Boerenleenbank Well.
Opgericht 09-12-1911.
"Van voorkamer tot geldkiosk".
Een eeuw bankzaken in Well.
De Duitser Friedrich Wilhelm Raiffeisen wilde de armoede onder de boerenbevolking bestrijden. Zijn idee: je bestrijdt armoede het beste door mensen te helpen om zichzelf te helpen. Zijn oplossing: de kredietcoöperatie. Dat is het idee dat ten grondslag ligt aan de Boerenleenbank.
Halverwege de 19e eeuw heerste er onder de boerenbevolking in het Duitse Westerwald armoede en hongersnood. Burgemeester Raiffeisen wilde het leven van zijn inwoners verbeteren en tegelijkertijd een einde maken aan de heersende woekerpraktijken. Hij richtte daarom een liefdadigheidsvereniging op. Maar dat bleek geen echte oplossing. Bij Raiffeisen ontstond de gedachte dat voor duurzame verbeteringen zelfhulp meer zin had dan liefdadigheid. Daarom vormde hij in 1864 zijn liefdadigheidsvereniging om in een kredietvereniging. Deze Heddesdorfer Darlehnskassen-Verein bracht plaatselijk spaargeld bijeen om daarmee te voorzien in de lokale behoefte aan krediet. In 1866 schreef Raiffeisen een boek over zijn inzichten en ervaringen. Daarin introduceerde hij zijn uitgangspunten voor een coöperatieve bank. Dat zijn: gelijke en onbeperkte aansprakelijkheid van de leden (met een gekozen bestuur uit eigen kring), kosteloos beheer, reservering van de winst, een lokaal werkgebied en plaatselijke zelfstandigheid met mogelijkheid tot aansluiting bij een coöperatieve centrale bank.
Nederland was eind 19e eeuw een verzuilde samenleving. Iedere christen diende te leven naar de eigen christelijke beginselen.Tegenstellingen tussen katholieken en protestanten zorgden ervoor dat in 1898 in Utrecht een protestantse “Raiffeisenbank” werd opgericht en in Eindhoven in hetzelfde jaar een katholieke “Boerenleenbank”. Pas in 1972 zouden deze twee coöperaties fuseren tot de huidige Rabobank.
De Boerenleenbank als kredietcoöperatie in Well.
De eerste Boerenleenbank in de gemeente Bergen werd opgericht in Heijen. Dit geschiedde namelijk drie maanden voordat de oprichting van een Boerenleenbank in Bergen een feit werd en drie jaren voordat Afferden en Well de beschikking kregen over een plaatselijke Boerenleenbank. In Siebengewald en Wellerlooi werd pas veel later, respectievelijk in de jaren 1921 en 1946 een Boerenleenbank opgericht.
In 1911 werd er in Well onder leiding van Gérard Peters, burgemeester van de gemeente Bergen, door een stel vooraanstaande inwoners over dit soort geldleningen voor de boeren en sparen in ons dorp vergaderd. Tijdens deze vergadering werd de Boerenleenbank in Well opgericht. Gérard Peters was een geboren en getogen Wellenaar en zeer begaan met de landbouwers. Nadat de statuten in de Staatscourant hadden gestaan was de Boerenleenbank Well op 9 december 1911 officieel een feit. Er traden op de eerstvolgende vergadering van 27-02-1912 meteen 92 leden toe. Brouwer-wethouder Herman Koppers werd voorzitter, zijn portret heeft alle jaren in het bestaan van de bank in de directiekamer gehangen. Meester Piet Arts was de eerste secretaris-kassier, Antoon Seuren en Chris Kessels bestuursleden, Gerardus Daemen, Gerardus Heiligers en Gerardus Peters waren lid van de Raad van Toezicht. Pastoor Hubertus Gudden werd vanwege rechtswege geestelijk adviseur en hield alles mee in de gaten. Kredieten werden volgens de regels, alleen verstrekt aan goede, degelijke katholieke boerenmensen. Had je b.v. een gemengd katholiek / protestants huwelijk, of zoals in latere jaren voorkwam dat je samenwoonde, dan werd er geen krediet verstrekt.
Herman Koppers, brouwer, wethouder en voorzitter van Wellse Boerenleenbank.
Uit de krant van 24-02-1912. Op deze 1e openbare vergadering van 27-02-1912 traden meteen 92 leden toe.
Meester Piet Arts. De eerste Wellse Boerenleenbank secretaris-kassier. Hij moest zelf voor een ontvangstruimte zorgen. Ook de inrichting hiervan was een zaak van de kassier. Het enige waar het bestuur voor zorgde was de kluis.
De woning van fam. Piet Arts waar kantoor werd gehouden van dec.1911 tot jan.1934.
Kantoor.
In de huiskamer van meester Piet Arts in de Schoolstraat, nu Grotestraat tegenover het oude kerkhof, vanaf 1934 bij Sjang Krebbers (hoek Kasteellaan-Grotestraat) en nog later in de “groeëte kamer” van Thei Hofmans op de Paad (nu het Leuken 20) kon men z’n verhaal doen en speelde de geldhandel zich daar af. De gang en keuken dienden als wachtruimte. Toen op 1 december 1946 Thei Hofmans kassier werd, moest zijn zwager Nöl Albers uit de Hoenderstraat noodgedwongen aftreden als bestuurslid want familieleden in het bestuur was taboe. De boerderijwoning van Hofmans was bereikbaar via een smalle weg met aan weerszijden een doornen haag. Menig fietsband werd hier lek gereden. Kassier zijn was een nevenfunctie voor boer Hofmans. Vaste openingstijden waren er niet, dus de kassier was dagelijks ook vele uren bezig met het werk voor de bank, waarvoor hij het boerenwerk telkens moest onderbreken.
Sjang Krebbers. Hij beheerde het hulppostkantoor en werd na de dood van Piet Arts secretaris-kassier van de Boerenleenbank. Aanvankelijk thuis op Grotestraat 45, na zijn trouwen in september 1934 in het nieuwe huis aan de Kasteellaan 25.
02-12-1936. Nieuwe Venlosche Courant.
vervolg van de tekst:
Om 2 uur vond in de zaal Klabbers de feestvergadering plaats. Deze vergadering werd bijgewoond door Z. Exc. mr. dr. L. N. Deckers, minister van Landbouw en Visscherij; oudburgemeester G. Peters, thans te Den Haag; dhr. Verbeeten, hoofdinspecteur der Coöp. Centr. Boerenleenbank te Eindhoven en andere genoodigden. Voordat de vergadering geopend werd, stortte de geestelijk adviseur een kort gebed voor de vervolgde geloofsgenooten in het buitenland. Hierna opende de voorzitter, dhr.H. Koppers, de vergadering, waarbij hij alle aanwezigen, maar zeer in het bijzonder minister Deckers, oud-burgemeester Peters en dhr. Verbeeten, welkom heette. Hij gaf daarna het woord aan den secretaris die een keurig verzorgd overzicht gaf van de voornaamste feiten en gebeurtenissen in de afgeloopen kwart-eeuw. Spreker begint met hulde te brengen aan de drie bestuursleden, dhrn. Koppers, Heiligers en Daemen, die alle drie heden hun 25-jarig lidmaatschap herdenken en biedt hun uit erkentelijkheid een cadeau aan. Ook 42 leden der Bank vieren heden hun 25-jarig lidmaatschap. Voorts herdenkt hij de overleden bestuursleden, dhrn. Chr. Kessels en K. Hagens, benevens den overleden kassier dhr. P. Arts. Om alle feiten aan te halen zou ons te ver voeren, doch wij willen ons niet onthouden van het geven van enkele cijfers. Het ledental is van 105 in het eerste jaar, gestegen tot 204 op 1 Januari 1936. Gedurende de 25 jaar werd op spaarbankboekjes ingelegd ƒ 1946.694.03 en terugbetaald ƒ 1752.530.89 zoodat op 1 Januari nog uitstond een bedrag van ƒ 194.163.14. Aan in totaal 421 voorschotnemers werden voorschotten gegeven tot een bedrag van ƒ 370.628, waarvan werd terugontvangen ƒ 247.641.95, zoodat nog 102.986.05 gulden te vorderen is. Nadat het eerste jaar met verlies was gewerkt, heeft de Bank de overige jaren steeds winst gemaakt en wel, na aftrek van het verlies van het hele jaar, een totaal van ƒ 18.027.96, waarvan werd gereserveerd ƒ 14.401.85. Na dit overzicht verkreeg de heer Verbeeten het woord, die in een schitterend betoog uiteenzette, de werking der bank en de voordelen aan het lidmaatschap verbonden. Aan het einde van zijn rede brengt spreker hulde aan de initiatiefnemers, die het aangedurfd hebben, hier in 1911 een afdeeling op te richten. De geestelijk adviseur, daarna het woord verkrijgende, brengt dank aan Minister Deckers, oud-burgemeester Peters en dhr. Verbeeten, voor hun bereidwilligheid, om aan de uitnoodiging van het bestuur, om op dezen dag naar Well te komen, gehoor te geven en aan den secretaris Krebbers voor zijn keurig verzorgde verslagen. Aangezien de tijd van minister Deckers beperkt was, sprak Z.Exc. hierna de vergadering toe. Allereerst vertelt spreker dan, hoe hij in 1911 als hoofd-inspecteur der Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, de Bank in Well mee had opgericht, daarbij geholpen door, en daarbij den nadruk leggende op den oud-burgemeester Peters. Vervolgens zet spreker nog eens uiteen, wat door de regeering voor de boeren en vooral voor de kleine boeren gelden, dat nieuwe partijen in het geheel niet noodig zijn. Een daverend applaus klinkt door de zaal als spr. zijn rede beëindigt. Hierna wordt overgegaan tot verkiezing van een bestuurslid in de vacature K. Hagens. Bij derde stemming werd gekozen dhr. P. Jacobs te Wellerlooi. Van de rondvraag wordt alleen gebruik gemaakt door den geestelijk adviseur, die vooral de jongere boeren aanspoort trouwe leden der Bank te zijn, daar zij het zijn, op wie de Bank straks moet kunnen vertrouwen en daardoor moet kunnen blijven voortbestaan tot heil van de leden en van alle inwoners van Well. Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
Op 08-07-1940 stierf oud burgemeester, de Wellenaar Gerard Peters. Hij was de stuwende kracht en een van de oprichters van de Wellse Boerenleenbank. Op zijn kist lag naast de krans van de gemeente Bergen en de Stoomzuivelfabriek een krans van onze Boerenleenbank. Hij werd met respect en eer begraven op het kerkhof aan de Maas.
De woning van de familie Krebbers-Drissen in 1945. In de voorkamer was het Boerenleenbank kantoor gevestigd. Miet Krebbers-Drissen staat in de deuropening. In 1946 verhuisde het gezin naar Budel.
De inwoners van Wellerlooi gingen ook in Well naar de bank. Totdat boeren en tuinders zich daar vestigden voor de ontwikkeling van het Tuindorp en de Hamert. Toen kreeg Wellerlooi op 21 maart 1946 een eigen Boerenleenbank. Aan de Catharinastraat in de woning van kassier Wiel Valckx werd kantoor gehouden.
De boerderij van de familie Hofmans aan de Paad 7, later adres Leuken 20. De spreekkamer van de kassier was geheel links. Ervoor was een wachtruimte.
Op woensdagmiddag had kassier Thei Hofmans spreekuur in de woning van zijn zwager Nöl Albers in de Hoenderstraat voor de mensen uit het dorp. Ook kinderen konden dan hun spaarpot leegmaken. Op school werden spaarzegels van 5 en 10 cent geplakt en de waarde van een volle kaart werd op het spaarboekje bijgeschreven.
Bij de naoorlogse nieuwe regelgeving van de Centrale Boerenleenbank maakte de parttime kassier plaats voor de voltijds directeur, bijgestaan door een medewerker. Zodoende verhuisde de bank van de woning van de kassier naar een ander pand. Men koos voor een vestigingsplaats in de dorpskern, te midden van de lokale middenstand en zo nam haar zichtbaarheid toe. In 1956 werd de Boerenleenbank gevestigd op Grotestraat 62. Hier ging in een gedeelte van het pand het jonge echtpaar Nöl en Els Eickmans-Klabbers wonen. Het andere gedeelte, het voormalige café van Wolbertus-Drissen, waar Harrie en Dina Derks tijdelijk woonden tot eind 1955, werd verbouwd tot kantoor. Anneke Daemen, dochter van een der oprichters Gradus Daemen, bood kassier Hofmans hulp als administratieve kracht, maar werd al snel opgevolgd door Karel Jenniskens uit Wanssum. Voor klanten werd het kantoor een aantal uren per week opengesteld. Als men hier achterom binnen kwam, had men eerst een wachtkamer met daaraan vast een dubbele deur met een ruimte ertussen, voordat je bij de kassier op kantoor kwam. Hierdoor konden wachtenden niet goed meer meeluisteren naar persoonlijke gesprekken tussen kassier en klant.
Feest voor de leden van de Boerenleenbank in de kelder van Kasteel Well. Op 20-11-1951 ter ere van het 40 jarig bestaan.
Deze heren gingen op de foto in 1956 b.g.v. het 45 jarig bestaan van de Boerenleenbank.
v.l.n.r. Wim Rothoff, lid Raad van toezicht - Wim Rijs, president Raad van toezicht - Piet Broekmans, bestuurslid.
Hay van Wanroy, ondervoorzitter - Eugène Hermans, erevoorzitter - Pastoor Reiné, geestelijk adviseur - Màn Valckx, voorzitter - Thei Hofmans, kassier.
Jubileum.
In 1961, vijftig jaar na de oprichting werd er tegelijk met het zestig jarig bestaan van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond afdeling Well, hier Boerenbond genoemd, een groot feest gehouden. Allereerst natuurlijk een plechtige H. Mis met drie heren, opgedragen door Pastoor Theo Driessen en geassisteerd door Kapelaan Jos Schreurs met de Wellerlooise pastoor Wismans in de St. Vituskerk. Daarna was er een diner voor de bestuursleden en genodigden in zaal Vink, gevolgd door een receptie. Voor alle leden van de Boerenleenbank en de Boerenbond was er 's avonds feest met koffietafel en een muzikaal optreden van de Brabantse Zonnekanters in zaal Klabbers. Harmonie de Vriendenkring, onder leiding van dirigent Tinus Stevens, bracht een serenade en de speech werd gehouden door hun voorzitter meester Wim Koppers. De dames van de Boerinnenbond verzorgden het eten en de bediening van de koffietafel met warm vlees. Uiteraard werd er, zoals gebruikelijk was in die jaren, rijkelijk getrakteerd op sigaren en sigaretten. Er werd dan ook volop gerookt wat toen heel normaal was.
Krantenfoto van directeur Albert Nijsen.
Nieuwe locatie.
Karel Jenniskens verliet de Wellse bank en op 1 september 1962 werd Albert Nijsen 1e assistent van kassier Hofmans. Hij had enkele jaren administratieve ervaring opgedaan in Venlo. Met lede ogen zag Nijsen de werkwijze aan en al snel adviseerde hij om in de ruimte tussen beide deuren een loket te maken, zodat hij en Hofmans tegelijk klanten konden helpen. De eerste reactie van cliënten was toen: “Môt ik hier vortàn kômme biechte?”, maar al snel merkte men dan je niet meer lang hoefde te wachten en dat alles veel sneller ging dan voorheen. Naarmate de jaren verstreken bleek dat deze ruimte, ondanks het loket, niet meer aan de moderne tijd voldeed en werd er een houten noodgebouw gekocht en geplaatst achter de zaal van Màn Klabbers aan de Kasteellaan. Dit gebouw werd op 11 juni 1964 in gebruik genomen. Hierin was een opslagruimte, een wachtkamer en het kantoor had twee loketten. Er was werkruimte voor drie personen en binnen een jaar kwam er dan ook een derde personeelslid bij. Na drie jaar daar gehuisvest te zijn werd in 1967 al uitgekeken naar een permanent, nieuw te bouwen bankgebouw, met voldoende kantoorruimte en een degelijke safe. De voorzitter en enkele bestuursleden kregen opdracht uit te zien naar nieuwe huisvesting, dus werd er gezocht naar een centrale plek die ook voor de toekomst voldeed. Die had men spoedig gevonden en wel op de plek waar de oude boerderij van Sjang en Marie Wijenberg had gestaan, op de hoek Kasteellaan – Papenbeek.
In 1968 verrees hier dus een nieuw Boerenleenbankgebouw met bovenwoning voor adjunct-directeur Albert Nijsen en zijn gezin. De bouw werd gegund aan de ACW (Aannemers Combinatie Well) , die het laagst ingeschreven had. Ook de firma Gebr. Huijgen en Wiel Klabbers & Zn. hadden als Wellse aannemers kans gehad en een bestek gemaakt. Het gebouw werd op 14 november 1968 feestelijk geopend door burgemeester Huijben. Namens de Centrale Bank was afdelingsdirecteur Dhr. Roncken aanwezig. Het was een goed functioneel gebouw daar op de hoek van twee straten: drie loketten, waar de mensen snel geholpen konden worden, een vergader / spreekkamer, een keukentje, toiletten, een kelder als opslagruimte en een grote kluis waar ook particulieren een ruimte / kluisje konden huren. De aparte spreekkamer was belangrijk, zodat men rustig en ongestoord de klanten die een financiering nodig hadden, te woord kon staan. Aan de loketten werd tot in de zeventiger jaren nog elke bankbetaling door het bankpersoneel handmatig ingevuld, omdat de meeste klanten dit zelf niet konden of deden. Er werd handmatig geld geteld en alle munten werden in rolletjes gewikkeld. In die tijd kreeg je het loon of salaris nog cash uitbetaald.
Welvaart.
De jaren ’60 en ’70 waren een gouden tijd in ons dorp met veel Duitse en Engelse (Laarbruch) klanten. De koers van de Duitse Mark was hoog. Het werd drukker en drukker in het Wellse kantoor in de Papenbeek en de bank groeide uit tot een van de drukste deviezenbank in de regio. Wellenaren die in Duitsland werkten kwamen altijd langs met de Duitse Marken die deze grensarbeiders die week verdiend hadden. Winkeliers, tankstation houders, kasteleins en ook de boeren die asperges teelden en zelf aan huis verkochten kwamen van heinde en verre om hun buitenlandse valuta bij de Wellse bank om te ruilen voor Nederlandse guldens.
Automatisering.
Toen er een automatische geldmachine kwam die zowel papieren- als muntgeld kon tellen stond het personeel met de oren te klapperen! Ook deed de computer zijn intrede in die zeventiger jaren. Het scheelde veel hoofd- en handwerk voor het personeel toen de spaarrekeningen op de computer stonden, vooral bij de jaarwisseling als de balans opgemaakt werd. In de maanden april en mei moest iedereen die een spaarbankboekje had naar de bank om de rente te laten bijschrijven die men het jaar ervoor had opgebouwd. Albert Nijsen had al veel taken van de bijna 60 jarige Hofmans overgenomen en werd per 1 januari 1969 benoemd tot adjunct directeur. Kassier Hofmans had jaren eerder al de titel directeur gekregen.
Bij het 60 jarig bestaan van de Wellse Boerenleenbank kregen alle rokende klanten, als ze naar het kantoorgebouw kwamen, een sigaar aangeboden met een bijzonder bandje.
In 1972 ontstond er een fusie met de Raiffeisenbank en veranderde landelijk de naam van Boerenleenbank in Rabobank. De automatisering kwam steeds meer opzetten en er was steeds meer mogelijk in het bankwezen zonder al te veel schrijfwerk. Ook ging de bank aan reizen en verzekeringen doen, het personeelsbestand groeide zodoende ook mee, met als gevolg dat het zes jaar oude kantoor in 1974 werd uitgebreid.
Thei Hofmans en Albert Nijsen.
Directeur.
De bank was uitgegroeid tot een balanstotaal van 12 miljoen gulden toen Thei Hofmans op 4 mei 1975 met pensioen ging. Maar hij werkte nog even door tot 15 mei, omdat twee bankcollega’s Pierre Koppes en Helma op het Veldt gingen trouwen. Albert Nijsen volgde hem op als directeur en hij versoepelde de strenge katholieke bankregels zodat b.v. ook niet katholieken en samenwonenden een hypotheek konden krijgen en niet overliepen naar andere banken.
Directeur Albert Nijsen zag dat mensen die geen krediet kregen wel bij andere banken terecht konden. De geloof gebonden strenge principes waren niet meer van de tijd. Langzaam maar zeker werd de Boerenleenbank de bank van iedereen, zoals op deze spaarpotjes staat.
Bestuur, Raad van Toezicht en personeel met partners tijdens een uitstapje.
Het werken op de Boerenleenbank had zo zijn voordelen. Als je bijvoorbeeld een hypotheek nodig had, was je voordeliger uit. Het personeel was erg collegiaal onder elkaar. Iedereen had van elkaar een bijnaam gekregen. ook was er een goede band met het bestuur en de Raad van Toezicht.
Bestuur en directeur in 1985. v.l.n.r. Sraar Klabbers - Gert Valckx - Hay Daemen - Sjef Verrijdt. Zittend: Herman Kersten - Albert Nijsen - Piet Laarakker.
Verbouwing.
In 1985 werd het bankgebouw aangepast aan de moderne tijd. Er werd o.a. een extra vleugel aangebouwd. Op 30-04-1985 was de feestelijke heropening. Er werkten toen 11 personen.
Zie fotoalbum van de heropening onderaan deze pagina.
Het gehele interieur is gemoderniseerd. Links zit Twan Huijs, verantwoordelijk voor de verzekeringen, rechts Trinet Kuster, zij was o.a. reis adviseuse, geheel achteraan Monique Keijsers werkzaam aan de snelkas.
Directeur Albert Nijsen (rechts) met zijn personeel in 1985. Achteraan v.l.n.r. Monique Keijsers - Pierre Koppes - Pierre Rutten - Helma Koppes- op het Veldt. Midden: Twan Huijs - Trinet Kuster - Veronica Sijberts. Vooraan: Marjo Raymakers en Jack Krebbers.
In 1986 bestond de Rabobank Well 75 jaar. Er werden voor jong en oud diverse festiviteiten georganiseerd, waar dankbaar gebruik van werd gemaakt door de Wellse bevolking. Er was zelfs een vliegreis vanaf Eindhoven Airport over het Brabantse land en over Well en omstreken. Het lot bepaalde de deelnemers in alle leeftijdsgroepen.
Hiervan werd door Nico van de Hurk een video opgenomen die door het archief is gedigitaliseerd en op 28-11-2019 werd deze film vertoond in de Buun.
Fusie.
In 1990 werd besloten om per 1 februari 1991 te fuseren met de Rabobank Wellerlooi. De naam werd zodoende Rabobank Well / Wellerlooi BA. gevestigd te Well. BA betekent beperkte aansprakelijkheid. Elk lid stond in deze periode garant voor een bedrag van ƒ 5000,- Na deze fusie werd er een balanstotaal van ruim 75 miljoen geteld en het aantal werknemers liep op tot 16.
Bestuur en leden van de Raad van Toezicht "Rabo Well-Wellerlooi"
v.l.n.r. Albert Nijsen (directeur Well) - Gert Valckx - Piet Botden - Antoon Wijnhoven - Kris van Pinxteren - Sjef Verrijdt - Jan Broekman (directeur Wellerlooi). Zittend: Jeu Litjens - Sraar Klabbers - Jan Wilms - Piet Laarakker.
De geldpas (nu pinpas) werd geïntroduceerd en er kwam voortaan geld uit de muur. De “flappentap” kwam hier in het lekkere warme voorvertrekje, dat ook geliefd was als honk bij o.a. de jeugd. De mensen moesten erg wennen aan deze manier van geld halen uit de geldautomaat en men moest ook nog een vier- cijferige code onthouden! De medewerksters deden hun best om het iedereen aan te leren en daarna verdween het contact met de lieve, deskundige juffrouw achter de balie langzaam maar zeker.
Service van Rabo Well.
Pierre Koppes vertelt: “Wekelijks hielden we zitting in " Eldershome ". In ca.1975 was Albert Nijsen met deze service in het bejaardenhuis gestart. Aan geld hadden we dan zo'n bedrag van ƒ 6000,- tot ƒ 7000,- bij ons. Veelal kleine coupures maar ook briefjes van ƒ 100,-. De oudjes hadden het liefste kleine coupures. De meeste bewoners kwamen hun zakgeld dan opnemen. Ook zat in het koffer een pakje met verschillende coupures aan geld met een waarde van ƒ1000,-. Al deze bankbiljetten hadden een nummer en deze nummers waren genoteerd op de bank. Dit pakje met biljetten noemden wij intern altijd " "t jatgeld ". Zou er een overval gepleegd worden dan zou men makkelijker de overvallers kunnen oppakken wanneer dit geld weer uitgegeven zou worden. Ook moesten wij voor de bewoners bankopdrachten invullen wanneer zij een betaling moesten doen. De zitting was gewoon in de recreatiezaal, naast het biljart. Bewoners die niet van hun kamer af konden of die ziek waren, bezochten we dan op hun kamer. Alles ging altijd gemoedelijk en goed, dat was nog eens service maar dat is helaas al lang niet meer zo”.
Nadat de houten woning van fam. Wim Koppers-van Pelt was afgebroken werd er links een ruime oprit aangelegd en voor het Rabogebouw een parkeerplaats voor de klanten.
Per 1 juli 1993 werd vervolgens met alle andere banken in de gemeente Bergen gefuseerd. De nieuwe naam werd Coöp. Rabobank BA. gevestigd in de gemeente Bergen (L). Van elk kerkdorp werd een persoon benoemd in het bestuur en een persoon in de Raad van Toezicht. Wellenaar Piet Laarakker werd tot voorzitter van de Raad van toezicht gekozen. De enorme toename van het werk zorgde ervoor dat de bank het woongedeelte van de fam. Nijsen in gebruik ging nemen en de bewoners moesten gaan verhuizen. Maar er was nog steeds ruimtegebrek en het gebouw werd nog eens uitgebreid. Een grote vleugel werd aangebouwd en er kwam een ruimere parkeerplaats.
In het kader van weer een reorganisatie maakte Nijsen in april 1995 gebruik van de VUT regeling zoals die bij de Rabo van toepassing was. Hij stopte met een balanstelling van ruim 50 miljoen.
Amper drie jaar nadat er werd samengewerkt met alle banken uit onze gemeente, werd er in 1996 ook samengewerkt met de gemeente Gennep. Immers alles moest centraler en dus groter en meer geautomatiseerd worden. Well hoorde vanaf toen bij Rabobank Gennep - Bergen. Weer later bij Rabo Land van Cuijk en Maasduinen.
Het hoofdkantoor was in Gennep en de Rabobank in Well werd nog bemand door twee personeelsleden. Nadat Well en Wellerlooi weer afgescheiden werden van Gennep en bij Rabobank Venray werden gevoegd bleef nog enkele jaren de bezetting bij een enkel personeelslid en dit mocht later ook niet meer uit oogpunt van veiligheid met de toenemende overvallen. Klanten moesten vanaf toen naar Wanssum of, voor grotere bankzaken, naar Venray.
Het computertijdperk was al een hele tijd ingezet en men moest zoveel mogelijk thuis achter de PC de bankzaken elektronisch regelen. Het vertrouwde beeld was hiermee in Well geheel verdwenen.
Nadat er regelmatig vandalisme werd gepleegd bij de pinautomaat in de Rabobankhal werd er een geldkiosk geplaatst op de parkeerplaats bij Vink.
Anno 2016 bankieren de Wellenaren bij Rabobank Horst Venray, bij een bank die nog steeds geen aandeelhouders heeft, maar leden. Een revolutionaire ontwikkeling heeft het betalingsverkeer ondergaan. De cirkel is weer rond. De bank die ruim 100 jaar geleden in Well begon in een klein kamertje, is weer teruggekeerd naar een klein kamertje (geldkiosk), nu in de Sterrenbos met een beeldscherm als pinautomaat. Langzaam maar zeker beginnen de mensen te wennen aan de nieuwe tijd waarin de desktops, laptops, smartphones en tablets het hebben overgenomen van die aardige dame aan de balie die er nog steeds is, zelfs digitaal, maar waar je wat verder voor moet gaan om hem of haar in persona te ontmoeten.
Wat zouden brouwer Herman Koppers, burgemeester Gerard Peters en de overige oprichters van de Boerenleenbank Well grote ogen opzetten als ze dit zouden zien! De tijd staat niet stil en wie weet hoe het bankwezen er over honderd jaar vanaf nu uit zal zien. Zouden er dan nog wel banken zijn?
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)