het feestvierend gilde de heer G. Wijers, die allen een hartelijk welkom toeriep, waarna de feestrede werd uitgesproken door de heer J. Daemen. In de feestrede werden de wederwaardigheden van de afgelopen 530 jaren nog eens opgehaald. Hierna werd de strijd aangebonden op de schietbomen, in het vendelzwaaien, roffelen enz. Alles had een sportief en spannend verloop en de aanwezigen volgden met belangstelling de verrichtingen. Alleen was een regenbui nog even spelbreker bij de schietwedstrijden. De diverse uitslagen waren : Prijzen optocht : le prijs St. Antonius, Groesbeek 2e prijs St. Petrus en Paulus, Arcen; 3e prijs Dionisius, Heyen; 4e prijs Zandakker, Venray. Prijzen optocht Duitse verenigingen : le prijs Schravelen 2e prijs Wemb. 3e prijs Bottrof, Essen.
Vendelzwaaien : 1e prijs Schravelen, Duitsland; 2e prijs Heijen; 3e prijs Groesbeek. Trommelen, roffelen : Korps: 1e prijs, Groesbeek; Personeel : 1e prijs H. Janssen, Geysteren; 2e prijs : P. Janssen, Geijsteren. Corps-vaste paal : 1e prijs Beugen; 2e prijs: St. Agatha; 3e prijs: Oeffelt; 4e prijs Groesbeek; 5e prijs: Cuyk; 6e prijs: Milsbeek; 7e prijs: Gennep; 8e prijs: Aijen; 9e prijs: Zandakker, Venray; 10 prijs : Afferden. Corps-vaste paal (Duitse ver.) 1e prijs: Bottrop, Essen; 2e prijs: Wemb; 3e prijs: Weeze; 4e prijs: Schravelen. Extra aanbieding : 1e prijs: Oeffelt; 2e prijs: Beugen; 3e prijs: Bergen; 4e prijs: Milsbeek; 5e prijs: Oeffelt; 6e Milsbeek; 7e prijs: Bergen; 8e prijs : St. Agatha. Personeels-vaste paal: 1e prijs: J. Diebels, Bergen; 2e prijs: A. v. Vondenen, Oeffelt; 3e J. Franssen, Oeffelt; 4e prijs: H. Nillissen, Oeffelt; 5e prijs: A. Grutters, Oeffelt; 6e J. Arts, Milsbeek; 7e prijs: J. Rutten, Bergen; 8e prijs: Thijssen, Milsbeek. Personeel-vrije hand : 1e prijs: P. Gosseno, St. Agatha; 2e prijs: Werepas, St. Agatha; 3e prijs: C. Wijers, Bergen; 4e prijs: B. Janssen, Milsbeek; 5e prijs: J. van Rhee, Bergen; 6e prijs: A. Baltissen, Geijsteren; 7e prijs: J. Mulders, Bergen. Koningskruis : J. Rutten, Bergen; Erekruis : P. Goosens, St. Agatha.
Dagblad voor Noord-Limburg 19-07-1956.
29-04-1962. Het Gilde vormde een erehaag voor hun gildebroeder Hen Roosen die 50 jaar getrouwd was met Kaat Roosen-van Elsen. De koning 1961-'62 was Theo van den Hoef.
Foto 1: Gildeheer pastoor Theo Driessen doet een gooi naar het koningschap en lost het eerste schot. Voorzitter Dries Cornelissen ('t Zand) kijkt lachend toe.
Foto 2: Hen Roosen uit de Bosserheide was vanaf 1903 onafgebroken lid en 3 keer koning. In die jaren werd de vereniging in de volksmond "de schutterij" genoemd.
Foto 3: Pastoor Driessen in gesprek met Dries Cornelissen. Rechts naast hen Martien van Soest (Papenbeek) en Wim Theunissen ('t Leuken). Links o.a. Martien Linders (de Kamp), Jan van Soest (Papenbeek) en Herman Hendrix. (Eendekooi - Wellsmeer)
Uniformen in Middeleeuwse stijl.
De nieuwe gildegeest vereiste ook een andere aankleding. Het tot dan gebruikte uniform had nogal wat bezwaren. De Wellse bevolking droeg bij aan een nieuwe kostumering. In 1963, bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van Pastoor Driessen, kreeg het Gilde zijn prachtige kostuums en ging een periode van ongekende bloei tegemoet. Als kleuren van de kostuums werden blauw en wit van het Wellse wapen gekozen. Blauw voor de hoed, broek en jas, wit voor de struisverenpluim, kraag, manchetten, singel en kousen. In 1964 werd op 2e Pinksterdag het nieuwe vaandel, vervaardigd door de zusters van Aarle-Rixtel, ingezegend. Tevens kreeg het Gilde toen 2 nieuwe vendels. Sindsdien heeft Well zijn vendeliers die immers bij het Gilde horen.
1963. Het St. Antonius gilde in de nieuwe uniformen, met gildepriester Pastoor Theo Driessen en naast hem, erelid Hen Roosen.
Verder v.l.n.r. Wim Peeters - Sraar van Vegchel - Martien Linders - Gert Ripkens - Herman Linders - Jan Denissen - Wim Koppes - Frits Koppes - Dries Cornelissen - Gert Valckx - Theo van den Hoef - Sjef Wijnen - Toon de Riet - Roel Hendrix - Ger Hebben - Martien van Soest - Martien Peters - Herman Koppes en Jan van Soest.
In 1964 werd op 2e Pinksterdag het nieuwe hoofdvaandel ingezegend. Het is gemaakt door de zusters van Aarle-Rixtel. Ook kreeg het Gilde toen 2 nieuwe vendels. Sindsdien heeft Well zijn vendeliers die immers bij het Gilde horen.
Koningschieten op de kasteelgaarde in 1966
Het gilde, compleet met het eerste koningspaar Jan en Nellie van Soest, bestuur en erelid Hen Roosen, in 1967 bij gildehuis Thom Vink.
Staand v.l.n.r. Leo de Riet - Theo Hagens - Ger Rutten - Toon de Riet - Gerrit Hagens - Sjef Wijnen - Sraar van Vegchel - Roel Hendrix - Herman Koppes - Wim Koppes - Martien Linders - Toon Arts - Peter Sijberts - Dries Cornelissen - Nöl Denissen - Gert Valckx - Michel Cornelissen - Wim Theunissen - Herman Mulders en Piet Deegen.
Zittend: Frits Koppes - Math Linders - pastoor Driessen - Nellie van Soest Jansen - Jan van Soest - Hen Roosen - Thomas Vink.
Vooraan Hayke Theunissen, zoon van Wim, die de vogel mag dragen
In 1968 schoot Wim Koppes uit 't Leuken de vogel naar beneden en werd hem de lauwerkrans omgehangen.
Rechts: Commandant Jan van Soest, compleet met sabel. Hij was de Koning van 1967 met Koningin Nellie.
In 1968 was erevoorzitter Hen Roosen maar liefst 65 jaar onafgebroken lid van het St. Antoniusgilde. Hiervan had hij 20 jaar zitting in het bestuur. Drie maal was Hen koning. Als 16 jarige was hij bij de schutterij gekomen, net als zijn vader Kobus Roosen (zie foto uit 1893).
Namens H.M. de koningin ontving de jubilaris uit handen van burgemeester Huyben op 08-04-1970 een koninklijke onderscheiding in zilver. Harmonie de Vriendenkring bracht 's avonds een serenade in Eldershome, waar Hen destijds woonde.
11 mei 1975, voorafgaand aan het koningsschieten, met het koningspaar uit 1974: Gert en Mien Valckx - van Dommelen.
Staand v.l.n.r.: Jan Hendrix - Herman Mulders - Karel Roosen - Herman Sengers - Sraar van Vegchel - Herman Koppes - Piet Zegers - Jac Kessels - Mien Valckx - Pierre Koppes - Gert Valckx - Sjraar Huibers - Joep Arts - Herman Sprunken - Henk Roosen - Peter Verrijdt - Jos Vink - Herman Eikmans - Ger Kessels - Martien Linders - Martien Valckx - Wilbert Vane met schild - Jan Wolters en Jan van Soest.
Zittend: Wim Koppes - Gerrit Hagens - Ger Rutten - Frits Koppes - pastoor Driessen - Wim Koppers - Thomas Vink - Roel Hendrix - Toon de Riet - Toon Arts.
Vooraan: Henk Verrijdt - Michel van Vechel - Kees Vane - Nico Kessels - Rob Mulders - Joop Kessels - Ger Arts - Peter Cornelissen - Geert Valckx - Harry Kessels.
Het gilde houdt de dodenwacht bij de kist met het stoffelijk overschot van pastoor Theo Driessen. De parochianen konden in de kerk van hun parochieherder afscheid nemen.
Pastoor Driessen werd geboren in Tegelen op 27-11-1911 en stierf te Venlo op 16-01-1976. Hij was pastoor in Well van 1961-1972
(links met de klok mee): Jantje Kessels - Jac Kessels - vaandrig Herman Mulders - Martien Linders - Henk Roosen en Piet Zegers.
De volgende wacht bij de overleden gildepriester: Toon de Riet, het koningspaar Nel en Joep Arts - Ripkens met daarachter Ger Rutten. Rechts: Gert Hagens - Karel Roosen en Sraar van Vegchel.
Op 2 juni 1979 openen de hellebaardiers Martien Linders en Gerrit Hagens de grote toegangspoort van kasteel Well, met burgemeester Ed Meijer, zodat hij de Vituskermis kan openen. Deze kermis, een oud gebruik, was eenmalig weer in het leven geroepen, om geld te verzamelen voor de reis naar Wenen van het Wellse Jeugdkoor.
Fotoverzameling 1968 t/m 1980
Opening van de Koninginnebrug op 12-11-1980. De vendeliers van de Gildes uit Well en Geijsteren zwaaiden volgens de traditie sierlijk met hun vaandels.
Verzameling vanaf 1981
Gilde St. Antonius in 1982 met Koningspaar Herman en Mia Hendrix-Linders.
Het Jubileumjaar 1985 was een hoogtepunt voor het 550 jarige Gilde.
Tijdens het Pausbezoek in Nederland in 1985 werd op Maastricht Airport een plechtige Eucharistie viering bijgewoond. Het was een massaal gebeuren. Toch blijft zo'n gebeurtenis je heel lang bij. Kort na het bezoek aan de Paus was de Vrije Gildedag te Well aan de beurt. Het 550-jarig bestaan voor ons Gilde was een feest met vele hoogtepunten. Het Gilde ontving de Koninklijke Erepenning van H.K.H. Koningin Beatrix.
Het had de hele week enorm geregend. Met pallets en extra zand werd geprobeerd de gaarde van het kasteel zo bereikbaar mogelijk te maken. Op zondag 30 juni 1985 zorgde een stralende zon voor een prachtige dag in een geweldige ambiance op de gaarde van het kasteel. Ongeveer 40 verenigingen namen deel aan deze Vrije Gildedag.
Het Sint Antoniusgilde uit Well treedt aan met veertig man, bedreven in het omgaan met trom, klaroen en vendel.
Onderschrift krantenfoto 04-05-1985: Schutterijen behoren tot Limburgse eigene. Als vanzelf sprekend zijn zij ook present bij de pauselijke Eucharistieviering op de luchthaven van Maastricht. Na afloop treden zij op met slaande trom & vliegend vaandel.
Vrije Gildedag 1985 op de kasteelgaarde: De opmars van veertig verenigingen was een luidruchtige en zeer indrukwekkende gebeurtenis.
Voorzitter Gert Valckx begeleidt zanger Dannie Christian naar de feesttent op zondag 6 juli 1986.
Jarenlang traden bekende bands en topartiesten op in de twee weekenden van de Gildefeesten in de tent. Eerst stond de feesttent aan de Kasteellaan kant, later een grotere aan de Sterrenbos. Bekende artiestennamen uit die tijd waren o.a. De Boertjes van Buuten - Bonnie St. Claire - Willem Dyun - Yvonne Keely. Er was voor alle leeftijden en elk wat wils zoals disco shows - kindervoorstellingen en matinees met een dansorkest en seniorenmiddagen.
Reizen.
Na de reis in mei 1980 naar het Europees Gildetreffen te Salzburg, Oostenrijk was de reislust binnen het Gilde ontwaakt. Na een reis naar het Schwartzwald in het begin van de jaren tachtig werden er ook uitstapjes ondernomen naar de omgeving van Trier. In 1994 is een reis gemaakt naar het Europees Koningschieten in Medebach. Aan een optocht van 252 Gilden, Brüderschaften, Schutterijen etc. werd deelgenomen. Het Gilde was onder de indruk van de hartelijke sfeer tussen de Gildebroeders uit de verschillende landen. Een hartelijk weerzien met Poolse Gildebroeders na Genk 1992 maakte een spontaan idee los. Het kwam uiteindelijk tot de oprichting van een Reisfonds. Door maandelijks bij te dragen in dit reisfonds, hoeven de financiën geen belemmering te zijn om in 1998 in Krakau het Europees Koningschieten bij te wonen. Het Reisfonds stelde het Gilde in staat om in 2000 aan het Europees Koningschieten in Garrel (Dld) deel te nemen. Het hoogtepunt van 1998 is de reis naar Krakau. Na een lange busreis komt het Gilde aan bij haar hotel, zeer in de nabijheid van het feestterrein. Gedurende het verblijf in Krakau wordt er een bezoek gebracht aan Auschwitz. Dit maakt een enorme indruk op de Gildebroeders en Gildezusters. Ondanks het feit dat aan de optocht in stromende regen deelgenomen is, zal het Europees Koningschieten in Polen onvergetelijk blijken te zijn.
Hellebaarden.
In 1989 werden door een aantal Gildebroeders vier hellebaarden gemaakt. Ten behoeve van het algemeen klassement op de Gildedagen vormen deze attributen een welkome aanvulling.
04-05-1990. In dit jaar werd het Monument der Gevallenen op de Hamert geadopteerd door het Wellse St. Antoniusgilde. Het gilde maakt alles schoon en is ieder jaar aanwezig bij de Dodenherdenking en houdt dan de erewacht.
Op 17 januari 1992, rukte het St. Antoniusgilde in vol ornaat en met slaande trom uit. De dopeling Geert, zeven dagen jong, is namelijk een koningskind. Zoontje van het koningspaar dat samen met de gildebroeders en zusters op 17 jan, de naamsdag van de H. Antonius , het traditionele St. Tunnesfeest viert. Papa Piet Zegers behaalde op 1 mei 1991 de Koningstitel met vogelschieten.
Koningin Gertie, droeg de kleine Geert naar de St. Vituskerk en daar werd hij gedoopt door de gildepriester pastoor Maessen. Voor koningskind Geert was een doopjurk gemaakt van hetzelfde stof als de koninginnejurk van mama. De doop van een koningskind op de naamdag van de H. Antonius is een primeur bij het eeuwenoude gilde. Pastoor Maessen naam tijdens het toedienen van het dopen de vrijheid om de naam Antonius aan Geert zijn doopnamen toe te voegen. Hiermee was Geert ook ingezegend als Gildebroeder.
Koningschieten.
Op de eerste zondag in mei is traditioneel het koningschieten van het Sint Antoniusgilde. Na de loting voor de volgorde van schieten bij gildehuis Café Vink vertrekt het voltallig Gilde richting de Gaarde bij het kasteel. Het eerste schot wordt door de gildepriester gelost.Tegelijk met de jeugd schieten ook de volwassenen de wedstrijd op de wip. De winnaar zal het komende jaar het Schutterskruis dragen. De volgende activiteit is het vogelknuppelen voor de dames. Twee vleugels, de staart en de kop vallen als eerste en dan is het spannend wie met de beste worp de romp naar beneden gooit.
Gilde St. Antonius in 2001 met het Koningspaar Jan en Nellie Wolters - Hendriks
ALBUM Gildekoningen, Gildekoninginnen en Koningsparen vanaf 1966.
St. Antonius Gilde 560 jaar.
Ook 1995 is een lustrum voor het St. Antoniusgilde. 560-jaar bestaansfeest en wederom een Vrije Gildedag. Zondag 2 juli komen 48 Gilden naar Well. Evenals vorige keren uit Brabant, Limburg, Gelderland en Duitsland. Tijdens de koffietafel na de gebruikelijke H.Mis, heeft burgemeester Klaverdijk een verrassing voor Gildebroeder Toon de Riet. Toon wordt een koninklijke onderscheiding opgespeld voor zijn 50-jarig lidmaatschap van het Gilde. Emerson College biedt de gelegenheid om op de binnenplaats van het kasteel de ere-wijn aan te bieden. Onder een stralende zon wordt de Gildedag gehouden. De Gildebroeders kijken terug op een zeer geslaagde Vrije Gildedag.
Aan het begin van de nieuwe eeuw in het jaar 2000 schrijft het Gilde:
Terugkijkend op de laatste 2 decennia, hebben er 3 structurele veranderingen plaats gevonden.
De traditionele gildefeesten eind juni/begin juli zijn, nadat eerst door de Gemeente niet langer vergunning gegeven werd voor 2 weekeinden, tot 1 weekend beperkt moeten worden.
Echter, de belangstelling liep zo ver terug dat eind jaren negentig is besloten geen tentfeest meer te houden.
Het traditioneel afhalen van de Koningin en haar Koning in het laatste weekend van juni is gebleven.
De H. Mis is weer in de kerk en de receptie in Gildehuis Vink.
Begin jaren ’80 werd een gildefeest bezocht in het Gelderse. Hier maakte het Gilde kennis met het Vogelknuppelen voor Gildezusters.
Dit Vogelknuppelen is op dezelfde dag als het Koningschieten.
Wanneer de vleugels en kop van de Koningsvogel zijn geschoten, gaan de Gildezusters hun vogel naar beneden halen.
Deze vogel wordt niet ieder jaar opnieuw gemaakt maar bestaat uit een romp, herplaatsbare vleugels, kop en staart.
Op een paal van ongeveer 5 meter hoogte wordt de vogel geplaatst en de Gildezusters proberen nu met een stok van ca. 50 cm. lengte de delen van de vogel naar beneden te halen.
Wie uiteindelijk de romp naar beneden haalt is knuppelkoningin.
Deze vogel is, net als meer dan 25 koningsvogels, gemaakt door Gildebroeder Roel Hendrix.
Op de jaarvergadering in januari 2000 is besloten dat het St. Antonius Gilde uit Well vrouwen op wil nemen als lid van haar Gilde.
Onder de bescherming van St. Antonius Abt ziet het Gilde zowel de nabije als verre toekomst hoopvol tegemoet.
Marlies Eikmans-Sijberts schreef in 2008 historie toen zij de eerste vrouwelijke koning van het Wellse Gilde werd.
2010 JUBILEUMJAAR - ST. ANTONIUS GILDE 575 JAAR.
Album 24-04-2010 Koningschieten op de kasteelgaarde, foto's MaTiKo.
Verenigingskoningschieten 2010.
Zaterdag 15 mei werd na een innoverende strijd tussen 8 teams en zo’n 80 deelnemers in totaal in de finale het verlossende schot gelost door Geert Kusters. Hij schoot de vogel naar beneden in de finale en verwierf daarmee de titel "Verenigingskoning".
Het verenigingskoningschieten vond plaats op de Gaarde bij het kasteel en werd georganiseerd door het St. Antoniusgilde uit Well. Dit gebeurde als een van de festiviteiten in het kader van het 575 jarig bestaan van deze vereniging.
Deze vriendengroep had zich speciaal uitgedost voor deze gelegenheid en deed een gooi naar de titel verenigingskoning. Het mocht niet baten. Maar de pret was er niet minder om.
Het Antoniusgilde na de jaarlijkse Gildemis op 27-06-2010 met Koningspaar Herman en Marlies Eikmans-Sijberts. Herman schoot op 24 april de vogel.
Op de trappen v.l.n.r. Piet Welbers - Sraar van Vegchel - Peter van Vegchel - Sjaak Smits - Vendeliers Bas Peeters - René Eikmans en Rob Welbers - Koningspaar Marlies en Herman Eikmans - Sraar Deckers - Martien Linders - Maartje Eikmans - Noud van Rens - Pierre Koppes - Henk Reiniers - Piet Zegers en Jan Wolters.
Vooraan: Jan Hendrix - Rob Peeters - Hans Zegers - Wilco Reiniers - Gijs Welbers - Dirk Deckers - Silke Deckers - Majke Welbers - Ymke Deckers - Ilse Reiniers - Geert Zegers - Maik Eickmans - Gertie Eickmans en Jan Teeuwen.
Tot in 1962 was het clublokaal van het Gilde in de kom van ons dorp. Bij o.a. Jan Esser (kuiper en tapper), Arnold Drissen (veerman en kastelein) in café het Anker (foto 1931) en daarna in zaal "Onder de Linden" (foto 1955). In 1962 werd van clublokaal veranderd en ging het Gilde, inclusief hun prijzenkast, naar Thomas Vink in de Sterrenbos. In 2020 werd zaal-café Vink verkocht en was er geen horeca bestemming meer op het pand. Het nieuwe gildehuis werd toen MFC de Buun.
Het koningspaar René Eikmans en Richelle van Soest met de gildeleden en gildepriester pastoor Clemens in 2017
Mirjam Welbers-Theeuwen schoot de vogel in 2019. Omdat er geen koningschieten was in de Corona jaren 2020 en 2021 bleef ze drie jaren achter elkaar de titel behouden.
In de bijna 600 jaar dat het St. Antonius Gilde bestaat heeft het mooie en moeilijke perioden doorgemaakt. Ondanks alles waren er steeds Wellenaren die de draad weer oppakten. Zij hebben er aan bijgedragen dat veel mooie gebruiken uit het verleden bewaard bleven.
Meer historie, info en foto's staan op de website van het Gilde. en op Gilde Well Facebook
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)