Eldershome - Bejaardenhuis - Ziekenhuis
Klooster en de Zusters.
Dienaressen van de Heilige Geest. (Servae Spiritus Sancti - SSpS)
Op 8 december 1889 werd in Steijl de missiecongregatie De dienaressen van de Heilige Geest gesticht, door de Heilige Arnold Janssen, samen met Zr. Maria Helena Stollenwerk en Zr.Josefa Hendrina Stenmanns. In 1900 telde de congregatie 92 leden, bovendien waren er 86 in opleiding.Toen ze hoorden dat er in Horn vraag was naar zusters voor een kleuter- en naaischool en dat er in Kerkrade dringend een ziekenhuis nodig was besloten ze zich daar in te zetten. De eerste drie zusters verhuisden in 1910 naar Horn waar ze een kleuterschool begonnen met 60 kinderen. In 1911 betrokken enkele zusters hun eerste onderkomen in Kerkrade.
Het ging goed in Kerkrade, dat blijkt wel uit de vele uitbreidingen en vernieuwingen die elkaar vlug en regelmatig opvolgden. In 1913 werd in Uden het retraitehuis, tevens noviciaathuis voor Nederlandse meisjes, geopend. Tot 1920 volgden verder nog nederzettingen in Well, Belfeld, Baexem, Treebeek, Nieuwstad, Hornerheide, Hoensbroek en Sittard. Vanwege de kleur van hun habijt werden ze in de volksmond wel eens "Blauwe zusters van Steijl- of Baexem" genoemd.
De woning van de weduwe Elders-Hoeken in mei 1904 bij het feestelijk inhalen van de nieuwe burgemeester van de gemeente Bergen, de Wellenaar Gérard Peters. Vooraan rechts de (oude) woning van de familie Heijligers (nu Grotestraat 5) en daarachter de Guddenhof (nu Grotestraat 3)
23-10-1909
In 1909 kwam dr. Adriaan Willemse naar Well, hij was benoemd als gemeente geneesheer. De geneeskundige verzorging was hier treurig, de doctoren die in deze streek praktijk uitoefenden woonden 10 à 12 km. verwijderd, terwijl het meest nabije ziekenhuis waar chirurgische hulp kon worden verkregen op ruim 20 km. afstand gelegen was. Het was een zwaar beroep voor een arts, hij moest zijn patiënten bezoeken in de kleine Maasdorpjes van een duizend zielen, telkens ongeveer een uur van elkaar verwijderd. In de beginjaren dat dr. Adriaan Willemse hier kwam was de geneeskundige verzorging in deze streek nog zeer primitief en werd ziekenhuisverpleging eigenlijk nooit toegepast. Zelf moest hij op de keukentafel bij kaarslicht kleinere operaties verrichten. Ziekenhuisbehandeling was hier zelfs in de meeste gevallen financieel onmogelijk, transport zeer moeilijk en men begrijpt dan ook de vreugde dat mevr. Elders-Hoeken bij testamentaire beschikking haar hele vermogen gelegateerd had aan het Roomsch Katholieke Parochiaal Armbestuur van Well ter stichting van een huis voor ouden van dagen en zieken en tevens voor een bewaarschool.
In mei 1916 haalde pastoor Hubertus Gudden de zusters naar Well waar ze in het bejaarden- annex verpleeghuis met ziekenhuis en in het kleuter- & lager onderwijs werkten. Op zaterdagmorgen gingen de meisjes bovendien naar school om naai & handwerklessen te volgen. Ook verzorgden de zusters de wijkverpleging van het Groene Kruis.
De geschiedenis van het bejaardenhuis in Well (wat later "Eldershome" genoemd werd) begon dus nadat het testament van de op 10-12-1914 overleden weduwe Jacoba Elders-Hoeken in werking trad. Maria Jacoba was een dochter van Johannes Antonius (Jan) Hoeken (koopman / koster) *Well 26-03-1799 †Well 11-04-1868. Gehuwd in Bergen 17-04-1826 met Lucia van Wis *Helden ca.1797 †Well 06-01-1830, (een zus van onze Wellse pastoor Michaël van Wis).
Maria Jacoba Hoeken is geboren in Well op 04-05-1829 en had een broertje Michiel Hubert. Moeder stierf op 30 jarige leeftijd toen baby Jacoba acht maanden was. Jacoba was 32 jaar toen ze op 03-10-1861 trouwde met de 47 jarige Gerard Elders *Well 16-02-1814 †Well 12-10-1881. Hij was tot 01-01-1876 hoofdonderwijzer van de Openbare Wellse school. Het echtpaar Elders-Hoeken bleef kinderloos.
Het R.K. Parochiaal Armbestuur uit Well o.l.v. pastoor Gudden is in het testament de enige erfgenaam. Eerst ging er nog veel geld naar de kerk voor heel veel H. Missen (al langer dan een eeuw worden ze gelezen) en ook brood voor de armen. Elk jaar moest er ƒ 600,- naar haar broer Michiel uit Sint-Truiden. Michiel Hubert Hoeken was geboren op 09-02-1827.
Bovendien moest er een gedenksteen op het kerkhof komen.
Het Rooms Katholiek Parochiaal Armbestuur kreeg ƒ 1000,- en werd eigenaar van het huis, erf, tuin en bouwland en het verdere vermogen.
Daarvoor moesten ze binnen één jaar na haar dood een bewaarschool en een gasthuis ter verpleging van zieke, gebrekkige en oude rooms-katholieke inwoners van Well inrichten onder de naam Stichting Kindje Jezus.
Eerste steenlegging
Hoe het allemaal in z'n werk ging stond dus uitgebreid in het testament. Bij het plaatsen van de hoeksteen hoorde een oorkonde het z.g. chronicum.
De letterlijke Nederlandse tekst van het chronicum luidt :
Onder de roemrijke regering van Paus Benedictus, de 15e en het Bisschoppelijk Bestuur van Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Monseigneur Laurentius Schrijnen, terwijl pastoor was dezer plaats de Weleerwaarde Heer Hub. Gudden, is deze hoeksteen gelegd op maandag 2 augustus 1915, bij welke gelegenheid tegenwoordig waren de Heren:
Michiel Hoeken, broeder der Stichtster.
Jos Deckers, Neef der Stichtster, koster,
Hubertus Gudden, Pastoor-voorzitter van het R.K. Armbestuur.
Gerard Peters, Burgemeester, lid van de Raad van Bijstand.
Dokter Adriaan Willemse, Geneesheer, Lid van de Raad van Bijstand.
Anton Grubben, oud-pastoor van Well.
Henri Baeten, Kapelaan.
Jean Nasf, lid van het R.K. Armbestuur.
Antoon Seuren, lid van het R.K. Armbestuur.
Theodorus van Bommel, lid van het R.K. Armbestuur.
Antonius Heiligers, kerkmeester.
Henri Seelen, architect.
Dijks en Stiphout, aannemers.
Emile Ribbergh, Professor Rolduc.
Pia vidua Jacoba Elders hasce aedes posuit parochia nis et infantibus hujus pagi etas que vovit Pio infanti Jesu.
Vertaald:
De vrome weduwe Jacoba Elders heeft deze gebouwen gesticht tot welzijn van de bewoners en kinderen van dit dorp en heeft ze toegewijd aan het Goddelijk Kindje Jezus.
Het document werd ondertekend door: J. Dijks - A. Dijks - J. Stiphout - Arn. Wijnhoven - P. Dijks en A. Lenssen
Als eerste werd een gedeelte van huize Elders ingericht voor bejaarden. Michiel Hubert Hoeken (89), broer van weldoenster Maria Jacoba Elders-Hoeken en koster Jozef Deckers (69 jr. een neef van broer en zus Hoeken waren de eerste bewoners. Lang hebben beide heren echter hier hun oude dag niet kunnen slijten.
Jozef (Sef) Deckers.
Zoon van Gerardus Matthijs Deckers (Landbouwer) *Arcen 24-11-1803 †Well 28-06-1874 Gehuwd in Bergen op 30-05-1840 met Petronella Hoeken (Herbergierster) *Well 27-07-1811 †Well 08-02-1876
Op het oude kerkhof aan de Maas staat op zijn grafsteen te lezen: Medestichter Bejaardentehuis Well
Nieuwe Venlosche courant 30-09-1916: In den avond van 29 september overleed de heer Jos. Deckers, sedert ruim 40 jaren koster en organist alhier. Met „Sef" is weer een stuk van 't oude Wellsche volksleven heengegaan. God geve hem de eeuwige rust.
Het gebouw stond er. Maar men moet niet denken dat van toen af aan de levensweg van het ziekenhuis, zoals het meestal genoemd werd, over rozen ging. Slechts een klein kapitaal bleef na betaling van de bouwkosten en installatie over om het noodzakelijke onderhoud van de gebouwen enz. jaarlijks op te brengen. Verder moesten de uitgave door de inkomsten worden gedekt en dat heeft dikwijls veel hoofdbrekens gekost.
Kapelaan Baeten was een volijverige man. Hij trok persoonlijk karren om bij de boeren in natura steun te vragen voor het Liefdegesticht. Petrus Baeten was in Well van 1913-1924. Wegens zware suikerziekte stierf hij te Wanssum op 10-07-1926.
De gemeente zelf hielp ook goed mee door een gift ineens en door de schenking van ongebruikte schoolbanken, die vervormd konden worden voor de nieuw Bewaarschool. Aan sympathie en steun heeft het nooit ontbroken.
Met de invoering van de ouderdomsverzekering in 1919 verminderde het aantal mannen en vrouwen die naar het Liefdegesticht werden gebracht. De eigen familie nam ze voor de ca. ƒ3,- per week thuis op, terwijl ze eerst, als ze erg veel verpleging nodig begonnen te krijgen, aan de inrichting werden afgegeven. Door dit geringere aantal en door de grotere uitgaven voor de verpleging van de Wellse bewoners afzonderlijk, werden de financiële 'baten' gering en zelfs negatief. Zodat de opbrengsten van de landerijen en de giften in natura door de boeren, naast de opbrengsten van de verpleeggelden van de zieken, de voornaamste bron van inkomsten was. De Staat gaf in die tijd wel geld uit in het onderwijs, voor leermiddelen, afschrijving voor schoolgebouwen, salarissen enz. maar er was geen enkele tegemoetkoming voor dit kleine ziekenhuis. De zuster-verpleegsters kregen behalve kost en inwoning een aller droevigst salaris van honderd tot tweehonderd gulden per jaar, zelfs de oudere ervaren hoofdverpleging.
Het huis rechts op deze foto uit 1917 is het vroegere woonhuis van de familie Elders. Het werd in 1962 afgebroken.
Links het nieuw gebouwde Liefdehuis met ziekenhuis en zusterklooster met kapel. Rechts (niet zichtbaar) lag de Bewaarschool.
In het linkse pand bevonden zich de oude mannen- en vrouwenafdeling en het Wellse ziekenhuis, waar niet alleen bewoners van het Liefdehuis werden geopereerd en verpleegd, maar ook bewoners uit Well en omstreken. De uitbouw achteraan was de operatiekamer met een bad- en voorbereidingskamer. Diverse keren werden verkeersslachtoffers naar binnen gebracht. Verder bestond het gebouw nog uit enkele kamers die allemaal uitkwamen op de gang in het midden. De kamers waren 4 meter hoog en hadden allemaal een eenvoudige vuren planken vloer. Op de eerste verdieping bevond zich een kleine kapel. In de kelderverdieping was de keuken en de voorraadruimten. Achter het gebouw liggen nog twee varkensstallen, een koeienstal voor vier koeien en een kippenhok. Ook de wasserij lag aan de achterkant. Het gebouw had centrale verwarming maar vaak werden de kachels gestookt als er enkele vertrekken leeg stonden. Er was een carbidgaslicht-installatie, maar, doordat bij de minste beweging de kousjes defect raakten, is ze buiten werking gesteld en werden petroleumlampen gebruikt. Rondom lag nog bouw- en weiland, ruim 1 ha. groot. De vruchten van dit land waren de voornaamste bronnen van bestaan voor de bewoners van het gesticht.
"Op de eerste verdieping bevond zich een kleine kapel".....
Het gebouw zelf was was echter niet practisch omdat ziekenhuisruimten onderbrengen in een oud-mannenhuis bezwaarlijk was, daarbij kwamen de moeilijkheden van keuken, wasserij, grondwater en Maasoverstromingen. Ook de verplichting het oude woonhuis van de familie Elders te laten staan en de wisselende 'kostheren' en 3e klasse oude mannen en vrouwen.
Ziekenhuisopname was iets totaal onbekends, de angst er voor en de, toch geringe, kosten schrikten terug. Het duurde jaren voordat in deze streek ziekenhuis opname ingeburgerd was.
Alleen menslievendheid zou een chirurg kunnen leiden om zich aan zulk afgelegen ziekenhuisje te binden.
De chirurg uit Venlo werd bereid gevonden om hier in het Wellse ziekenhuis te opereren, heen en terug een afstand van ca.46 km.
De Nijmeegse chirurg en vrouwenarts Hector Lycklama a Nycholt had hier de leiding vanaf 29-05-1920. Ook hij opereerde in die tijd met prijzenswaardige trouw en op financiële gemakkelijke voorwaarden. De afstand voor hem was 80 km heen en terug en om tijdverlies te voorkomen moest gebruik gemaakt worden van een auto, alleen voor de komst was men dan al ca. ƒ24,- kwijt.
Dokter Adriaan Willemse, de gemeente huisarts van Well werd als huisarts per 01-02-1919 opgevolgd door dokter Kroll. Deze dr. Kroll had een contract voor zes jaar getekend. In 1925 werkte dr. Siemens kort in Well. Daarna kwam eind 1925 dokter Gerard van Bracht, die al enkele jaren in Well assisteerde. Ze werkten allemaal geregeld in het ziekenhuisje en verrichtten de kleinere ingrepen.
dr. K.A. Kroll
Dr. Karel Alexander Kroll *Maastricht 26-01-1894 †Maastricht 16-04-1950 werkte 6 jaar van 1919 -1925 als gemeentegeneesheer in Well, ook in het bejaardenhuis. Hij deed er ook kleine operaties.
Hij was op 04-03-1919 getrouwd met Quirina Verdegaal *Bloemendaal 27-05-1895 †Maastricht 07-10-1968
Hun adres in Maastricht was Wilhelminasingel 45 tel. 3623 en hij was daar assistent pathologie. In Well woonde hij op het huidige adres Grotestraat 48.
Uit een jaarverslag van dr. Kroll: Tot in januari 1919 werden 78 patiënten opgenomen. Vanaf midden 1918 wilde de Venlose chirurg niet meer in Well opereren en pas op 29-05-1920 verrichtte de chirurg uit Nijmegen zijn eerste operatie. Er was dus een periode met en een zonder chirurg. In het anderhalf jaar zonder chirurg werden opgenomen: 69 patiënten met 940 verpleegdagen, dus gemiddeld bijna 14 dagen. Hiervan waren 7 beenbreuken, 6 zware verwondingen, 12 grote abcessen, 8 difterie, 2 longtuberculose, 1 longontsteking, 2 empyeem, 2 hydrocele, 1 placenta prævia en verder nog een 20-tal inwendige ziekten.
Daarna komt de periode met een chirurg: gemiddeld 95 patiënten met 1300 verpleegdagen, dus weer gemiddeld 13 verpleegdagen. Er werden iets meer vrouwen opgenomen dan mannen en ongeveer 8 % zuigelingen. Per jaar worden er ongeveer 45 operaties gedaan.
De Bewaarschoolkinderen met hun zuster Bernulfa in het schooljaar 1925-26. Zie ook deze pagina met namen.
Het Bewaarschool onderwijs was wegens de verre afstanden alleen geregeld mogelijk voor een gering aantal kinderen. Dat waren er hier ca. 30. Vanwege dit kleine aantal bracht de school weinig inkomsten op. Telde men de onkosten er af voor het schoonhouden van het lokaal, leermiddelen en stookkosten, dan hield men eerder een nadelig dan een voordelig saldo over.
1927. Links is het klooster van de zusters in aanbouw. De kloosterkapel is na het Liefdehuis al in gebruik genomen.
Ansichtkaart 1927
De zusters lieten een fraaie nieuwe kapel en een geheel nieuwe kloostervleugel bouwen, waar in de jaren '30 een klooster communiteit van ongeveer 40 zusters was gevestigd. Behalve achter het klooster en links van de nieuwe vleugel was een grote moestuin en boomgaard. Op die plek staan nu seniorenwoningen en heet "Kloosterhof".
Uit de krant van 22-03-1928. De zusters kregen hulp bij hun actie met een advertentie in een landelijk dagblad.
Op woensdagmiddag 03-09-1930 werd de nieuwe meisjesschool ingezegend, waar de zusters les gaven. Lees hier meer over op deze pagina.
De moestuin is weer aangepland en wordt keurig onderhouden door enkele zusters en bewoners van het tehuis.
Dit is de Wellse Maria Theodora Klabbers, die geïnspireerd door de Zusters in Well ook haar eeuwige geloften heeft afgelegd bij de Dienaressen van de Heilige Geest. Maria was een dochter van Gerhard Klabbers en Maria (Marijke) van Hees, die zaal café Onder de Linden runden. Maria werd geboren op 11-05-1899 en stierf jong, op 20-01-1933 in het moederhuis te Uden als Zuster Adolorata.
Opschrift van de ansichtkaart : Kindje Jezus Gesticht, Ziekenhuis en Tehuis voor Ouden van Dagen. Well.
1934 Detail uit het boek "Volksgezondheid" waarin alle ziekenhuizen van Nederland worden benoemd.
In 1932 vernam de gemeente Venray dat de zusters Franciscanessen uit Roosendaal bereid waren om een ziekenhuis in Venray te stichten. Al jaren bestonden hiervoor plannen, in de uitgestrekete gemeente en de omliggende dorpen was grote behoefte aan een groot streekziekenhuis. De opening en inzegening van het St. Elisabethziekenhuis vond plaatst op 08-09-1934. De naam werd gegeven door de zusters, omdat ze leven naar het voorbeeld van Elisabeth van Thüringen.
Uit de krant van 09-08-1939
De Tweede Wereldoorlog was natuurlijk ook voor de zusters en de bewoners een erg moeilijke tijd. Het klooster werd voor een deel bezet door de Duitsers. Iedereen moest geregeld schuilen in de kelder. Zieken en gebrekkigen moesten van de stijle trappen naar beneden worden gehaald. In de kelder werd veel gebeden.In 1942 toen de eerste bommen vielen in Well zijn er veel ruiten in alle gebouwen gesneuveld, ook in de naast gelegen bewaarschool. Het bed van een patient op de ziekenkamer lag vol scherven. De schrik zat er vijf jaren lang goed in, veel slapeloze nachten had iedereen. Er werd een nachtwacht ingesteld. Kerstmis kon niet meer als vanouds in de bewaarschool gevierd worden omdat de ramen moeilijk te verduisteren waren. In 1944 werden in het dorp mannen-vrouwen en meisjes opgepakt om loopgraven langs de Maas te helpen maken. De meisjes van het bejaardenhuis zijn toen in de maisplak naast de Molenbeek gevlucht. De buurmannen Smits en Huijgen werden geregeld op zolder verstopt bij razzia's. Zusters sliepen op de trap, op stoelen en op strozakken als de schuilkelder vol was. Sinds de invasie in september 1944 was er geen electrisch licht meer en moesten de zusters de weinige kaarsen branden die ze nog hadden. Vaak was het donker, alles moest op de tast en met de vele gebrekkige mensen was dit erg. In de kloostertuin werden Wellenaren begraven, op het kerkhof bij de kerk was dit niet meer mogelijk. Lees HIER meer uit het kloosterdagboek in Alle Wellse WO II geschriften blz. 120 - 127.
Op 11 mei 1941 was het 25 geleden dat de zusters naar Well kwamen. Vanwege de oorlog werd er niet gefeest.
De Misdienaars en Pater Rector van het klooster in 1950. Achteraan Fré Thissen - Leo Verblackt - Frans Laarakker en Herman Stevens. Pater Martinus Roelofs S.Sp.S.*Huissen 1922, was tijdelijk Rector en vertrok ca. 1953 naar de Missie op Flores in Indonesië.
Fré Thissen herinnert zich: De misdienaars van het klooster waren voor de parochie een apart soort misdienaars; zij mochten rond Pasen niet rondgaan om eieren te verzamelen wat de misdienaars van de parochiekerk wél mochten en deden. Daar waren we kwaad over en hebben toen besloten om vóórdat de parochiemisdienaars langs de deuren gingen wij al enkele straten afgelopen waren en onze mandjes ook met eieren gevuld werden. Dat is toen op een relletje uitgelopen, maar we hebben er ontzettend veel plezier aan beleefd, zo spannend vonden we het of we gepakt werden. Een ander vreemde toestand was het rondgaan met de ratel in de Goede Week, want dan mochten de klokken niet luiden, (die waren toch naar Rome !?). Wij van het klooster mochten ook dat niet; voor ons bleef slechts de klepper over in de gangen van het klooster. Maar al met al was het een mooie tijd, elke morgen om 7 uur de Mis en op zondagen ook nog de Hoogmis en ’s middags het Lof of de Completen.
In oktober 1954 stond het beeld van Maria Sterre der Zee uit Maastricht uitgestald in de kloosterkapel. Ook de Wellenaren waren welkom om Maria te komen aanbidden. Behalve de zusters ziet u rechts Grada Rutten - van de Ven en links bewoonster Mina Pingen.
Een van de zusters met bewoonster Mia Ketelings uit Venlo tijdens een Ziekentriduum begin jaren '50 bij zaal Klabbers. Mia stierf 20-01-1958 op 23 jarige leeftijd in het Kindje Jezus Gesticht.
In die tijd was zuster Rabouda de wijkzuster van Well en zij werd opgevolgd door zuster Angelique. Eerder werkte o.a. zuster Johanna in de wijk.
Ansicht uit de jaren '50. Mannen, vrouwen en jonge mensen, met een lichamelijke en/of geestelijke handicap die door omstandigheden niet thuis konden wonen, werden ook door de zusters liefdevol opgenomen in het "Kindje Jezus Gesticht". Deze mensen hielpen voor zover mogelijk mee in de huishouding, de grote tuin of de wasserij.
Rechts het voormalige Groene Kruis gebouw, waar de zusters van de Heilige Geest ook werkten als wijkverpleegkundige. Een van hen, Zuster Rabouda, heeft jarenlang in de jaren '50 / '60 zorg gedragen voor o.a. moeder en kind. Links het huis van het echtpaar Elders-Hoeken. Het Groene Kruisgebouw werd in 1965 gesloten omdat het te klein werd en was daarna bestemd als woning voor tuinknecht Piet Kusters. In 1974 werd het gebouw gesloopt.
Kleuters van het schooljaar 1956-57 met hun onderwijzeres zuster Majella.
Kijk ook op deze pagina voor de namen van de kinderen.
Op bovenstaande ansichtkaart staat het vroegere woonhuis van de fam. Elders dat in 1962 werd afgebroken. Geheel links, nog een glimp van de kleuterschool en de meisjesschool , die ook door de zusters werden gerund.
Maria Alida Catharina Dorenbos *Amsterdam 01-07-1918 werd op 01-01-1930 te Uden in het klooster ingeschreven. Zr. Anaclete (rechts boven) was negen jaar hoofd in Well en twee jaar aan een ULO school verbonden als lerares. In 1961 vertrok Anaclete naar de missie in Argentinië.
In de keuken van het bejaardenhuis: Zuster Gondulphine - Bep Kessels - Truus Verblackt en Mia Peters.
Het nieuwe zusterhuis is in 1974 klaar en nu wordt nog een vleugel aan het bejaardenhuis gebouwd. In 1975 volgde de heropening. Op de plek van het zusterhuis stond de eerste bewaarschool uit 1915, en de latere boerderij.
Deze twee zusters amuseren zich opperbest als ze een dagje op stap zijn met de bewoners van het bejaardenhuis. Links Annichella en rechts Leonella.
Het Bejaardencentrum, zoals we het jarenlang gekend hebben. Zieken, eveneens langdurige patiënten uit Well, werden door de zusters vepleegd op een speciale ziekenafdeling. Wellse gestorvenen werden, indien men dit thuis niet kon of wilde, in de rechtse vleugel opgebaard. Daar was een speciale mortuariumkamer ingericht.
Personeel met hun directrice Servula in de jaren '60. Het waren hoodzakelijk meisjes en vrouwen uit Well die hier werkten.
Briefhoofd.
Van Liefdeshuis, naar Gesticht "Kindje Jezus", Bejaardencentrum Well en later vanaf de uitbreiding met een nieuwe vleugel in 1960 werd het complex "Eldershome" genoemd. De naam van de stichtster is behouden gebleven in deze benaming.
Zuster Eugeria, zuster Berlinde en Marian Stevens bij kleuterschool Kindje Jezus in de begin jaren '60.
Teamleden van de meisjesschool in 1967, v.l.n.r. : Mien Arts - zr. Victurina - zr. Marie José en Jet Kwanten.
De bewoners gaan begin jaren '70 met een Zuid Ooster bus op reis en worden uitgezwaaid door de thuisblijvers, o.a. Mevr. Vullings-Vink en het echtpaar Groenen-Hebben. Rechts zuster Willibert.
Achteraan: Leny Rühl, Marion de Riet, Joke Rothoff, zr. Annicella, Noor Simons-Driessen, Thei Koppers. Vooraan: Ria Groetelaers, Mevr. Heldens en zr. Leonella.
De naam van de stichtster is behouden gebleven in deze benaming . In 1974 zijn het zusterklooster en de kapel afgebroken.
Eldershome na de uitbreiding in 1975 met de nieuwe parkeerplaats en de aangebouwde vleugel geheel rechts. Intern werden er o.a. ook grotere kamers gecreëerd voor echtparen.
Eldershome heeft behalve diverse directrices en directeuren ook veel rectoren gehad in de loop der jaren. Dit is Pater Clemens de Man. Hij was van de orde Missionarissen van Marianhill. Hij stierf op 83 jarige leeftijd in 1996.
Nadat het oude klooster en de kapel waren afgebroken, restte alleen nog het torentje met de klok, wat een plaats kreeg in de tuin van Eldershome. Op de achtergrond het zustershuis.
V.l.n.r. de Provinciaal Overste en de zusters Cornelie - Willibert, die haar afscheid vierde - Annichella en Eugeria.
Zuster Victurina was van 1957 - 1971 hoofd van Meisjesschool Kindje Jezus en van de St. Vitusschool in de Hoenderstraat. Haar meisjesnaam is Ali Bijman * Opmeer 10-10-1916 † Vegchel 22-06-2004. In 1930 werd ze ingeschreven in de gemeente Uden.
Nog meer zusters die in het Wellse onderwijs gewerkt hebben zijn onder andere: Josefia (hoofd meisjesschool) - Bertilia - Majella - Giselbertha - Eugeria (alle vier kleuter onderwijs) - Sebastiania - Rinelda - Canisiana - Marie Rose - Remacla - Landoline - Anacleta (hoofd meisjesschool).
Het "Eldershome" met de recreatiezaal en buitenterras, zoals we het kennen voordat ook dit werd afgebroken.
In 1985 krijgt zuster Annicella in het ziekenhuis bezoek van Prins Piet d'n Urste met adjudant Leo Baltissen en de twee gardeleden Rieky Reiniers en Angelique van Soest.
Ruim een jaar later stond weer alles onder water in januari 1995. De Zusters en de bewoners van Eldershome moesten net als de dorpelingen in het overstroomde gebied voor de tweede maal evacueren.
In februari 1996 werd door directeur Peter Meijs bekend gemaakt dat Eldershome gaat verdwijnen.
Het bejaardenhuis is aan een grondige opknapbeurt toe. De kosten zijn net zo veel als nieuwbouw. De politieke partijen willen dan liever een "zorgcentrum" op een centrale plaats in de gemeente. De nieuwe lokatie is al bekend: aan de Siebengewaldseweg in Nieuw Bergen.
In 2002 vertrokken de bewoners naar Maasduinen Staete in Nieuw Bergen.
De laatste twee zusters die hier in het zusterhuis woonden vertrokken in mei van 2003 naar het Arnoldus klooster in Uden. Dat waren (links) Leonella en Thomaselde. Op de kop af hadden de Missiezusters Dienaressen van de Heilige Geest 87 jaar in Well gewoond.
Inmiddels zijn alle zusters die in Well gewoond en gewerkt hebben gestorven. De laatste was Leonella.
Thomaselde Jordens *Ulft 21-12-1927 † 29-03-2011
Leonella Römgens * Kerkrade 29-08-1921 †Uden 08-04-2013
Januari 2005. Eldershome wordt gesloopt. Alle bewoners zijn overgebracht naar het nieuwe bejaardencentrum 'Maasduinen Staete" in Nieuw Bergen.
Nieuwe bewoners komen weer naar Well in de drie appartementenblokken van het woon-zorg complex, dat sinds december 2010 bewoond is.
Bijna een eeuw nadat de weduwe Jacoba Elders-Hoeken overleed werd op 17 juni 2011 het nieuwe Eldershome complex op Eldershof officieel geopend. Deze vier zusters, waaronder de Provinciaal Overste (2e van links) waren vanuit Uden gekomen en boden de gemeenschap van Well een cadeau aan in de vorm van deze luchtfoto. De foto is in de hal van het middelste gebouw opgehangen.
Zie ook pagina: Eldershome Zorgcentrum en appartementen
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)