Grintweg van Sterrenbos naar de Kamp (1958) en verder naar Aijen (1960)
Wie nu vanuit het dorp Well snel even naar Aijen rijdt of fietst, zal er niet meer bij stil staan, dat dit vroeger niet zo gemakkelijk was. De geasfalteerde weg was toen nog een binnenweg die bij regenachtig weer soms veranderde in een modderpoel en zeker met de fiets kon je dan amper vooruit komen. Als afgelegen gehucht had de Kamp al jaren de last ondervonden van een slechte verbinding met het dorp. De zanderige karweg met een fietspaadje was de enige verbinding met Well en Aijen. In economisch opzicht was dit een groot handicap en pogingen om hierin verbetering te brengen liepen aanvankelijk op niets uit. De ontsluiting van de Kamp is een langdurige en moeilijke zaak geweest. Door de grote afstand naar het dorp Well brachten de aan te brengen verbeteringen grote kosten met zich mee, zodat de gemeentelijke overheid wegens gebrek aan financiële middelen niet in staat was de nodige voorzieningen te treffen.
Nieuwe Venlosche courant 21-10-1913.
In 1913 werden de eerste serieuze pogingen ondernomen om te komen tot een verharde weg tussen het dorp en de Kamp. Gerardus Daemen en Piet Jenneskens richtten een door vele bewoners ondertekend verzoekschrift tot de gemeenteraad. Dit plan werd echter doorkruist door een ander plan, waarbij men de weg langs een andere kant, n.l. de Papenbeek, wilde leggen. Dit laatste kreeg zelfs meer instemming van de raad en tegelijk met het plan van de weg Bergen-Aijen werd het plan Well-de Kamp behandeld. Ondanks het advies van wethouder Korting kwam het niet tot aanbesteding van allebei de plannen. De weg Bergen-Aijen werd goedgekeurd en aanbesteed maar met de weg Well-de Kamp ging het anders. Om de kosten te drukken zou men deze weg maken met hand- en spandiensten, voordelig en toch doeltreffend. Men begon al voor de Eerste Wereldoorlog vanaf de Kasteellaan, maar kwam niet verder dan aan het einde van de Papenbeek tot aan de z.g. armenwoningen. Aan de loswal was het grint per schip aangevoerd en de boeren hadden het al naar de nieuwe weg getransporteerd met kar en paard. De vooruitzichten leken gunstig. Maar na een paar weken bleef het werk door een of andere oorzaak weer steken en toen burgemeester Gerard Peters op een goeie dag kwam kijken schudde hij het hoofd en zei tegen de 'wegenbouwers': "Jongens hou maar op, dat wordt niks".
Men is toen opgehouden en niemand zal op dat ogenblik gedacht hebben, dat het 45 jaren zou duren eer men weer aan de Kamperweg zou beginnen. Het aangevoerde grint werd naar de Wellsche Hut gebracht om de weg aan de grens te verstevigen. De crisisjaren kwamen, de Tweede Wereldoorlog en gebrek aan geldmiddelen waren er de oorzaak van dat het plan in de la bleef liggen.
De St. Jacobshoeve van de familie Piet en Kaat Kessels-Koppes ligt met regenweer en in de winter aan een modderige karweg die bijna niet begaanbaar is. Later woonde hier zoon Fried, in de jaren '50 gehuwd met Mien Custers en hun zoon Peter. Links van de boerderij ligt een zandduin: de St. Jacobsberg.
Het gebied de Kamp lag als een afgesloten natuurreservaat verscholen achter groene naaldbomen en gele zandheuvels. Via landwegen en mulle zandpaden liepen de kinderen naar school. De Kamp lag midden tussen Well en Bergen en sommige huizen zelfs dichter bij Bergen. Ook de Kamp had vroeger zijn lijkweg om naar het kerkhof te gaan, al was er een kortere, toch bleef men steeds alleen de lijkweg volgen die hiervoor van oudsher is aangewezen om gebruikt worden. Die lijkweg liep door het Leuken, langs de 'alde Fuus' nu adres Leuken 1 op de kruising met de Vissert. Via de Papenbeek - Kasteelweg - Hoenderstraat naar de kerk aan de Maas.
Liep men te voet naar het dorp, dan volgde men het voetpad door het Leuken langs 'de Uiver' (nu Leuken 19), waar de weg tussen boerderij en schuur liep, langs Brouwershof (nu Elsterendijk 28) en de andere huizen over de Paad. Dan ging het verder door het "strötje" en een afgepaalde weg door de kasteelweide over een kleine brug " 't plenkske" geheten naar de Kasteellaan. Dit was de weg "achterom".
Voor de schoolkinderen van de Kamp, die altijd te voet naar school moesten, was de kortste weg door het veld. Tegenover de boerderij van Louis Martens (nu de Kamp 13) sloeg men rechts af en volgde de weg naar de Maas. Halverwege kon men over een vonder (een paar losse planken) en zo liep deze weg dwars door de weilanden waar kleine klappoortjes waren aangebracht. Verder door het Elsteren langs de Keseling en de Lintsebrug en zo kwam men voorbij de appelboomgaard van Verzijl en het St. Nicolaaskapelletje in het dorp.
Vervoer te paard over de zandweg op de Kamp, eind jaren '40. Mia en Nelly Sprunken - dochters van To Lemmen - met hun oom Jan Lemmen.
Na de Eerste Wereldoorlog ging er weer een verzoek naar de gemeenteraad door Jenneskens en Daemen. Men stelde voor de weg meteen door te trekken via de Sintelenberg naar Aijen. Er was geen geld. Intussen werd Piet Jenneskens, wellicht met de stemmen van alle Kampenaren, lid van de gemeenteraad maar het lukte hem niet om het Kamperweg plan doorgedrukt te krijgen, hoewel hij het steeds in de raad ter sprake bracht. De Kamp bleef zitten met zijn "karweg en fietspedje".
Ook na de Tweede Wereldoorlog werd de weg van het plan afgevoerd in het kader van de wederopbouw. Immers waar geen harde was geweest kon ook geen harde weg worden hersteld. De weg was vaak onderwerp van gesprek, de meningen waren steeds verdeeld en het plan werd door allerlei omstandigheden vertraagd.
Toen was het raadslid Piet Cornelissen uit Well die de weg Well-de Kamp bijna iedere raadsvergadering op de tafel legde. Uiteindelijk werd het plan eenstemmig goedgekeurd, de Wellse raadsleden hebben op een bijzondere manier aan het grote besluit meegewerkt. Een ogenblik dreigde bezuiniging toch nog een spaak in het wiel te steken, maar de LLTB afdeling Well sprong in de bres en zorgde in samenwerking met de Boerenleenbank voor de financiering van het historisch object.
Dagblad voor Noord-Limburg 08-07-1958.
De 48-jarige landbouwer Toon Jenneskens, zoon van oud raadslid Piet Jenneskens, door een vrachtwagen gegrepen, toen hij van zijn tractor afstapte en de weg wilde oversteken om een vertrekkende missionaris een vaarwel toe te wensen. Met een zware schedelbasisfractuur en zware kneuzingen in de nierstreek werd het slachtoffer overgebracht naar het ziekenhuis te Venlo. De officiële opening van deze weg was aanvankelijk gedacht op zaterdag 19 juli, maar werd verschoven naar 23 augustus vanwege het ongeluk van de voorzitter van het organisatie-comité Toon Jenneskens. Hij liep een zware hersenschudding op en was herstellende.
Vervolg van de tekst: Zijn vijf cafeekes daartoe ingerichte voorkamers van de boerderijtjes had de Kamp al verloren in de tijd, dat iedereen ging fietsen. En de eigen Kampse St. Rochus-kermis met "velerlei vlees en velerlei vis” is al gelijk een schone legende geworden. Nog maar enkele boerderijtjes dragen een rieten dak en hebben een waterput voor de deur staan. Men wordt weemoedig als men de vorderingen van de vooruitgang allerwege bespeurt. Als wij het voor het zeggen zouden hebben gehad, dan zou niemand ook maar iets aan de Kamp veranderd mogen hebben tot aan het einde der tijden. Wij hebben daar met Lei Sprunken over gesproken, wiens brede laag gedakte boerderij nog muurijzers van 1781 draagt. ”Ja, ”zei hij”, een heel aardig boerderijtje. Voor de schilders. Maar niet om er zelf in te wonen". Men krijgt wel weer een andere kijk op de vooruitgang als men zo eens met een bewoner van de Kamp aan het praten is geraakt. ”De laatste jaren zijn we hier wat meer mens geworden”, vertelde Lei Sprunken verder, ”ik hoef maar een knopje hier in de kamer om te draaien om het licht in de hennekooien uit te draaien. Maar vroeger moest je ’s nachts, als het hard vroor, bij de pullen waken, want op die oliebranders kon je nooit rekenen. En het was een hele vooruitgang, toen er platte wagens op rubberbanden kwamen. Die reden de weg vast. Voor die tijd waren de karresporen soms een halve meter diep door de weg getrokken. Als je met groenten en aardappelen naar Weeze moest, waar Halmans onze koopman was, dan moest je al een goed peerd hebben, anders was het stok-an. De kramers, die zelf nog naar hier kwamen, moesten vaak genoeg ’s avonds met licht onder de kar terug, zoveel getob en geplaar was het om er door te komen”.
Het heeft toch nog lang genoeg geduurd met de weg over de Kamp. In 1912 werden de eerste plannen gemaakt, en sedertdien is de weg telkens opnieuw in de raad van Bergen te sprake gekomen. Het werd een spreekwoordelijke kwestie in de gemeente, maar er gebeurde niets en de Kamp bleef het afgesloten natuurreservaat, verscholen achter groene bosjes en gele heuvels, dat het altijd was geweest. En misschien zou er nog niets veranderd zijn, als niet een paar jaar geleden Siebengewald ”vol gegooid was” met wegen. Toen werd de geest van de lankmoedige Kampenaren bijna opstandig. ”Horen wij er dan niet meer bij, en zijn wij alleen maar goed om belasting te betalen?”, vroeg men. En op de Ennenberg is men nóg niet te spreken, ja, daar zit men er naast. De nieuwe weg komt niet tot zo ver. Boer Lemmen heeft de pas nieuw gekochte auto van de bakker al drie keer met z’n paard uit het rulle zand moeten trekken.
De weg over de Kamp is niet meer tegen te houden. Hij vreet zich dwars door deze kleine wereld, terzijde van de grote wereld, waar het zo goed was om té zijn tussen de wielewalen en de nachtegalen. En waar alle vijf-en-twintig boerderijen, verdoken tussen de heggen en de bosjes, in één oogopslag door de buizerds overschouwd werden als ze hoog tegen de hemel hun wijde cirkels beschreven als arenden boven een vergeten bergvallei. Goed, alles wat de Kamp tot zo’n prachtig gehucht in het Noord-Limburgse land maakte, zal niet meteen verdwenen zijn, als de nieuwe weg er ligt, maar het zal verder afbrokkelen. De wereld zal meer en meer bezit nemen van de bewoners en hen verder uit elkaar drijven. Men zal er niet meer zo sterk op elkaar zijn aangewezen, en de oude boerderijtjes van Saksische bouwtrant met hun lage zijmuren en strooien dak zullen de een voor de ander na verdwijnen. In de nieuwe huizen zal men niet via de voordeur een zaal van een keuken betreden. De vuurhaarden, waarin hout en turf werd gestookt, deden al lang geen dienst meer. Daar staat nu een kolenhaard in. Sinds het elektrisch is gekomen zijn de olielampen verkocht of naar de rommelzolder verdwenen, zoals het met de spinnewielen is gegaan.
Ach, wij dragen de vooruitgang geen kwaad hart toe, maar hij vervult ons soms toch met weemoed. De besteller van de PTT, die nu de brieven rond brengt, zal er wel anders over denken, maar in onze ogen was de verzorging van de post nooit beter geregeld dan in de tijd, toen smid Cox uit Bergen zijn vaste route had over de Kamp als hij dagelijks de postzak van Bergen naar Well moest dragen en daar wachtte op de retourvracht, die vanuit Tienray over de Maas kwam. Zijn weg voerde over mulle zandpaadjes, hier en daar schuin door het bouwland, en door weilanden met kleine poortjes, die wel aan een man maar niet aan een rund doortocht boden. Zijn schoeisel was op dezelfde wijze beslagen als men het ook de Shetlanders deed. En de oude boerencafé ’s waren toen nog in vol bedrijf, zodat men waarlijk niet van dorst behoefde te versmachten op de twee uur gaans, die het tussen Bergen en Well was.
De kleine wereld van de Kamp zal verder afbrokkelen en uiteenvallen tot zij helemaal is opgegaan in de gestroomlijnde grote wereld vol benzinedamp en scootergeknetter. Die erbarmelijke zandweg was de laatste barrière, nadat eerder al de watersnood die periodieke bezoekster van de Kamp als wreed maar groots element in het bestaan van de Kamp was uitgebannen. ”De koeien stonden tot de uiers in het water en we moesten ze door de voordeur naar buiten brengen. Met roeibootjes voeren we naar de berg om daar de nacht door te brengen”, vertelde de oude Piet Jenneskens over 1926 op een toon, alsof hij wilde zeggen: dat waren nog eens grote dagen. En te drommel, dat waren het ook. Zo goed als dat opgaat voor de kramers, die in het nachtelijk duister nog worstelden om weer van de Kamp naar de bewoonde wereld te geraken.
Maar natuurlijk heeft Lei Sprunken, en hebben van Wanroy en Lemmen en al die andere Kampbewoners, het gelijk aan hun kant, wanneer zij de Maas liever op een afstand zien en het prettiger vinden als hun kinderen niet meteen de waskuip in moeten als ze thuis komen van school omdat de weg weer eens onbegaanbaar was. Laten we daarom maar hopen, dat het ook na het gereed komen van ”de weg” zo’n vaart niet zal lopen met de verdere modernisering van de Kamp. Misschien, dat wij er dan toch lang kunnen komen om er het verlangen te bevredigen naar de dingen, die wij in onze wereld al lang verloren hebben. En hopelijk zullen wij er de buizerden nog lang kunnen zien, hoog boven de toppen van de blanke Maaslandse duinen.
Sjaak Lemmen met zijn vader Lemmen Thies.
Ze staan hier op de oude niet verharde Kamperweg (later Kampweg) die ook vóórlangs de boerderij van Jenneskens liep en dan met een scherpe hoek terugliep. Vervolgens weer met een scherpe hoek richting Aijen. Die twee hoeken zijn er tijdens de verharding van de Kampweg uitgehaald, waardoor de weg nu recht geworden is en de Huberdenhof niet meer pal aan de Kampweg gelegen is. Geregeld moest in de jaren '50 de nieuwe auto van de bakker uit 't rulle zand bij de Ennenberg getrokken worden door boer Lemmen met z'n paard.
Kampweg in 1958.
Het eerste deel van Well naar de Kamp kwam in 1958 tot stand na een strijd van 45 jaar, waarin Piet Jenneskens en Piet Cornelissen al die jaren de grote voorvechters waren. Op 23-08-1958 vond er een plechtige opening plaats nabij café Vink door burgemeester van Mackelenbergh. Iedereen die op een of andere manier te maken had gehad met de voltooiing van wat "Het 45 jaren plan" werd genoemd. Voor de oude Piet Jenneskens was het een grote dag dat hij de opening nog mocht meemaken. Hij kon zelf nauwelijks geloven dat er zo'n prachtige brede weg was gekomen.
WELL, 23 augustus. „Dat haj ik noëit gelöft, dat ik dizzen dag nog is zuj belève!”, aldus de Weg-Over-De-Kamp-veteraan Piet Jenneskens, toen hij zaterdagmiddag als eregast de officiële opening van deze weg bijwoonde. En inderdaad, weinig zal hij in 1913, toen hij in de raadsvergadering van Bergen een pleidooi afstak voor de verharding van deze weg, vermoed hebben, dat het geduld van de Kampbewoners zo lang beproefd zou worden. Over geen weg in Noord-Limburg en wie weet hoe ver nog daarbuiten zijn zoveel woorden gesproken als over het kronkelige zandpad, dat zich vanuit Well naar het vredige gehucht De Kamp slingerde. Vijf-en-veertig jaar heeft het geduurd.
En één gast per 83 meter
In die tijd werden wegen dwars door hele continenten gebouwd, veranderde de wereld van aanschijn door verbluffende uitvindingen en werd Piet Jenneskens van een jonge man, bruisend van energie, tot een krasse bejaarde, die gaandeweg hoe langer hoe meer ging geloven, dat er eerder een weg op de maan zou worden aangelegd dan dat de zuchten van de Kamp-bevolking verhoord zouden worden. „Wat môt ik nog zegge?” vroeg hij aan Fred van Leeuwen van de Regionale Omroep, die hem wilde interviewen, „alles het al ien de krant gestaon” Maar daar wist de interviewer wel raad op. „In het Zuuje weten ze er nog niks van!” En daar startte deze pionier dan voor de radio met even veel rapheid van tong, alsof hij het tegen z’n maats had, die met hem de goede zorgen van de zusters in het klooster genieten. „D’r het wel ’n drukfout ien de krant gestaon,” zei hij, „die schreve, dat de weg vief mèter brieëd is. Maar ’t zien d’r wel tien.” De gazetten zien van hun eerste leugen niet gebarsten verklaarde de radioman vriendelijk maar in dit geval was ’t zo. We hebben het zelf gemeten, 5 meter Mer ’t ziet uut wie of ’t tien mèter is, zoeë prachtig!
Nog een andere veteraan van de 45-jarige „strijd” voor de weg over de Kamp werd voor de microfoon geroepen: Piet Cornelissen, die zijn zilveren jubileum als pleitbezorger voor deze voorziening erop heeft zitten en die nu zijn gloriedag beleefde. Is men al niet gaan spreken over „de weg van Piet,” omdat hij in de raad zo hardnekkig op dit onderwerp terug kwam als ’n horzel op ’n paardenrug? De Kamp had van de officiële opening een groot feest gemaakt. Er waren meer dan 60 officiële genodigden. Op 5 km weg betekent dat een gast op goed iedere 83 meter Daar zal wel geen andere nieuwe weg ooit aan kunnen tippen. De burgemeester was er, de wethouder, de secretaris, de raadsleden, meneerde Snaayer en andere mannen van de Heidemij, vertegenwoordigers van de Cultuurtechnische Dienst, van boerenbond en boerenleenbank, de aannemers én de uitvoerders, kortom iedereen, die op een of andere manier te maken had gehad met de voltooiing van wat „Het 45-jarenplan” werd. Genoemd.
NIEUWE PLANNEN
Schutterij St. Antonius marcheerde op in uniform, de pieken krijgshaftig in vuist gekneld. Harmonie de Vriendenkring blies feestelijke klanken, dat het galmde door het Sterrenbos en toen vond het aller officieelste gedeelte plaats, Namens Kamp-woordvoerder en voorzitter van het feest comité Toon Jenneskens pas hersteld van een aanrijding op de nieuwe weg, waarvan hij het slachtoffer werd, toen de voorbereiding van het feest nog nauwelijks begonnen was werden de aanwezigen welkom geheten en de verdiensten van de pioniers gememoreerd. Burgemeester van Mackelenbergh betuigde zijn blijdschap over de aanwezigheid van de voorzitter, die klaarblijkelijk op de dag van zijn ongeluk nog niet gewend was aan de nieuwe „luxe”. Ook de burgemeester wilde graag toegeven, dat de weg over de Kamp een bijzondere weg is. Er zijn de laatste jaren vele wegen in de gemeente verhard: in het Tuindorp, op de Koekoek, aan de Wellse Hut, in Afferden, Heijen en Bergen en overal is de in gebruik neming met stille trom geschied. Maar deze weg is daarmee niet te vergelijken. Zij heeft geschiedenis gemaakt en met hem de bewoners van de Kamp, die zo lang hun goedmoedigheid hebben weten te bewaren en nooit met dorsvlegels en rieken gewapenderhand storm op het gemeentehuis zijn gelopen. Spreker kon de toezegging doen, dat aan de doortrekking van de weg naar Aijen reeds gewerkt wordt en dat het waarschijnlijk niet nog eens 45 jaar zal duren of er zal ook een verdere binnenwaartse verbinding naar Afferden worden aangelegd. Hij dankte de Cultuurtechnische Dienst voor de ruime subsidie, de Ned. Heidemij voor de directie en de fa. Engelen voor de uitvoering. Nadat een meisje hem op een kussen een formidabele schaar had aangeboden onder begeleiding van een heilwens, werd het lint door de burgemeester doorgeknipt en zette een stoet auto’s zich in beweging om het traject van de nieuwe weg af te leggen. Van ieder huis en van elke hofstede waaide de vlag, dikwijls de vlaggenstok omkranst met bloemen. Voor hun huizen stonden de thuis geblevenen de grote gebeurtenis te bepraten. En zo kwamen ook wij aan het eind van de Kampweg, waar deze plotseling overmaat in het oude kronkelige zandpad, dat naar Aijen leidt. Men had er een erepoort opgericht, maar ook ’n „waarschuwingsbord” geplaatst, waarop' stond vermeld „Aijen, 1,5 km, 1/10 ton.” „Naar een tweede 45-jarenplan” had een ongelovige Thomas op een bordje onder de erepoort geschreven. En als herinnering aan het verleden stond er een bord. waarop het droevig tafereel geschilderd was van een boer, die zich wanhopig op de kop stond te krabben en even verwezen als zijn paard stond te kijken naar de kar, die het op de slechte weg begeven had.
VERLOST
Met de genodigden begaf het „Kampcomité” zich tenslotte in café Vink, waar een koffietafel was aangericht. Gemeenteontvanger Jan Daemen (een zoon van de Kamp) vertolkte daar in dichterlijke bewoordingen het geluk van de Kamp. Het was een genoeglijke bijeenkomst in een sfeer, waaraan zelfs de romantiek niet ontbrak, toen de dichter onder de herhaalde aanhef „Oh weg” de nieuwe verbinding bezong alsof het een geliefde betrof, voor welke zelfs de nachtegalen in vuur en vlam zouden schieten. Piet Jenneskens zei tegen iedereen „nooit gedôcht te hebbe, dat d’r nog ‘s zuveul gèld àn de Kamp zuj werre besteid,” en Piet Cornelissen sprak er een laatste oratie namens allen, die thans zoals hij het kernachtig uitdrukte; uit de slavernij verlost waren.
Dagblad voor Noord-Limburg 28-08-1958. De historische klik van de schaar werd vastgelegd op de band van de Regionale Omroep Zuid.
In de Gemeenteraadsvergadering van oktober 1959 werd besloten tot aankoop van perceeltjes grond van een 14-tal eigenaren, welke terreinen nodig zijn voor de doortrekking van de weg de Kamp - Aijen. In verband met hetzelfde doel werden grondruilingen aangegaan met een 11-tal eigenaren. De doortrekking van de weg over de Kamp naar Aijen vergde een lening van ƒ108.004,-
Dagblad voor Noord-Limburg 08-02-1960
Feest voor Well en Aijen in 1960.
Nog geen twee jaar later, op zaterdag 16-07-1960 was er weer feest en werd het tweede weggedeelte, van de Kamp naar Aijen geopend. Well - Bergen was nu ook binnendoor te bereiken en men kon de drukke Rijksweg vermijden.
Well en Aijen vierden samen feest. Er stonden erebogen bij het begin op de Kamp en het einde van de weg bij van de Lisdonk in Aijen.
Met als opschrift in Aijen: "De Poort van Aijen" en op de Kamp stond: "De weg tot elkander". Harmonie de Vriendenkring speelde er lustig op los en het Sint Antoniusgilde gaf aan het geheel een historisch en vrolijk tintje. Natuurlijk was ook de Fanfare en de Schutterij uit Bergen present evenals St. Agatha, de Schuttersvereniging uit Aijen zelf. Well en Aijen hadden een feestcomité gevormd en voorzitter Sef Joosten hield een gloedvolle toespraak.
De openingshandeling nabij de boerderij van Thies Lemmen en Toon Jenneskens op de Kamp. Karel Rijk van 't Leuken (rechts) vangt de papieren barricade op. Links enkele Wellse belangstellenden: v.l.n.r. Frans en Hay Daemen - Jan Jenneskens - Toon van Vegchel - Carla en Wilma Jenneskens - Jan Swemmers - Thea Wijnhoven en Desirée Jenneskens. Rechts vooraan is Ab Sponselee.
De feestelijke opening werd verricht door burgemeester van Mackelenbergh in het bijzijn van de beide wethouders G.A. Smals en P.J. Weijs. Na de toespraak volgde de opening. Het gespannen lint tussen de ereboog werd niet doorgeknipt maar de burgemeester reed dit met zijn auto stapvoets doormidden, om zo de weg officieel geopend te verklaren.
Daarna trok het gehele gevolg met vrolijke klanken over de nieuwe weg richting de Kamp, gevolgd door de auto's met genodigden. Op de Kamp bij de ereboog werd dezelfde handeling herhaald.
Vervolgens ging het richting feesttent die in Aijen opgesteld stond, waar een Limburgse koffietafel werd aangeboden aan de 75 genodigden. Daar werden nog verschillende toespraken gehouden door de hoogwaardigheidsbekleders. Jan Daemen droeg als laatste nog een gedicht voor als adviserend lid van het organiserend comité met de titel "Een ode aan de nieuwe Aijenseweg”. Na al deze mooie woorden ging het naar de feesttent waar gedanst werd, ook nog de volgende dag.
Burgemeester Adriaan van Mackelenbergh spreekt de toeschouwers in Aijen toe. Rechts de twee wethouders Gerard Smals en Hannes Weijs. Links de gemeentesecretaris Mr. Jozef Donker.
Ode aan de nieuwe Aijenseweg.
O stukske weg, dat ik mijn weg ontmoet
O weg, dat weg-zijn doet ons goed
Wij zijn met u op de goede weg
Gij neemt veel ongemakken weg
Gij bracht het contact tot stand
De Kamp reikt Aijen nu de hand
Of misschien is het beter, dat ik zeg:
Ze reiken nu elkaar "de weg"
Toen de weg Well-Kamp was gereed gekomen
Was dat de vervulling van langverwachte dromen
En niemand in Aijen durfde hardop hopen
Dat hij binnen 2 jaar over een harde weg zou lopen
Was er vreugde om de eerste weg van enkele jaren
Aan welk feest velen nog een herinnering bewaren
Toen een lange periode van horten en stoten
Eindelijk met een harde weg werd afgesloten
Een groter vreugde wordt ons nu bereid
Nu de Kampse weg is uitgebreid
Nu een nieuwe lood aan d'oude stam
Zo voorspoedig thans ter wereld kwam
Zo bleef de eerste weg niet meer alleen
Er kwam een nieuwe bij en beiden werden één
Zo werd het vandaag een gelukkig stel
De weg van Aijen en de weg van Well
Dat het altijd een hechte eenheid blijve..
Dan kunnen de geschiedenisschrijvers schrijven
Dat met vooruitziende blik werd bestuurd
Al had de eerste weg wat al te lang geduurd
Met de tweede weg ging het heel wat gauwer
We zagen binnen enkele jaren weer de wegenbouwer
En waar het allemaal vandaan werd gehaald
Er werd gewerkt en contant betaald
Zo kan eenieder nu na vele jaren
Met een eerlijk en gerust gemoed verklaren
Dat alles keurig voor elkaar werd gebracht
Nog beter dan ooit iemand had gedacht
Het kan nu regenen, sneeuwen, zelfs hagelen voor mijn part
Onze weg blijft nu tenminste altijd hard
We denken niet meer aan het geklodder
Met kar en fiets door slijk en modder
Daarom zijn we met de moderne wegebouw tevree
Tenslotte moet je met de tijd toch mee
En alle bewoners van de Kamp en Aijen zijn nu blij
Met het gereedkomen van dit schoon karwei
Zij danken hierbij alle bouwers
Alle werkers, alle sjouwers
Alle helpers en elke instantie
Die nog voor de vacantieGetuige mag zijn van deze voltooiing
Zo belangrijk voor Aijens verdere ontplooiing
Dat vele gemeentenaren
Veilig en zonder gevaren
Tot aan het einde der tijden
Over deze weg nieuwe weg mogen rijden
O Aijense weg blijf ons altijd trouw
Je weet, we hebben geen leven zonder jou
En dan heb ik nog een vreugdevolle tijding
Je krijgt vandaag een hoge onderscheiding
Je wordt nu gedecoreerd, dat is een hoge eer
Niet met een lintje maar met 'n bordje "DOORGAAND VERKEER"
Kamp - Aijen 15 juli 1960 - Jan Daemen.
De Kamp was nu helemaal uit het isolement verlost en het buurtschap kon vanaf 1960 zowel van Noord als van Zuid over een verharde weg worden bereikt.
Drie jaar later in augustus 1963 ging aan de Maas, tegenover het voormalig Geijsterse kasteel, de eerste spade in de grond voor de zandafgraving op de Kamp....!
Actueel
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 28 november
THEMA: Wellse vrouwen, uit het oog maar niet uit het hart.
Archief Well presenteert foto's met live commentaar op donderdag 24 oktober
THEMA: WELLSE WINKELIERS EN ONDERNEMERS van A-Z (slot - deel 6)