Zoek

Carnaval, op z'n Wells: Vastenaovend

Drie dagen van spot en zelfspot.

Carnaval, op z'n Wells: Vastenaovend

Weet jij als echte carnavalvierder hoe carnaval is ontstaan? 

Eetfestijn.
Van oudsher was het een eetfestijn, omdat het de laatste mogelijkheid was zich te buiten te gaan voor de 40 dagen vasten, waarin men zich beperkte tot het minimaal noodzakelijke. Op vette dinsdag (voor de vasten) werd al het vet dat er in huis was opgemaakt omdat het anders zou bederven. De vasten is ter herdenking van de 40 dagen die Jezus volgens het Nieuwe Testament in de woestijn vastte en tevens ook tot bezinning op de christelijke kernwaarden.
Het feest bestaat al langer dan de christelijke traditie en heeft de kerk het gemakkelijker gevonden het heidense Carnaval in een katholieke traditie om te zetten dan het uit te bannen. Dit was overigens ook met andere voorchristelijke feesten gebeurd zoals Kerstmis, dat oorspronkelijk een 'heidens' midwinterfeest was.

Het woord 'carnaval'.
Carnaval komt van het Latijnse woord 'carne vale' wat "vaarwel aan het vlees" betekend. Een andere mogelijke verklaring voor de term is het eveneens Latijnse carrus navalis: scheepswagen, hetgeen zou verwijzen naar rondtrekkende groepen in een als een schip ogende wagen of kar, het zogenaamde narrenschip, maar ook kan slaan op het schip waarmee de god van de zee der Kelten/Germanen uit het noorden kwam om deel te nemen aan de winterfeesten.
De Romeinen vierden het feest van de saturnalia dat veel kenmerken van het hedendaagse Carnaval had zoals drink en eetgelagen, een soort prins Carnaval, vermommingen en optochten door de straten.
Het 'heidense' Carnaval werd in heel Europa gevierd. Bijvoorbeeld in Rusland is dit feest bekend onder de naam maslenitsa (vrij vertaald: boterfeest). Antropologisch gezien is het Carnaval een omkeringsritueel, waarin maatschappelijke rollen worden omgedraaid en normen over gewenst gedrag worden opgeschort.

Vastenavond.
Vastenavond betekent de dinsdag tijdens het carnavalsfeest. De allerlaatste minuutjes van het feest. Op klokslag 0.00 uur is het carnaval afgelopen waarbij ieder eigen stad of dorp het carnaval op eigen wijze afrond. Stil denken de meeste carnavalvierders dan alweer aan het komende carnaval.

Carnaval in Nederland.
Officieel duurt Carnaval van zondag tot en met dinsdag. In de huidige praktijk lijkt het dat Carnaval al eerder begint, zelfs al op donderdag met de Truuje. 

Carnaval, op z'n Wells: Vastenaovend

De Maasjoerts zit wer ôp ziene nèst. 


Het getal 11.

Elk jaar barst op 11 november om 11.11 uur het carnavalsseizoen los. Dat het elk jaar precies op de 11e van de 11e valt, is geen toeval. Ook zitten er 11 mensen in de 'Raad van elf'. En elke 11 jaar wordt er een jumbileum gevierd.

40 dagen voor winterwende
Veertig is een heilig kerkelijk getal. De datum 11-11 is veertig dagen voor de winterwende, de kortste dag van het jaar en het begin van de donkere periode voor Kerstmis. Daarom zou het getal 11 belangrijk zijn geworden. De periode tussen Aswoensdag en Pasen wordt de veertigdaagse genoemd, de vastenperiode. Hemelvaartsdag is de 40e Paasdag.

Feestdag St. Martinus
Op 11-11 wordt ook de feestdag van St. Martinus gevierd. Hij overleed een paar dagen eerder, maar werd op 11 november begraven. Het sint-maartensfeest wordt van oorsprong gevierd met vreugdevuren en een lampionnenoptocht. Speciale sint-maartensliedjes worden aan de deur gezongen, in ruil voor snoep of fruit. Dit is een verwijzing naar de vroegere bedelfeesten die nodig waren om de moeilijke wintermaanden door te komen. 

De gek in een boog
Als vroeger een boog in een muur gebouwd werd, dan gebruikte men daar elf blokken voor. Vijf aan weerskanten. De elfde, die de pilaren bovenin met elkaar verbond, werd 'de gek' genoemd. 

Werk is klaar
Op 11-11 werd het werk op het land geacht klaar te zijn, wat reden was voor een feestje. De schuren waren gevuld en de pacht kon worden betaald. Dit was meteen het einde van de periode waarin huisslacht was toegestaan. Als de oogst minder was, dan werd er gedronken van verdriet en ergernis. Hoe dan ook: de herbergen puilden uit.

De zonde
11 een gek getal omdat het tussen de 10 en 12 zit. Die twee zijn voor de kerk getallen met status, denk daarbij vooral aan de tien geboden en de twaalf apostelen. Maar ook aan de cijfers op de klok en het gegeven dat we twaalf maanden hebben. Elf gold daarbij als een teken van zonde. Het overschrijdt de 10 geboden, zoals 13 het ongeluksgetal is als overschrijding van 12. Toen de klok nog maar één wijzer had, stond deze op schilderijen vaak afgebeeld op 11, als teken dat het de hoogste tijd is om het leven te beteren.

Elfen en alfen
Het cijfer klinkt in het Nederlands en de andere Germaanse talen hetzelfde als elf en alf, dat zouden watergeesten, kabouters, aardmannetjes of iets dergelijks zijn. Waarschijnlijk verwijzen zij naar de nog niet verloste zielen van voorouders die in het vagevuur verblijven. Zij zouden zich in groepen onder het aardoppervlak ophouden en als het ware een leger vormen met een koning aan het hoofd: de Harlekijn. Deze wilde, duivelse booswicht Hellequin zou 's nachts met een groep demonen te paard door de lucht rijden. Tijdens de lentefeesten (de oorsprong van carnaval) probeerde men daar contact mee te leggen. 

Alaaf
De taalkundige structuur van het woord elf vertoont een overeenkomst met de carnavalsgroet alaaf. Ook voor deze groet zijn meerdere verklaringen mogelijk. Een daarvan is de verwijzing naar all ave: allemaal gegroet. Een andere is alaaf als de afgeleide van de Duitse groet helau, waarbij de h niet wordt uitgesproken en de f en u makkelijk in elkaar overgaan. Alaaf betekent in het Jiddisch overigens eerste. Alaaf Keulen is zoveel als er gaat niets boven Keulen.

Raad van elf
Met carnaval komt het getal 11 niet alleen terug op de elfde van de elfde, maar ook in de raad van elf. Deze vindt mogelijk haar oorsprong bij het overlijden van hertog Antoine van Bourgondië tijdens de Slag bij Azincourt in 1415. Zijn oudste zoon was te jong om hem op te volgen als hertog van Brabant en hij kwam onder regentschap van afgevaardigden van een 'raad van elf' bestaande uit afgevaardigden van de grote steden en abdijen.

Vastentijd.
Ook al wordt de vastenperiode lang niet meer zo streng gevierd als vroeger, het Carnavalsfeest blijft het feest waarbij mensen zich vermommen door vreemde kledij aan te trekken, en zo onherkenbaar een alibi hebben om zich in allerlei vormen te buiten te gaan. In de Middeleeuwen vielen daarbij nogal eens doden en gewonden, maar tegenwoordig is het masker bedoeld om iemand anders een spiegel voor te houden dan wel (met verdraaide stem) iemand stevig en ongezouten de waarheid te zeggen. Maar wel met humor en niet kwetsend.

Carnaval, op z'n Wells: Vastenaovend

Vanaf de elfde van de elfde wappert de vlag op het dorpsplein in de Grotestraat en tegenover MFC de Buun in de Kasteellaan.


 

Carnaval, op z'n Wells: Vastenaovend

De Maasjoerts in glas en lood siert menige huiskamer.