Zoek

Kamp Well aan de Wezerweg - organisatie D.U.W.

De Dienst Uitvoering Werken (D.U.W.) werd in 1944 opgericht door het Militair Gezag om de vele werklozen in het kader van de wederopbouw in te zetten voor opruimingswerkzaamheden en later ontginningswerkzaamheden en civiele werken. De D.U.W. was de opvolger van de 'Werkverschaffing': het Werkfonds (1934) en de Rijksdienst voor de Werkverruiming (1939) en nam zelf geen projecten aan maar stelde personeel ter beschikking aan bedrijven als de Heidemij en de Grontmij. Veelal betrof het ontginningsarbeid en ander zwaar grondwerk. Met vrachtauto's werden ze van het kamp naar de werkplekken vervoerd. Actie voeren en staken waren bij de D.U.W. uit den boze, wilde men geen schorsing en verlies van inkomen riskeren. Bovendien leefden de arbeiders vaak ver van huis in kampen en werden ze geconfronteerd met matige sociale voorzieningen.


 

Kamp Well aan de Wezerweg - organisatie D.U.W.
Kamp Well aan de Wezerweg - organisatie D.U.W.

Vervolg van bovenstaande tekst:

Wat ’n verscheidenheid van bewoners heeft het kamp Well nu al gekend! In de oorlogsjaren gebouwd, was het bestemd tot huisvesting en africhting van Koenraad, de groene jongeling van de ter ziele gegane Nederlandse Arbeids Dienst. In de herfstmaanden van 1944 werd het kamp verschillende malen gebombardeerd door geallieerde vliegers. De Duitse Wehrmacht zocht toen veiliger oorden in bunkers in de bossen. Het kamp lag toen verlaten en veel Wellse inwoners haalden er hun materiaal om hun getroffen huizen provisorisch mee te herstellen en weer waterdicht te maken. Na de bevrijding was dan ook van het kamp zo goed als niets meer over. Daar jammerde in Well echter niemand over. In 1946 kwamen echter „nieuwe” barakken, die onderdak verleenden aan de vreemde arbeiders, te werk gesteld aan de Wederopbouw. Daarna kwamen transporten van buitenlandse kinderen, o.a. Duitse, Oostenrijkse, Tsjechische en Hongaarse. Deze kinderen arriveerden in Venlo en werden dan in kampen ondergebracht om onderzocht en doorgelicht te worden. Na drie dagen werden deze kinderen dan verder getransporteerd naar hun, door het gehele land verspreide tijdelijke pleegouders. Slechts eenmaal is zo’n Tsjechisch en Hongaars kindertransport hier ondergebracht. Daarna achtten de bewindvoerders dier landen dit niet meer nodig. Merkwaardig is, dat gedurende het verblijf van deze kinderen in ons land hun ouders brieven schreven naar de tijdelijke pleegouders, met het verzoek, de kinderen in Nederland te laten. Een en ander natuurlijk met het oog op het communistisch bewind en de bedreigde opvoeding in Hongarije en Tsjecho-Slowakije.

In het afgelopen jaar zag het kamp verscheidene transporten kinderen, uitgezonden door de Stichting „Het Vierde Prinsenkind”. Deze stichting verschaft aan kinderen, afkomstig uit gezinnen waarvan de vader of moeder door oorlogsgeweld om het leven kwamen of die zelf door de oorlog invalide werden, ’n prettige vacantieweek. Zo verbleven de laatste zomer 120 kinderen in het kamp. Minister Rutten bezocht deze kinderen en stelde zich van een en ander op de hoogte in het kamp. Ook wisselt genoemde stichting kinderen en jeugdige mensen uit met België. Vandaar dat Well in Augustus verschillende weken Belgische oorlogsslachtoffers herbergde. De laatste maanden heeft het kamp leeg gelegen, mede door het feit, dat men het oneens was over de bestemming. Voor amusement en. sport, voor de arbeiders in de kampen, bestaat ook al weer ’n provinciaal comité. Zo is in Well in het kamp aanwezig, of zal binnenkort verschijnen: voetballen en voetbalschoenen; ’n bibliotheek en tijdschriften, sjoelbak en biljart. Ook worden er films gegeven. Kortom, al het mogelijke is en wordt gedaan, om de gelegerde arbeiders ’n zoveel mogelijk huiselijk milieu te verschaffen. 

Dagblad voor Noord-Limburg 19-01-1951.

Kamp Well aan de Wezerweg - organisatie D.U.W.

Foto van werkers in de Peel

Foto van D.U.W. arbeider in de Peel

Foto van D.U.W. arbeiders in de Peel

Of- en hoe lang de 160 arbeiders hier verbleven is bij het Archief Well niet bekend.  In de zomer van 1951 verbleef hier 2 weken het het vakantiekamp 'Het vierde Prinsenkind'. In februari 1952 werd het kamp woonbaar gemaakt voor de Molukkers die noodgedwongen naar Nederland verscheept waren. De D.U.W. werd in Nederland in 1954 opgeheven.